Twee in kern traditionele diephuizen die opklimmen tot de tweede helft van de 16de eeuw, en in de 19de eeuw in neoclassicistische stijl werden aangepast. Beide panden zijn kort na elkaar ingrijpend gerestaureerd tot kantoor met woning, in opdracht van de firma Hormuz Shipping. Als eerste kwam nummer 28 aan de beurt, naar een ontwerp door de architecten A. Michiels, J. Van Immelen en Jos Vander Perren uit 1976, aangevat in 1977. Nummer 30 volgde als tweede, naar een ontwerp door Michiels uit 1978-1979, aangevat in 1980.

Nummer 28

Diephuis genaamd "In de dry Croonckens", van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, pannen). De trapgevel van negen treden, werd in 1836 in neoclassicistische stijl grondig aangepast in opdracht van ‘professeur de langue’ Ubald Andala. Hij liet de ordonnantie van de bovenverdiepingen met telkens twee kruiskozijnen volledig verbouwen tot registers van drie rechthoekige vensters op cordonvormende lekdrempels. De tweeledige, door waterlijsten gelede geveltop, geopend door een rechthoekig drielicht met lager middenluik, maakte plaats voor een lage vierde bouwlaag afgewerkt met een kroonlijst. ‘Commis’ B. Cnaeps-Van Laethem liet in 1874 de begane grond verbouwen tot winkelpui. Bij de restauratie werd een volledig nieuwe trapgevel opgetrokken zonder enig verband met de oorspronkelijke trapgevel. Deze heeft een parement uit bak- en natuursteen vanaf een geprofileerde sokkel, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Inkomdeur met een latei op kraagstenen en een rechthoekig bovenlicht, registers van gekoppelde kruiskozijnen met druiplijsten, kwartholle posten en negblokken, op de bovenverdiepingen belijnd door waterlijsten. Tweeledige geveltop van zeven treden met drie overhoekse topstukken, in het eerste register geopend door een drielicht met rondboogluik. Gevelsteen met de inscriptie: n de dry croonckens 1503 1978". Achtergevel: ingrijpend gerestaureerde of heropgebouwde trapgevel van zeven treden in verankerde bak- en natuursteen, met speklagen, kruiskozijnen en een rondboogluik. Hiertegen leunt een vierkante trapkoker aan in verankerde bak- en zandsteenbouw met speklagen en hoekblokken. Het geplande project om deze hoger op te trekken tot een polygonale huistoren met een overstekende topgeleding, naar 16de-eeuwse Antwerpse voorbeelden, vond geen doorgang.

Nummer 30

Diephuis genaamd "de Distelblomme", van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat, leien). In opdracht van mevrouw Boogaarts verving de aannemer François Van Glabbeek in 1881 de in oorsprong getrapte geveltop door een derde bouwlaag. Van de oorspronkelijke opstand in verankerde bak- en zandsteenbouw was omstreeks 1975 enkel de eerste verdieping nog vrij goed bewaard, met een aangepast register van vroegere, gekoppelde kruiskozijnen met wigvormige ontlasting, kwarthol geprofileerde posten en negblokken. Bij de restauratie werd een volledig nieuwe trapgevel opgetrokken uit bak- en natuursteen met een geprofileerde sokkel en speklagen, verankerd door smeedijzeren muurankers met gekrulde spie. Deze is één bouwlaag hoger dan de oorspronkelijke opstand. Tudorboogdeur en registers van gekoppelde vensters met kwartholle posten, negblokken, druiplijsten en cordonvormende, hardstenen lekdrempels. Tweeledige top van zes treden met een overhoeks topstuk, geopend door een rechthoekig drielicht met hoger middenluik. Gevelsteen met opschrift: “de distelblomme 1537”.

Twee traditionele diephuizen met recent gedecapeerde lijstgevels met bak- en zandstenen parement. Vooral nummer 30 bewaarde zandstenen vensteromlijstingen. Nummer 28: tegen achtergevel: twee verdiepingen hoge resten van brandtoren of trappenhuis (?).