In kern traditioneel diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een schilddak (nok loodrecht op de straat, leien), dat minstens opklimt tot de 17de eeuw. Het pand oorspronkelijk met een trapgevel, werd volgens de bouwaanvraag uit 1850 door Charles Pittoors in neoclassicistische stijl aangepast met een lijstgevel. Daarbij verdween de tweeledige geveltop van 8 treden, geopend door een rechthoekig drielicht met lager middenluik en een luikgat. Uit het bouwdossier vallen ontwerpen noch aannemer af te leiden. De gevelordonnantie was al vroeger in de 19de eeuw aangepast.

De bepleisterde en beschilderde lijstgevel is vermoedelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Verkleinende registers van rechthoekige bovenvensters, vroegere kruiskozijnen, op cordonvormende lekdrempels uit blauwe hardsteen. Van het klassieke hoofdgestel uit 1850 rest de houten kroonlijst op klossen. De begane grond, in 1885 aangepast met een klassieke, houten winkelpui, is volledig verbouwd.