Traditioneel diephuis genaamd “Doesborch” op de hoek van Zirkstraat en Hofstraat, opgetrokken tussen 1556 en 1561. De oudste vermeldingen van een huis op dit perceel gaan terug tot 1399 en 1435, de huisnaam komt al in 1514 voor in archivalische bronnen. In 1556 werden vier aanpalende huizen op de hoek van Zirkstraat en Hofstraat, genaamd “Halve Mane”, “Ossenhoot” en “Doesborch” bij veiling verkocht aan de blauwverver Jan Manteau en de koopman Jan Spierinck. Vermoedelijk kort daarna maakten de twee panden “Doesborch” plaats voor een nieuw gebouwd hoekhuis, dat Spierinck en de erven Manteau in 1561 verkochten aan de koopman Arnout ’t Kint. Het pand kwam later achtereenvolgens in het bezit van de kramer Jan du Joy (1581), de koopman Daniel Gaillet (1617), de begijn Catharina Verjuys (1642), meerdere leden van de familie Mertens (1676), Lambertus Somme (1730) en Marcus de Pues (1757).
”Doesborch” is een traditioneel hoekhuis van het type winkelwoonhuis, met achter de handelsruimte een kelderkeuken en opkamer in split-level. De privé-inkom bevond zich oorspronkelijk ter hoogte van de centraal ingeplante spiltrap, die de bovenverdiepingen ontsloot. Mogelijk bleven bij de bouw tussen 1556 en 1561, de kelders van de twee oudere panden behouden. De latere verbouwingen van “Doesborch” zijn door bouwdossiers gedocumenteerd vanaf 1846. Dat jaar liet ‘chandelier’ Mathieu Homans de vensters van beide bovenverdiepingen vergroten en van lekdrempels voorzien. In opdracht van vermoedelijk de begrafenisondernemer L.M.J. Homans paste de timmerman Pierre Henri Janssens in 1884 drie puivensters aan tot winkelramen. In 1913 liet G. Homans door aannemer L. Sleeckx het korfboogpoortje zijde Hofstraat vervangen door een rechthoekige inkomdeur.
Omstreeks 1975, kort voor de bescherming als monument, werden de gevels van “Doesborch” gedecapeerd. In 1978 kwam het pand in het bezit van Robert Lowet de Botrange, die vervolgens de binnenwanden en balkenlagen liet ontpleisteren. Zijn project voor een ingrijpende restauratie naar een ontwerp door de architect Xavier De Cuyper uit 1979, vond geen doorgang. Datzelfde jaar werd het pand gekocht door de architect Lou Jansen en echtgenote Anita Evenepoel. Leden van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek voerden in de loop van 1984 een archeologisch onderzoek uit van de kelders en een bouwhistorisch onderzoek van de constructie. Jansen werkte in 1986-1988 een restauratieproject uit, waarmee in 2001 een bouwvergunning werd verkregen. De werken namen een aanvang in 2002 en waren grosso modo voltooid in 2008. Bij de gevelrestauratie werden enkel die onderdelen gereconstrueerd die bouwhistorisch afdoende gedocumenteerd waren, zoals de kruis- en bolkozijnen, het korfboogpoortje met driedelig bovenlicht en de overhoekse topstukken. Niet gedocumenteerde lacunes kregen een eigentijdse invulling zoals de betonnen pui, de sokkel van de kelderkeuken, het vensterschrijnwerk, een roodgelakte vensterpost op de eerste verdieping, de aluminium vensterluiken met diamantkopprofiel van de tweede verdieping, en de dakbedekking uit stalen golfplaten. Het interieur confronteert de oorspronkelijke structuur zoals de balkenlagen en dakspant, met resten van de interieurinrichting uit de eerste helft van de 19de eeuw zoals de houten slingertrap en marmeren schouwmantels, en eigentijdse componenten.
Diephuis van drie bij vier traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de Zirkstraat, staalplaten). De opstanden hebben een parement uit Balegemse zandsteen, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Oorspronkelijk vormde de pui over de eerste vier traveeën een skeletstructuur uit blauwe hardsteen, die bij de restauratie is vervangen door een constructie van posten en lateien uit glad bekist beton. Van het korfboogpoortje met kwarthol beloop in de vijfde travee, zijn de verdwenen archivolt en het drieledige bovenlicht met druiplijst gereconstrueerd. Verder bestaan de begane grond en de tweede verdieping uit registers van kruiskozijnen, en de eerste verdieping uit een register van bolkozijnen, zijde Zirkstraat gekoppeld. Deze hebben kwarthol geprofileerde posten en negblokken, druiplijsten en wigvormige ontlasting, en rusten op de bovenverdiepingen op doorgetrokken waterlijsten. De tweeledige, door een omlopende waterlijst gelede top van de trapgevel zijde Zirkstraat, telt zes treden met een schouderstuk op de hoek en een overhoeks topstuk. Het eerste register wordt geopend door een rechthoekig drielicht met kwartholle negblokken en druiplijsten, waarvan het lagere en bredere middenluik zich onderscheidt door een latei op korbelen. Een rechthoekig luik met kwartholle negblokken en druiplijsten doorbreekt de topgeleding. De zijgevel zijde Hofstraat is afgewerkt met steigergaten en een geprofileerde booglijst. Deze wordt in de voorlaatste travee onderbroken door een getrapt dakvenster van drie treden met schouderstukken en een overhoeks topstuk. Het wordt geopend door een rechthoekig luik met een latei op korbelen en een druiplijst.
Van de oorspronkelijke structuur bleven de kelders met bornput en tongewelf, de balkenlagen en de dakspant bewaard. De moerbalken met geprofileerde balksloffen rusten op witstenen consoles met een peerkraalprofiel. Belangrijke resten bleven bewaard van de oorspronkelijke, beschilderde afwerking in renaissancestijl van de balkenlagen. Houten slingertrap en marmeren schouwmantels uit de eerste helft van de 19de eeuw.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Zirkstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Doesborch [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4754 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.