Voorheen omgrachte hoeve met losstaande bestanddelen ingeplant in een straatbocht, met oude, minstens 18de-eeuwse kern, volgens het kadasterarchief in zijn huidige semi-gesloten vorm aangepast in 1884 en omgrachting verdwenen. Volgens het kadasterarchief werd het woonhuis uitgebouwd achteraan in 1928. Naar verluidt werden in de jaren 1920 ook het dak vernieuwd en de gevels gecementeerd en beraapt. Sinds 1826 in bezit van de familie Van Praet.

Iets achterin gelegen gebouwen ingeplant omheen een vierkant gekasseid erf met rest van vroegere mestvaalt, van de straat afgesloten door ligusterhagen en ijzeren hek tussen het karrenkot in het noorden en het woonhuis.

Ten oosten boerenhuis van zes traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (kunstleien). Verankerde gecementeerde erfgevel met rechthoekige vlak omlijste vensters op arduinen dorpels, schrijnwerk met schuiframen uit begin 20ste eeuw. Twee hoger geplaatste vensters van opkamer boven de gewelfde kelders rechts. Rechthoekige deur in eenvoudige vlakke hardstenen omlijsting, typisch voor het begin van de 19de eeuw. Paneeldeur met bovenlicht. Aflijnende getrapte daklijst. Beraapte zij- en achtergevel met twee getraliede keldergaten met sponning en natuurstenen lateien.

Interieur aangepast in de jaren 1920 met faiencetegels in de gang en cementtegelvloeren. Bewaarde gewelfde kelder met twee gewelven.

Ten zuiden aansluitende bakstenen stallen onder laag zadeldak, naar verluidt vernieuwd in 1952 en ten westen grote bakstenen schuur met onder meer grote rolpoort met geel- en groen gestreept houtwerk.