Traditioneel diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), uit de tweede helft van de 16de of de 17de eeuw. De estaminet-uitbater Pierre L. Bosmans liet in 1873 de lekdrempel van de puivensters aanbrengen. In opdracht van Henri Hensdael werd de pui in 1925 tot de huidige enkelhuisopstand aangepast, de bovenbouw in 1926 door meester-stukadoor Jan P. Van den Eynden gedecapeerd en vervolgens opnieuw gecementeerd.
De tuitgevel, een aangepaste trapgevel, is vermoedelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers waaronder met gekrulde spie. Ongeprofileerde posten uit blauwe hardsteen, mogelijk uit de vroege 19de eeuw, vormen de pui met zijportaal. De ordonnantie van de eerste verdieping is in de vroege 19de eeuw herleid van drie naar twee traveeën. Rechthoekige vensters met lekdrempel en onderdorpel vervangen de vroegere, gekoppelde kruiskozijnen. Op de tweede verdieping bleef het register van gekoppelde kruiskozijnen met kwarthol geprofileerde dagkanten wel behouden; enkel van het middenkozijn zijn de kruismonelen verwijderd. Het rechthoekige luik met een latei op korbelen in de geveltop, is mogelijk het lagere middenluik van een drielicht, waarvan den zijlichten werden gedicht. Achtergevel: puntgevel met aandak.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1873#787, 1925#20638 en 1926#23820.