omvat de aanduiding als beschermd monument Woning De Witte Engel: houten achtergevel
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Provinciaal Domein Bokrijk
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Provinciaal Domein Bokrijk
Deze vaststelling was geldig van tot
Voorgevel met gedichte muuropeningen, overblijfsel van het huis zogenaamd "de (witte) Engel" (oorspronkelijk adres Zwartzustersstraat 10-12 in Antwerpen). In 1971 wegens bouwvalligheid gesloopt, en vervolgens in het Openluchtmuseum te Bokrijk, binnen de afdeling "Oude Stad" gereconstrueerd. Het omvat een voorgebouw, grondig verbouwd in de 19de eeuw, doch met een behouden houten achtergevel uit de 15de eeuw; een oostelijk bijgebouw met bakstenen scheimuren en een houten westgevel uit de 15de eeuw, en een bak- en zandstenen achtergebouw in traditionele stijl uit de 16de eeuw.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
De aanvang van de kelderwerken voor het pand De Witte Engel vormde de symbolische eerste steen van de Oude Stad in Bokrijk op 30 augustus 1973. Dit pand was het enige gebouw dat voor dit deel van Bokrijk integraal werd gedemonteerd en overgebracht. Het gebouw was waardevol omwille van de historische kern en de houten achtergevel die al in 1953 werd beschermd als monument. De herbouw van het pand in Bokrijk werd geargumenteerd door te stellen dat het pand dreigde in te storten door jarenlange verkrotting en alle onderdelen dan verloren zouden gaan. Bovendien was restauratie in situ omwille van die acute staat niet meer mogelijk, enkel reconstructie. Omwille van de inspanningen die Bokrijk hiervoor wilde nemen, leek dit de beste optie. Het stadsbestuur van Antwerpen besliste al in 1968 om vanuit veiligheidsoverwegingen over te gaan tot de sloop, maar dit werd uitgesteld tot maart-april 1971 zodat in de tussentijd contacten gelegd konden worden met Bokrijk om de waardevolle onderdelen zorgvuldig te laten demonteren en te schenken aan het Openluchtmuseum.