Complex van gebouwen met een traditionele kern gegroepeerd rond twee binnenplaatsen, die minstens opklimmen tot de 17de eeuw. Zij huisvestten de godshuizen Gesticht L.J.J. Somers en Isenbaert-De Boey respectievelijk opgericht in 1895 en 1928.
Het Gesticht L.J.J. Somers met eenentwintig plaatsen voor echtparen en twee voor vrouwen, werd in 1895 opgericht door het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen, naar aanleiding van een gift door de koopman Louis Jean Joseph Somers (Berchem,1823-Antwerpen,1895). Deze liet bij testament twee huizen na in de Wolstraat op voorwaarde dat er een liefdadige instelling werd gevestigd. Het Godshuis Isenbaert-De Boey, bestemd voor voor zes vrouwen en negen echtparen, werd opgericht door de Commissie van Openbare Onderstand in 1928, na aankoop van het aanpalende hotel Ommeganck, later Mathot, met bijgebouwen in de Coppenolstraat. De naam van het godshuis verwijst naar de weduwe Isenbaert-De Boey, van wie de Commissie in 1914 een belangrijke schenking had ontvangen. Beide instellingen werden vervolgens samengevoegd tot één geheel.
Voorname rijwoning met dubbelhuisopstand in neoclassicistische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1845 opgetrokken in opdracht van de heer Jongeneelen-Somers. Het betrof vermoedelijk de verbouwing van twee vroegere diephuizen met een traditionele, minstens 17de-eeuwse kern Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Het gebouw omvat vijf traveeën en drie bouwlagen onder parallelle schilddaken (nok loodrecht op de straat, pannen en leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met op de begane grond schijnvoegen die uitstralen boven de vensters, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door de puilijst en axiaal-symmetrisch van opzet, wordt de middenas gemarkeerd door de rechthoekige koetspoort. De geprofileerde, hardstenen omlijsting met neuten, wordt bekroond door een fries met de inscriptie: “GESTICHT L.J.J. SOMERS” en een gestrekte waterlijst. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters. De bovenvensters zijn gevat in geriemde omlijstingen, op de bel-etage vanaf de puilijst, voorzien van gietijzeren parapetten met een meanderpatroon, en in de middenas geaccentueerd door een gestrekte waterlijst. Op de lagere tweede verdieping onderscheiden de vensters zich door lekdrempels op voluutconsoles. Een klassiek hoofdgestel samengesteld uit een gelede architraaf, een vlakke fries en een houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de poort met radiale waaiers en de vensters is bewaard, evenals de gebogen, smeedijzeren traliehekken van de pui.
Bepleisterde en beschilderde achtergevel van drie traveeën en drie bouwlagen, geopend door rechthoekige vensters met lekdrempels op consoles op de eerste en paneelwerk op de tweede verdieping. Beglaasde vleugeldeur met metalen roeden.
Het hoofdgebouw word links geflankeerd door een diephuis met traditionele, minstens 17de-eeuwse kern, dat in de eerste helft van de 19de eeuw in neoclassicistische stijl werd aangepast met een lijstgevel. Het maakte deel uit van de schenking Somers, en werd in 1896 door het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen met het hoofdgebouw verbonden, onder meer door het aanpassen van de pui. Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat het pand drie bouwlagen onder een afgesnuit zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen). Gedecapeerde lijstgevel met verkleinende registers van rechthoekige vensters op individuele en cordonvormende lekdrempels, en een hardstenen, vroegere deuromlijsting. Achtergevel: puntgevel met aandak.
Het hoofdgebouw vormt de zuidzijde van een eerste, vierkante binnenplaats, die ten noorden toegang biedt tot een tweede, rechthoekige binnenplaats. Beide binnenplaatsen worden omringd door in 1922 ingrijpend gerestaureerde vleugels in traditionele bak- en zandsteenstijl van twee bouwlagen onder leien zadeldaken. De opstanden rusten op een kwarthol geprofileerde natuurstenen sokkel, zijn gemarkeerd door waterlijsten, speklagen, steigergaten en een geprofileerde daklijst, en verankerd door smeedijzeren muurankers waaronder met gekrulde spie. Registers van gereconstueerde kruiskozijnen met kwarthol geprofileerde negblokken, druiplijsten en glas-in-loodramen.
Eerste binnenplaats. De westvleugel van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak, wordt bekroond door twee getrapte dakkapellen uit witte natuursteen, van drie treden met een overhoeks topstuk. Op de begane grond, een drielichtskozijn in de eerste travee, en toegangsdeuren in de tweede en vijfde travee. De eerste heeft een gestrekt middenkalf op korbelen en een gedeeld bovenlicht, de tweede is getoogd met een spiegelboogige waterlijst op consoles. Achter deze vleugel strekt zich een parallelle vleugel met puntgevel uit, die paalt aan de vroegere binnenplaats van het hotel Ommeganck. Een doorlopende rondboogarcade uit de 17de eeuw markeert de noord- en oostzijde van de binnenplaats. Uitgevoerd in blauwe hardsteen, is deze samengesteld uit geprofileerde archivolten met diamantsluitsteen op zes Toscaanse zuilen.
De noordvleugel van twee traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak, wordt geopend door drielichtskozijnen, en een rondboogdoorgang met een geprofileerde waterlijst op gestrekte uiteinden.
Tweede binnenplaats. Het westelijk deel dat behoorde tot het Godshuis Isenbaert-De Boey, werd tot 1928 door een muur gescheiden en het oostelijk deel van het Gesticht L.J.J Somers.
In de zuidvleugel wordt de rondboogdoorgang gemarkeerd door een geprofileerde, natuurstenen waterlijst op een gestrekt uiteinde en een console. De flankerende trapgevel van drie traveeën en twee bouwlagen, hoort bij de westvleugel van de eerste binnenplaats. Deze heeft een geveltop van negen treden, met een bekroning en overhoeks topstuk uit natuursteen, De tweeledige top wordt in het eerste register geopend door een rechthoekig drielicht, waarvan het lagere middenluik zich onderscheidt door een latei op korbelen. Een rechthoekig luik met druiplijst en een hijsbalk doorbreken de topgeleding. Hierbij sluit een bepleisterde en beschilderde lijstgevel aan, van vier traveeën en drie bouwlagen, met rechthoekige vensters op lekdrempels en een kroonlijst. Het betreft een 19de-eeuwse aanpassing van een oude kern.
De oostvleugel telt vier ongelijke traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak met afgewolfde dakkapellen. In derde travee, rondboogdeur met een sluitsteen en waterlijst op gestrekte uiteinden, bekroond door een ovaal bovenlicht.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Gesticht L.J.J. Somers en Godshuis Isenbaert-De Boey [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298954 (geraadpleegd op ).
In 1928 samengevoegde godshuizen Isenbaerth en L.J.J. Somers. Godshuis Isenbaerth-De Boey, opgericht in de eerste helft van de 20ste eeuw voor zes vrouwen en negen echtparen, gevestigd in de gewezen woning Mathot. Instituut Somers met eenentwintig plaatsen voor echtparen en twee voor vrouwen, werd in 1895 opgericht door een gift van koopman Louis Jan Joseph Somers (1823-95) (L. J. J. Somers liet aan de stad twee huizen in de Wolstraat na, op voorwaarde dat er een liefdadige instelling werd gevestigd). Ongelukkige restauratie in 1992: wordt heden opgeknapt.
Dubbelhuis in neoclassicistische stijl (tweede kwart van de 19de eeuw) met lijstgevel van vijf traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak. Bepleisterd en beschilderd parement met arduinen sokkel en omlijstingen. Op eerste geleding imitatiebanden uitstralend boven de getraliede vensters, doorlopende platte puilijst. Rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met een ijzeren leuning op de tweede bouwlaag; middentravee geaccentueerd boven een gestrekte druiplijst. Op lagere bovenverdieping gelijksoortige vensters met lekdrempels op consoles. Bekronend hoofdgestel en gekorniste kordonlijst op klossen. Rechthoekige poort gevat in een licht geprofileerde arduinen omlijsting op neuten; hierboven opschrift "Gesticht L.J.J. Somers".
Achtergevel van drie bouwlagen en drie traveeën met bepleisterd en beschilderd parement, rechthoekige vensters met lekdrempels op consoles op de tweede bouwlaag en met paneelwerk op de bovenverdieping. Beglaasde vleugeldeur met metalen roeden. De achtergevel vormt de zuidgevel van een eerste vierkante binnenplaats, ten noorden hiervan ligt een tweede rechthoekige binnenplaats. Beide binnenplaatsen worden omringd door sterk vernieuwde gebouwen in traditionele bak- en zandsteenstijl van twee bouwlagen op een afgeschuinde natuurstenen plint, gemarkeerd door waterlijsten en doorlopende natuurstenen banden; steigergaten en muurankers. Gerestaureerde stenen kruiskozijnen in een zandstenen omlijsting met uitspringende boven- en tussendorpels en glas-in-lood-raam.
Eerste binnenplaats met aan westzijde een lijstgevel van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met twee getrapte dakkapellen van natuursteen. Begane grond met drielichtskozijn in eerste travee. Toegangsdeuren in tweede en vijfde travee, respectievelijk deur met recht middenkalf op consoles en dubbel bovenlicht en een segmentboogdeur met spiegelboogvormige waterlijst op consoles. In deze vleugel oude, eertijds met glas overdekte, binnenplaats, gelegen op het einde van een nu afgesloten brede gang (Wolstraat nummer 25-29): op begane grond een doorlopende galerij aan noordzijde en westzijde: arduinen geprofileerde rondbogen met diamantsluitsteen neerkomend op zes Toscaanse zuilen (17de eeuw).
In verlengde van de zuidgevel van de binnenkoer: bewaarde achtergevel van de oude woning (Wolstraat nummer 31) in een kleine, smalle gang van de westvleugel, bepleisterde en beschilderde puntgevel op schouderstukken (17de eeuw) van drie traveeën en twee verdiepingen; recente muuropeningen, in top nog oorspronkelijke rechthoekige vensters tussen verweerde waterlijsten.
Noordzijde van binnenplaats: lijstgevel van twee traveeën, met drielichtskozijnen in tweede travee Eerste travee met rondboogdoorgang omgeven door een geprofileerde waterlijst op gestrekte uiteinden.
Via deze doorgang komt men op een tweede binnenplaats waarvan eertijds het westelijk deel behoorde tot het godshuis Isenbaerth-De Boey en het oostelijk deel tot het Gesticht L.J.J Somers; beide delen waren tot 1928 van elkaar gescheiden door een muur.
Aan zuidzijde, naast rondboogpoort met geprofileerde natuurstenen waterlijst, links eindigend op een gestrekt uiteinde rechts neerkomend op een console, achterhuis van drie traveeën en twee verdiepingen met trapgevel van tien traveeën met overhoeks topstuk en top van natuursteen. In top rechthoekig luik met natuurstenen latei op consoles, flankerende rechthoekige vensters; hogerop kleiner rechthoekig luik met geprofileerde bovendorpel onder een takelsysteem.
Ten westen van de trapgevel, achtergevel van het godshuis Isenbaerth-De Boey, lijstgevel- van vier traveeën en drie bouwlagen met bepleisterd en beschilderd parement; rechthoekige vensters met lekdrempels op tweede en derde bouwlaag, gekorniste kroonlijst (19de eeuw, aanpassing van oude kern).
Oostvleugel van deze binnenplaats met lijstgevel van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien) met afgewolfde dakkapellen , onregelmatige travee-indeling met op begane grond rondboogdeur met sluitsteen in derde travee, omgeven door een geprofileerde zandstenen waterlijst op gestrekte uiteinden, bekronend ovaal bovenlicht.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Gesticht L.J.J. Somers en Godshuis Isenbaert-De Boey [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4718 (geraadpleegd op ).