Twee traditionele diephuizen genaamd "Grote Haze" en "Haesken" uit de tweede helft van de 16de eeuw, samengevoegd en verbouwd tussen 1582 en 1597. Aanvankelijk "Gulden Haze" genaamd, is het pand later ook bekend onder de naam "Moriaenshooft". In opdracht van de wijnkoopman J.-C. Devries, verbouwde de schrijnwerker Pierre Joseph De Hert in 1839 de dubbele trapgevel met een renaissance- of barokpoortje in de middenas, tot de huidige, neoclassicistische lijstgevel met een koetspoort. De twee trapgevels van ongelijke breedte in bak- en zandsteenbouw vanaf een geprofileerde sokkel, telden respectievelijk zes en vijf treden, gemarkeerd door overhoekse fioelen en topstukken. De drielichten in het eerste register van de tweeledige geveltoppen bestonden uit een lager middenluik met gedeeld bovenlicht, tussen kruis- of kloosterkozijnen. Het vermoedelijk hardstenen rondboogpoortje met neuten, imposten, een geprofileerde archivolt, sluitsteen en panelen in de zwikken, was afgewerkt met een fries en een gestrekte, gekorniste waterlijst.
Rijwoning met dubbelhuisopstand van vijf traveeën en drie bouwlagen onder parallelle, afgesnuite zadeldaken (nok loodrecht op de straat, leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Axiaal van opzet, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit verkleinende registers van rechthoekige vensters. Deze worden op de bovenverdiepingen geaccentueerd door gietijzeren parapetten en hardstenen lekdrempels met gegroefde voluutconsoles. Op begane grond en eerste verdieping bleven de kwarthol geprofileerde negblokken van de vroegere kruiskozijnen bewaard. De rechthoekige koetspoort is gevat een geprofileerde omlijsting met bewerkte pilasters, en bekroond door een balkon op gegroefde voluutconsoles, het geheel uitgevoerd in blauwe hardsteen. Fraaie, smeedijzeren balkonborstwering uit 1839, met een patroon van ruiten, kruisende pijlen en rozetten. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. Houten vleugeldeur uit 1839, met diamantkoppanelen, een gecanneleerde makelaar en een ijzeren tracering met diagonaal patroon in het bovenlicht; houten vensterschrijnwerk.
Achtergevels: puntgevels, vermoedelijk opgetrokken in bak- en zandsteenbouw. Bij het linker pand sluit een achterbouw aan in traditionele bak- en zandsteenbouw aan, die de oostzijde van de binnenplaats beslaat. Deze constructie van zes traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), wordt bekroond door twee dakvensters.
Bij de renovatie van het pand tot wooncomplex omstreeks 1985, werd op de eerste verdieping in de voorkamer van het linker pand een balkenzoldering met een sjabloonbeschildering in renaissancestijl aangetroffen. Deze strekt zich uit over de kinderbalken en het spreidsel, en is te dateren in de late 16de of de vroege 17de eeuw. De balkenlaag werd niet in situ bewaard, maar in een andere samenstelling geïntegreerd in de inkomhal van het complex.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Gulden Haze [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298974 (geraadpleegd op ).
Samenstel van twee diephuizen onder afgewolfde zadeldaken (of schilddaken?), in kern opklimmend tot de 17de eeuw (?) (zie bak- en zandsteenbouw onder afvallende bepleistering).
Bepleisterde lijstgevel van vijf traveeën en drie bouwlagen op geprofileerde arduinen plint, in laat-classicistische stijl van het eerste kwart van de 19de eeuw. Rechthoekige vensters met kwartholle neggen (zandstenen neggen?); arduinen lekdrempels van de bovenbouw op gegroefde consoles; gietijzeren leuningen. Kordon onder kroonlijst op klossen. Rechthoekige deuromlijsting van arduin met licht geprofileerd beloop, op neuten, bekroond door druiplijst op consoles waarop smeedijzeren balkonleuning met empiremotieven (pijl, laurierkrans); vleugeldeur met paneelwerk en getraceerd bovenlicht.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Gulden Haze [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4745 (geraadpleegd op ).