Historische hoeve van de familie van Zeebroeck, gekend als één van de "Twaalf geslachten", bezitters van twaalf belangrijke omgrachte hoven verspreid over de gemeente Lebbeke en die volgens de Onze-Lieve-Vrouwelegende de stichters van de kerk waren. Het Hof te Zeebroeck behoort tevens tot de zeven hoven die gelegen zijn in het oudst ontgonnen gedeelte van de gemeente waardoor haar oorsprong mogelijk tot de 12de of 13de eeuw kan teruggaan. Het metingboek van Lebbeke van 1667 vermeldt als eigenaar: "Joos Van Damme met zijn hofstede daer hij woont genaempt tseebtoeck (...) west den dreve met rontsomme sijnen wallen groot 167 R.". Volgens het kadasterarchief werd in 1865 een brug over de wal aangelegd en in 1869 (jaartal eveneens op een bewaard metalen plaatje) de schuur en stallen in L-vorm aan elkaar gebouwd. Het poortgebouw werd in 1904 opgericht. Vermoedelijk werd het woonhuis toen ook uitgebreid.
Vandaag nog grotendeels omgrachte hoeve van het semi-gesloten type met gekasseid binnenerf, met boerenhuis ten noorden, stallen ten oosten, schuur ten zuiden en poortgebouw en wagenhuis ten westen bij de straat. Ingeplant in een straatbocht en gracht vooraan thans gedempt.
Woonhuis van vijf traveeën onder pannen zadeldak, opgetrokken uit baksteen en afgewerkt met een getrapte daklijst. Rechthoekige vensters met arduinen dorpels en lateien en nieuw schrijnwerk maar bewaarde luiken. Rechthoekige deur met bovenlicht in de rechter travee. Zijpuntgevels met steekboogvensters en oudere bouwsporen (vlechtingen en enkele zandsteenblokken) wijzend op oudere kern. Rechts aanleunende lagere en minder diepe aanbouw van drie traveeën. Gelijkaardige achtergevel met getralied keldergat in linker travee.
Interieur met bewaarde balkenlaag en grote haard met schoorstukken van gesinterde baksteen en houten bordenplank.
Ten oosten, bakstenen stalvleugel onder golfplaten dak en ten zuiden schuur onder pannen zadeldak met doorrit en behouden ankergebint.
Ten westen achter de gedempte wal, bakstenen poortgebouw van 1904 van twee traveeën onder pannen zadeldak, afgelijnd door een muizentandfries en voorzien van een hoge groengeschilderde poort onder houten latei. Rechts aanleunend laag huisje verbouwd tot garage met toegevoegde poort en gedichte deur. Erfgevel met doorrit onder houten latei en bekronend zolderluik. Tegen het huisje aanleunend ijzeren hondenren.
- BOVIJN M., Het Metingboek van Lebbeke (1667), Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, Gedenkschriften, 3e reeks, deel XVII, 1968 /2, p. 19-43.