Boswachterswoning, uit het laatste kwart van de 19de eeuw, ingeplant op omhaagd terrein. In 1888 ingetekend op het kadaster. Schuin ingeplant breedhuis, opgetrokken uit baksteen, onder haakse zadeldaken (Vlaamse pannen).

Bestaande uit de combinatie van een lijstgevel van vijf traveeën en een vooruitspringende tuitgevel rechts van twee traveeën. Laatstgenoemde tuitgevel wordt evenals de linker zijgevel gemarkeerd door een aandak, top- en schouderstukken en muurvlechtingen. Overigens veelvuldig gebruik van gekalkte muurbanden en gevarieerde muuropeningen waaronder rondboogdeurtjes.

Links ervan bewaarde classicistische hekkenpijlers met bekronende siervaas.