Traditioneel diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen), uit de eerste helft van de 17de eeuw. Samen met het aanpalende diephuis en twee achterhuizen, maakt het pand deel uit van een wooncomplex met binnenplaats. De restauratie en renovatie in opdracht van Jeanine en Gerrit Kreveld (Amsterdam, 1919-Alsemberg, 2005), naar een ontwerp door de architecten bOb Van Reeth en Danie Staut (Architekten Werkgroep) uit 1976-1979, werd uitgevoerd in 1982-1984. De meest opmerkelijke nieuwbouwingreep zijn de vier ronde, uit betonsteen gemetselde trapkokers van ongelijke hoogte met een bekroning uit staal en glas op de binnenplaats. Twee aan twee gekoppeld ontsluiten zij de vier woonunits, samengesteld uit woningen van uiteenlopend type.
De gecementeerde trapgevel van acht treden met een overhoeks topstuk, is opgetrokken in bak- en zandsteenbouw met speklagen en kwartholle negblokken, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Regelmatig ordonnantieschema opgebouwd uit verkleinende registers van vroegere kruiskozijnen, aangepast tot rechthoekige vensters met hardstenen lekdrempel. De tweeledige geveltop wordt in het eerste register geopend door een drielicht, samengesteld uit een rondboogluik tussen rechthoekige zijlichten; een rechthoekig luik doorbreekt de topgeleding. Achtergevel: gecementeerde trapgevel van zeven treden.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Traditioneel diephuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/298986 (geraadpleegd op ).
Diephuis van drie traveeën en drie verdiepingen onder zadeldak (kunstleien), opklimmend tot de 17de eeuw. Bepleisterde trapgevel (acht en negen treden + overhoeks topstuk). Muurankers met gekrulde spie. Rechthoekige bovenvensters met kwarthol geprofileerde dagkanten en arduinen lekdrempels, 19de-eeuwse aanpassingen van de oorspronkelijke kruiskozijnen. Top met rondboogvormig middenluik; de verweerde diamantimposten lopen over in de waterlijsten van de flankerende zijvenstertjes; ten slotte nog een klein rechthoekig luikgat. Achtergevel: trapgevel.
Bron: GOOSSENS M. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A., STEYAERT R., ILLEGEMS P. & DE BARSÉE L. 1976: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3na, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Goossens, Miek
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Goossens M. 1976: Traditioneel diephuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4766 (geraadpleegd op ).