erfgoedobject

Begijnhofkerk Sint-Catharina

bouwkundig element
ID
47015
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47015

Juridische gevolgen

Beschrijving

Georiënteerde, laatgotische pseudobasiliek van 1599-1614, centraal gelegen op het deels omhaagde voormalige kerkhof, aan de zuidzijde afgesloten door gietijzeren hekken.

HISTORIEK

Bouwwerken in 1599 (zie inscriptie zuidgevel) gestart met de oprichting van koor en transept en in de oksels een "scholierenkoor" (noorden) en een sacristie (zuiden). Schip en zijbeuken voltooid in 1614 (zie jaarankers). In 1655 aanbouw van een west-portaal en vergroting van het scholierenkoor (zie .. 55 in gesinterde steen in oostgevel). Aanbouwen van zuidoostelijk gelegen bergplaats in 1721 en ten slotte omvormen van het scholierenkoor tot grote sacristie tussen 1780 en 1787.

Verdere herstellingswerken zoals in de 18de en 19de eeuw aanpassen van de vensters en verwijderen van monelen en venstertraceringen. Bij de neogotische herinrichting van het interieur in 1874 kregen de -in de 18de eeuw deels gedichte- koorvensters hun uitzicht met gotische tracering; het neogotisch spitsboogvenster van de westgevel klimt op tot 1932. De zuidelijke transeptgevel werd in 1884 verbouwd van trap- tot tuitgevel. Restauratie naar ontwerp van P.J. Taeymans in 1899. Vooronderzoek voor restauratie onder leiding van P. Bellemans en R. Steenmeyer in 1997-1998.

Verankerde bak- en zandsteenbouw met ritmerende steunberen onder geknikt zadeldak van bitumen, aandaken en octogonale houten dakruiter (1754-1756) met open klokkenkamer onder leien peervormige bekroning. Rondboog- (schip en transept) en spitsboogvensters in bakstenen omlijsting op doorlopende waterlijst. Veelvuldige sporen van de diverse bouwfasen, veranderings- en herstellingswerken (bouwnaden, gedichte muuropeningen, resten van bepleistering).

Kerk opgetrokken met recuperatiematerialen van het vroegere noordelijk gelegen begijnhof buiten de stad: baksteen en witte natuursteen (Gobertange en sporadisch Balegemse zandsteen) voor plint, speklagen en dekstenen, sporadische verwerking van ijzerzandsteen in de plint; 19de-eeuwse en 20ste-eeuwse herstellingen in Euville (onder andere vensterdorpels, dekstenen en waterlijsten).

Volgens het materieel-technisch onderzoek waren de buitengevels omwille van het onregelmatige recuperatiemateriaal aanvankelijk voorzien van een afwerkingslaag. Het bakstenen parement had een rode beschildering met ingesneden voegen en ook de zandstenen elementen (plint, omlijstingen en speklagen) hadden een steenkleurige bepleistering met fijne imitatievoegen; op dezelfde manier werden omwille van de homogeniteit met het later gebouwde schip imitatiespeklagen tussen plint en vensterdorpels van koor en kruisbeuk aangebracht. Vermoedelijk werden in de vensteromlijstingen met de rood beschilderde baksteen alternerende imitatieblokken aangebracht en kregen ook de waarschijnlijk bakstenen monelen en het maaswerk van de vensters een natuursteenkleurige afwerking. Hoe lang deze buitenafwerking werd onderhouden kon niet achterhaald worden, maar op de bouwonderdelen van 1655 werden geen sporen aangetroffen van dergelijke afwerkingslaag. Volgens oude documenten werden westgevel en portaal vanaf de 18de eeuw tot einde 19de eeuw volledig bepleisterd en gekalkt, terwijl een foto van vóór 1891 toont dat de vensters een gekalkte bandomlijsting hadden. Dit uitzicht wijzigde bij de restauratie van einde 19de eeuw, toen opnieuw bepleisterde imitatiespeklagen werden aangebracht en de vensteromlijstingen een geblokte omlijsting kregen met bepleisterde imitatieblokken in contrast met de baksteen. Hoewel bij deze restauratie de roodschildering van het baksteenparement niet werd hernomen, werden hier en daar onregelmatigheden in het metselwerk gecamoufleerd met imitatiebaksteenbeschildering (westgevel schip, top zuid-transeptgevel en dagkanten koorvensters).

BESCHRIJVING

De plattegrond ontvouwt een uitspringend vierkant portaal, een driebeukig schip van vier traveeën, transept van één travee, koor van twee rechte traveeën met driezijdige sluiting, sacristieën in kooroksels en aansluitende bergplaats aan zuidzijde. Westelijke tuitgevel op schouderstukken doorbroken door neogotisch spitsboogvenster (1932) met monelen en traceringen van Euvillesteen in gecementeerde omlijsting onder jaarankers "1614". Onder het venster sporen van het vroeger grotere venster. Uitspringend portaal van 1655, trapgevel met overhoeks topstuk en bolornament, korfboogpoort in geprofileerde zandstenen omlijsting onder 19de-eeuws korfboogvenster met ijzeren roeden, platte lagen van gesinterde steen. Rondboogdeuren in zandstenen omlijsting in zijgevels.

Getrapte noordelijke transeptgevel met overhoeks topstuk, sacristie met gelijkaardige noordgevel met gedicht spitsboogvenster en - evenals aan oostzijde - bouwnaden en deels gesinterde ontlastingsbogen van de gedichte rechthoekige vensters van het vroegere "pakhuis" onder het scholierenkoor, een soort doksaal voor de begijnen-zangeressen (zogenaamde scholieren) dat met een houten hekwerk uitgaf op het priesterkoor. Oostgevel met rechthoekige, beluikt 18de-eeuws venster in hardstenen omlijsting met rechts "..55" van gesinterde steen als referentie aan het verbouwingsjaar 1655. In het koor spitsboogvensters met natuurstenen neogotische tracering (1874).

Zuidelijke transeptgevel met tuitgevel 1884) en aansluitend lessenaarsdakje ter bescherming van de muurschildering "Christus op de olijfberg" van C. Fimmers van 1958, mogelijk aangebracht ter vervanging van een oudere afbeelding (zie archivalia en 18de-eeuwse lithografie). In zuidoostelijke kooroksel: L-vormige "kleine" sacristie met rechthoekig betralied venster en aansluitend een lage gesloten bergplaats (1721) onder half-schilddak (bitumen) op geprofileerde houten modillons. Boven de verhoogde rechthoekige sacristiedeur smalle rechthoekige nis en zandstenen gevelsteen met insciptie "IHS/1599". Tegen de zuidwestelijke hoektravee: vierkant aanbouwsel met "Christus op de koude steen" opklimmend tot begin 18de eeuw (zie afbeelding uit 1720) en hersteld in de 19de eeuw (zie gebruik Euvillesteen). Natuurstenen plint waarop bepleisterde en beschilderde lisenen en gebuikte, beschilderde houten zuiltjes onder afgewolfde bedaking (bitumen) op houten modillons. Gepolychromeerd houten beeld uit begin 18de eeuw met loden mantel van 1899, gerestaureerd in 1998-1999 en (voorlopig) ondergebracht in het Begijnhofmuseum (zie nummer 13).

Voormalig kerkhof met pomp en een enkele bewaarde grafsteen tegen het koor. Afsluitend neogotisch hek met twee poorten uitgevoerd door de ijzergieterij A. Van Aerschot in 1879 en 1886. Onderaan brede decoratieve band met vierpasmotieven waarop spijlen uitlopend op een puntig blad en op regelmatige afstand telkens twee zuiltjes met knopkapiteel verbonden door een rondboogje met bekronend kruis waarin symbolen refererend aan de dood: weegschaal, gedoofde toorts, gekruiste zeisen en gevleugelde zandloper.

Interieur

Bepleisterd en beschilderd interieur met spitsboogarcade op zuilen met plaasteren koolbladkapitelen, in 1874 aangebracht ter verrijking van de bij de Kempische gotiek gebruikelijke eenvoudige kapitelen. Beschilderde houten tongewelven, zuidelijke sacristie met stenen kruisgewelf. Koor en kruising met neogotische decoratieve olieverfschilderingen door J. Van Aerschot en zonen van 1874: arma Christi (gewelf), genadestoel (noordelijke koormuur), annunciatie (zuidelijke koormuur) en tetramorf (zwikken van de kruising) omgeven door een decor van neogotische florale en geometrische motieven. Kruisbeuk en schip met cementbepleistering (1932) en een beschildering in imitatie-natuursteen: simili-ijzerzandsteen voor de plinten en imitatie witte steen voor de muren en de zuilen.

Mobilair

Schilderijen grotendeels bewaard in het begijnhofmuseum. Diverse gepolychromeerde houten beelden uit de 16de tot de 19de eeuw: Calvarie (16de eeuw), Piëta (eerste helft 17de eeuw), Heilige Antonius van Padua (18de eeuw), Sint-Franciscus (18de eeuw), Heilige Familie en Heilige Begga (19de eeuw).

Meubilair Hoofdaltaar van marmer en albast van 1889 door P. Peters, koperen bekroning door J. Van Rijswijck en tabernakel in edelsmeedwerk. Zijaltaren: gemarmerde houten portiekaltaren (17de eeuw), in de 19de eeuw verbouwd en meermaals overschilderd. Twee koorbanken, vermoedelijk opklimmend tot 1670-1673, mogelijk van schrijnwerker J. Verbuecken en het Antwerpse beeldhouwersatelier van de familie Verbruggen. Communiebank van 1664-1667 door J. Van Tendelo. Eiken preekstoel van 1680 door J. Verbuecken en Peeter Verbruggen. Eiken biechtstoel, gedateerd "Anno 1634" in kleine sacristie, voorts in transept herhaaldelijk aangepaste biechtstoelen, voornamelijk vervaardigd van eik, aan noordkant biechtstoel uit begin 19de eeuw naar model van de vermoedelijk in 1784 aangekochte biechtstoel aan de zuidkant.

Glasramen in koor van 1874 door L. Pluys naar ontwerp van E. Dujardin, in transept van circa 1888-1890 door G. Jaminé.

  • COOLS J., DEKONINCK L., VAN DIJCK L. & VAN LANGENDONCK L., Bouwhistorisch en materieel-technisch vooronderzoek van de Sint-Catharinakerk op het Begijnhof te Herentals, onuitgegeven eindrapport o.l.v. P. Bellemans en R. Steenmeijer, Bonheiden, 1998.

Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Herentals, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Begijnhof van Herentals


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Begijnhofkerk Sint-Catharina [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47015 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.