Winkelhuis in neoclassicistische stijl op de hoek van Wolstraat en Coppenolstraat, gebouwd naar een ontwerp door de architect Hendrik Krekel uit 1890. Opdrachtgever was de jeneverstoker Jules Meeûs (1843-1909), echtgenoot van barones Emma de Vicq de Cumptich (1839-1917). Hij was zijn grootvader Jean Meeùs (1784-1849) en zijn vader Ferdinand Meeùs (1814-1890) opgevolgd aan het hoofd van stokerij Het Anker, een bedrijf dat opklom tot in 1753 en werd ontbonden in 1904. Voor de nieuwbouw werd een traditioneel hoekpand gesloopt, dat minstens opklom tot de 17de eeuw, en in 1868 door Ferdinand Meeùs was verbouwd. Het Onze-Lieve-Vrouwebeeld uit 1787 dat tegen de hoek aanleunde, werd herplaatst. Het project omvatte ook de verbouwing of heropbouw van het aanpalende Coppenolstraat 17, waarvan de gevel nog sporen draagt van de traditionele kern, die al in 1847 door Ferdinand Meeùs was aangepast.
Hendrik Krekel was in Antwerpen als architect actief van de late jaren 1870 tot de Eerste Wereldoorlog. Bijzonder productief realiseerde hij een 150-tal bouwprojecten voor één of meerdere nieuwbouwwoningen, verspreid over de binnenstad en de 19de-eeuwse gordel, met een grote concentratie in de wijk Zuid. Het conventionele neoclassicisme dat hij daarbij doorgaans beoefende, wisselde hij af met ontwerpen in neo-Vlaamserenaissance-stijl. In de nieuw aangelegde Nationalestraat realiseerde hij tussen 1880 en 1898 in totaal een vijftiental bouwprojecten, waaronder markante hoekhuizen als “Nationale Leeuw” en "In den Zoeten Inval".
Hoekhuis van twee bij twee traveeën en drie bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen). De oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde lijstgevel, waarvan het baksteenmetselwerk al vóór 1975 werd gedecapeerd, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door waterlijsten, wordt de opstand verticaal geritmeerd door vlakke pilasters. Een klassieke houten winkelpui met zijportaal en eenzelfde winkelraam markeren de begane grond, samengesteld uit bewerkte pilasters en een entablement met voluutconsoles, vanaf een hardstenen lekdrempel. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen met een hardstenen lekdrempel, en oorspronkelijk geprofileerde dagkanten en een onderdorpel. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst en tandlijst vormt de gevelbeëindiging.
Tegen de hoek: Onze-Lieve-Vrouwebeeld, genaamd "de Geboorte der Allerhoogste Maegd ende Moeder Gods Maria". Zoals het chronogram op de sokkel vermeldt werd het beeld hier minstens opgericht in 1744. Het huidige, laatbarokke beeld uit natuursteen, waarvan de maker niet gekend is, dateert uit 1787. Het werd in 1797 opgeborgen en in 1814 herplaatst. Na een eerste restauratie door de Stad Antwerpen in 1980, kregen het beeld, de sokkel en het baldakijn opnieuw een conserverende behandeling door Dirk Lenaerts in 2006. De gekroonde Madonna met het Kind op de rechterarm, monochroom beschilderd in steenkleur, rust op een barokke sokkel. Versierd met acanthusblad en gevleugelde engelenhoofdjes, draagt deze het chronogram: “ILLUXIt MUnDo eXUrgIte CIVes” (Hij bracht licht in de wereld, sta dan op, burgers, 1744). Een vergulde stralenkrans boven de Madonna draagt een zinnebeeldige duif. Het geheel wordt beschermd door een halfrond baldakijn met consoles vergulde siervazen en rankwerk, dat markant wordt bekroond door een verguld Mariamonogram in een stralenkrans.
- Stadsarchief Antwerpen bouwdossiers 1890#1397, 1868#121 en 1847#484.