Traditioneel diephuis genaamd “de Fyolette”, van vier traveeën en vier bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien), uit de tweede helft van de 16de of de 17de eeuw. In 1836 paste de schrijnwerker Pierre Van Geldorp de trapgevel aan, door het verwijderen van de monelen van de kruis- en bolkozijnen en het toevoegen van lekdrempels. Oorspronkelijk bestond de onderbouw uit een hoge pui met insteekverdieping. In opdracht van G. Willemen verbouwde de architect Hendrik Krekel in 1894 de begane grond tot een klassieke houten winkelpii met een fronton boven het middenportaal. De trapgevel werd gerestaureerd als onderdeel van het woonproject “De Zeven Schaken” op de hoek van Zilversmidstraat en Braderijstraat, naar een ontwerp door de architecten Driesen, Meersman en Thomaes uit 1999, uitgevoerd vanaf 2000. De werken betroffen het decaperen, herstellen en aanvullen van het zandsteenparement.

De trapgevel van negen treden met een overhoeks topstuk, opgetrokken uit zandsteen, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie, beantwoordt aan een skeletstructuur. Van de verlaagde pui en insteekverdieping, oorspronkelijk met bolkozijnen, bleven de geprofileerde posten bewaard, deels uit blauwe hardsteen, deels uit zandsteen. Registers van gekoppelde, vroegere kruiskozijnen met behouden kwarthol geprofileerde posten, en toegevoegde, cordonvormende, hardstenen lekdrempels, vormen de twee bovenverdiepingen. De tweeledige geveltop wordt in het eerste registers geopend door een rechthoekig drielicht met kwartholle posten en negblokken, op een doorgetrokken, hardstenen lekdrempel. Een rechthoekig luik met kwartholle negblokken doorbreekt de topgeleding.