is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Pieter
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Pieter: toren
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Kasteel de Borrekens met omgeving
Deze bescherming is geldig sinds
Georiënteerde hallenkerk met ingebouwde westtoren in Kempische baksteengotiek. Ten zuidoosten: monument voor de volksgenezeres Mie Broos (1839-1927), opgericht in 1989.
Geschiedkundige gegevens betreffende de stichting van de parochie konden tot op heden niet achterhaald worden. Vorselaar wordt voor 't eerst vermeld in 1123 toen de bisschop van Kamerijk de Sint-Pietersparochie, die oorspronkelijk ook Poederlee en Lille bevatte, schonk aan het kapittel van Kamerijk; bijgevolg moet er toen reeds een kerk bestaan hebben; hiervan zijn evenwel geen zichtbare sporen in de huidige kerk weer te vinden. Het oudste gedeelte van de huidige kerk, met name de toren, vertoont duidelijk twee onderscheiden bouwperiodes: het benedengedeelte dateert mogelijk uit de 13de-14de eeuw en zou opgetrokken zijn uit ijzerzandsteen met een bakstenen parement van 1631, het jaar waarin de kerk met uitzondering van de toren herbouwd werd.
De verhoging van de toren met een klokkenverdieping werd waarschijnlijk rond dezelfde tijd uitgevoerd; de jaartallen aangehaald door de literatuurbronnen liggen in de periode 1610-1637. De spits zou hersteld zijn in 1761, jaartal dat terug te vinden is in het chronogram boven de deur. Volgens het jaartal 1757 in een vensteromlijsting in de sacristie en 1760 in de deuromlijsting in het noordelijk aanbouwsel, moeten er in deze periode ook nog andere werken zijn uitgevoerd. De hoge brede zijbeuken met (vroeg)neogotisch uitzicht werden opgetrokken naar ontwerp van P. Van Regemorter, van 1838; bouw aangevat in 1839, ingetekend op het kadaster in 1840. De bouwchronologie wordt trouwens uitstekend geïllustreerd door het verschillende baksteenkoloriet. In de loop van 1998-1999 werden herstellingswerken uitgevoerd naar ontwerp van architectenbureau P. Gevers.
De huidige plattegrond vertoont een driebeukig schip van vier traveeën met ingebouwde westtoren en een iets lager koor van twee rechte traveeën driezijdige sluiting tussen annexen. Het geheel werd opgetrokken uit baksteen onder drie parallelle zadeldaken (nok loodrecht op de straat, leien). Ingebouwde, vierkante westtoren van drie, veelvuldig verankerde geledingen onder ingesnoerde naaldspits met uivormige bekroning.
Vrij gesloten uitzicht met 18de-eeuwse schouderboogpoort in deels geblokte omlijsting van arduin, voorzien van onduidelijke steenkapperstekens, het jaartal 1785 (verwijzend naar het jaar waarin de schouderboogpoort werd aangebracht) en opschrift "geen honden binnen gods tempel". Hogerop rondboognis met Sint-Pieter (Jaak Van der Neer, 1780), chronogram "DUM LabasCo sIC restaUror" (1761, verwijzend naar de hoger aangehaalde herstellingswerken) en vermelding "ideo restaurata 1907", verwijzend naar de toenmalige restauratiewerken aan de toren; bekronende eenvoudige oculus. Bovenste geleding gemarkeerd door rijzige arkeltorentjes met natuurstenen hoekblokken en gekoppelde, spitsbogige galmgaten onder waterlijst.
Deels zichtbare, halfronde traptoren tegen de noordelijke zijde, die tevens gedichte spitsbogige openingen vertoont, vermoedelijk de oudere galmgaten van vóór de verhoging. Eenvoudig aandoende neogotische zijbeuken met uitzicht aansluitend bij het gotische koor: gekarakteriseerd door hoeksteunberen en spitsboogvensters met ruitvormige ijzeren roeden in bepleisterde omlijsting met doorgetrokken waterlijst; de oostelijke steunberen zijn gedeeltelijk van zandsteen; voorts bevatten de westgevels een korfboogdeurtje in zandstenen omlijsting.
Arduinen gedenkstenen in de westelijke traveeën van beide zijbeuken verwijzen naar de eerstesteenleggingen in 1839. Gotisch koor met gelijkaardig uitzicht, doch geritmeerd door versneden steunberen. Opmerkelijke band van ijzerzandsteen onderaan. Tegen de oostgevel van het koor bevindt zich een calvarie uit het begin van de 19de eeuw en ingewerkte grafstenen, ervoor grafsteen van de familie van de Werve. Ten zuiden van het koor: sacristie onder lessenaarsdak; ten noorden kleiner aanbouwsel met rechthoekige deur in arduinen omlijsting met jaartal 1760 en kapperstekens verwijzend naar de steenkappersfamilie Mondron.
Bepleisterd en beschilderd interieur met spitsboogarcade op eenvoudige pijlers; tongewelven met rocaille stucwerk en gordelbogen op fraaie stucconsoles.
Mobilair. Schilderijen: Kruisdood van de Heilige Petrus, altaarstuk gedateerd 1677, toegeschreven aan Jan Van Rintel; Tenhemelopneming van Maria, altaarstuk uit het tweede kwart van de 19de eeuw; Onze-Lieve-Vrouw met Kind schenkt de rozenkrans aan de Heilige Dominicus, 19de eeuw; Christus in een bloemenkrans en Onze-Lieve-Vrouw in bloemenkrans, vermoedelijk 17de eeuw.
Beeldhouwkunst: Sint-Joris bevecht de draak, oorspronkelijk gepolychromeerd hout, begin 17de eeuw, polychromie heden verwijderd; Onze-Lieve-Vrouw met Kind (van Sassenhout), gepolychromeerd hout, eerste helft 17de eeuw; Onze-Lieve-Vrouw met Kind omringd door engelen, midden 18de eeuw, hout; beeldengroep Anna leert Maria lezen, eerste helft 19de eeuw, geschilderd hout; Heilige apostel Petrus, gepolychromeerd hout, en Jezus aan het kruis, eik, beide eerste helft 19de eeuw; Doop van Jezus, reliëf getekend en gedateerd Cornelis Marckx, 1762, ijzerplaat.
Meubilair: barok hoofdaltaar door Artus Adriaensen, gemarmerd hout, 1676, vernieuwd het tweede kwart van de 19de eeuw; noordelijk portiekaltaar toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, gemarmerd hout, tweede kwart van de 19de eeuw; zuidelijk portiekaltaar toegewijd aan Sint-Jozef, gemarmerd hout, tweede kwart van de 19de eeuw. Eiken koorgestoelte met neoclassicistische lambrisering voorzien van heiligenmedaillons, tweede kwart van de 19de eeuw. Eiken communiebank, tweede kwart van de 19de eeuw, dito preekstoel door Artus Adriaensen, 1676, met op de kuip symbolen der Evangelisten. Eiken biechtstoelen met hermenbeelden, 1722, toegeschreven aan Deprez; 19de-eeuwse biechtstoelen door A. Van Roey, 1871, eik. Doopvont van steen en messing, door Clerens, 1750; zuidwestelijke doopkapel afgesloten door smeedijzeren hek met passiewerktuigen, midden 18de eeuw. Diverse grafstenen, waaronder laat-gotisch arduinen reliëf van Jan van Rotselaar en echtgenote (15de eeuw). Sacristie met neoclassicistische lambrisering en wandkast.
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Herentals, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Cardijnlaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Pieter [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47534 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.