Traditioneel diephuis van vier/drie traveeën, twee bouwlagen en een insteekverdieping onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), uit de tweede helft van de 16de of de eerste helft van de 17de eeuw. De vishandelaar François Meyers liet in 1844 een houten winkelraam aanbrengen in de twee rechter traveeën van de pui, en in 1845 de dorpel van het linker puivenster verlagen. In opdracht van de Kerkfabriek van Sint-Paulus werd het pand gerestaureerd tot eengezinswoning naar een ontwerp door de architect Rutger Steenmeijer uit 2003, vergund in 2004. De gevelrestauratie bestond uit het blootleggen, heropenen en herstellen van de hardstenen pui en insteekverdieping, waarvan één post en dorpel werden gereconstrueerd. Het vóór 1975 gedecapeerde bak- en zandsteenparement van de voor- en achtergevel kregen na renovatie een kaleilaag als afwerking.
De gekaleide trapgevel van acht treden is opgetrokken in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Deze rust op een pui en insteekverdieping met een skeletstructuur uit blauwe hardsteen, waarvan de sokkel is uitgevoerd in zandsteen. De latei van het portaal in de tweede travee rust op korbelen, de rechtstanden hebben kwarthol geprofileerde dagkanten, de insteekverdieping druiplijsten en wigvormige ontlastingsstenen, een kelderluik doorbreekt de sokkel. Een register van drie gekoppelde, vroegere kruiskozijnen opent de bovenverdieping, met behouden, lateien, kwartholle posten en negblokken, en in de vroege 19de eeuw toegevoegde hardstenen lekdrempels. De tweeledige, oorspronkelijk door waterlijsten gemarkeerde geveltop, wordt in het eerste register geopend door een drielicht met kwartholle negblokken, afgevlakte druiplijsten en toegevoegde lekdrempels. Vroegere kruiskozijnen flankeren het rondboogluik met kwarthol beloop. Een rechthoekig luik met kwartholle negblokken, druiplijst en toegevoegde lekdrempel doorbreekt de topgeleding. Achtergevel: gekaleide puntgevel met muurvlechtingen in bak- en zandsteenbouw, verankerd door smeedijzeren muurankers. Kloosterkozijn en het drielicht in de top, verder aangepaste muuropeningen.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Traditioneel diephuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298985 (geraadpleegd op ).
Diephuis van vier/drie traveeën en twee verdiepingen + insteekverdieping onder zadeldak (Vlaamse pannen), daterend uit de tweede helft van de 16de eeuw of de eerste helft van de 17de eeuw doch later aangepast. Gedecapeerde (?) bak- en zandstenen trapgevel (zes treden + topstuk; herstelde treden en dekstenen) in traditionele stijl, op zandstenen plint met keldermond. Muurankers met gekrulde spie. Oorspronkelijke bolkozijnen van de insteek werden verkleind, doch behielden hun waterlijsten. Gekoppelde bovenvensters in zandstenen omlijsting; oorspronkelijke kruisen verwijderd en lekdrempels toegevoegd (19de eeuw). Rondboogvormig middenluik, destijds tussen kloosterkozijnen, in onderste topgeleding: erboven nog een rechthoekig luikgat. Winkelpui uit het eerste kwart van de 20ste eeuw (?) respecteert ordonnantie met vier traveeën. Achtergevel: puntgevel met muurvlechtingen: sporen van zandstenen omlijstingen.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Traditioneel diephuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4760 (geraadpleegd op ).