erfgoedobject

Dekenij Onze-Lieve-Vrouwparochie

bouwkundig element
ID
47703
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47703

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd monument Dekenij
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Dekenij Onze-Lieve-Vrouwparochie
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • omvat de aanduiding als beschermd monument Dekenij: gevels en daken
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Grote Plaats en omgeving
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Grote Plaats en omgeving
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Dekenij
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Het oude pastoriegebouw is vanouds ingeplant ten noorden van de kerk in een grote ommuurde tuin, nu van de plaats afgesloten door een verlaagde muur met erachter gelegen haag, nieuwe poort en deels verharde voortuin, links afgesloten door de vroegere koetshuizen. Het imposante dubbelhuis ligt achterin, in de as van de poort.

Van de oude pastorie zijn weinig gegevens gekend. Sporen in het huidige gebouw wijzen op een oudere kern van zes traveeën met slechts één bouwlaag, opklimmend tot de 17de eeuw. In het interieur zijn nog elementen aanwezig die wijzen op een 18de-eeuwse aankleding.

Vanaf 1825 zijn we via archivalische bronnen beter ingelicht over de bouwgeschiedenis van de pastorie. In zijn "Pastorelen Handboek" schetst pastoor Ambroos de toestand van de pastorie op dat ogenblik. Door de slechte bouwfysische toestand van het gebouw en het gebrek aan ruimte voor een noodzakelijke onderpastoor is het aangewezen een nieuwe pastorie te bouwen. Bij gebrek aan de nodige financiële middelen werd geopteerd voor het vergroten van het gebouw, namelijk het optrekken met een bovenverdieping en vermoedelijk ook toevoegen van een bredere travee links en verdiepen van de woning achteraan. Het geheel werd gepleisterd en wit geschilderd en afgedekt met een pannen zadeldak. Volgens gegevens van het kadaster krijgen de bijgebouwen links in 1884 hun huidige vorm en werd rechts van de voortuin een parallel gebouw gesloopt.

In 1906 hebben vooral in het interieur werken plaats zoals het plaatsen van een nieuwe vloer in de gang en een nieuwe schouw in de keuken, een nieuwe deur en lambriseringen in het salon werden in 1929 uitgevoerd. De buitenzijde kreeg zijn huidige ontpleisterde uitzicht in 1950 toen, onder leiding van architect A. De Buck, de voorgevelbepleistering afgekapt werd, de zandsteen opgekuist werd, de hardsteen vernieuwd werd en het dak met asbestkunstleien gedekt werd. Ook zouden toen de kroonlijst hersteld zijn en de ramen vervangen.

In 1905 werd in het oostelijk deel van de voorheen ommuurde tuin het Hofje van Zeven Weeën aangelegd van de straat afgesloten door fraaie ijzeren hekken.

Huidig bakstenen dubbelhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (kunstleien). Lijstgevel gemarkeerd door een plint van natuursteenblokken, een arduinen cordon ter hoogte van de bovenvensters en een overstekende houten kroonlijst op modillons. Verder is er een duidelijk verschil te zien tussen de oude baksteen op de benedenverdieping en de nieuwere op de bovenverdieping. De ankers werden bij de 19de-eeuwse bepleistering weggenomen. Centrale rechthoekige deur gemarkeerd door een vlakke arduinen omlijsting onder rechte waterlijst, een arduinen dorpel en bovenlicht met kenmerkende geometrische roedeverdeling en gekleurd glas; groengeschilderde houten deur. Hoge rechthoekige beluikte vensters, in de zes rechter traveeën met behouden zandstenen rechtstanden met sponning en zandstenen lateien onder ontlastingsboogjes, verwijzend naar de 17de-eeuwse kern, doorbreken de benedenverdieping. De ramen kregen in de onderste en bovenste registers een glas-in-loodvulling met gekleurd glas en doorlopende psalmteksten. Bovenvensters met nieuwe zandstenen negblokken en arduinen lateien. De benedenregisters zijn hier verrijkt met glas-in-loodramen met centrale medaillons met Bijbelse taferelen of christelijke symbolen in sepia, aan de binnenzijde voorzien van vouwbare luiken. De bovenverdieping wordt afgewerkt met zandstenen negblokken.

De verankerde bakstenen achtergevel telt acht traveeën op een plint van donkere baksteen en is over de gehele hoogte afgewerkt met zandstenen negblokken. Een bepleisterde band onder de houten kroonlijst lijnt de lijstgevel af. De rechthoekige vensters hebben kleine roedeverdelingen en luiken op de benedenverdieping. De achterdeur is identiek aan de voordeur met een arduinen omlijsting en fraai bovenlicht.

De plattegrond is kenmerkend voor een dubbelhuis met brede centrale gang met links en rechts salons met behouden binnenschrijnwerk en een monumentale empiregetinte trap links achteraan. Het rechter salon behield de gestucte balken en 18de-eeuwse schouwboezem met afgeschuinde hoeken. De omlopende hollijsten en profielen lijken in de 19de eeuw aangepast evenals de marmeren schouw. De linker kamer kreeg volgens archiefdocumenten in 1929 een lambrisering en aanpassingen in een sobere Vlaamse stijl. De tweede kamer links, vermoedelijk pas toegevoegd in 1826 heeft sobere geprofileerde stuclijsten en een zwartmarmeren schouw.

De gang met achteraan links een mooie houten slingertrap met fijne empiregetinte trappaal en rondboogdoorgang naar de keuken dateert van de verbouwing van 1826. De grijze en zwarte tegelvloer werd in 1906 gelegd. Op de bovenverdieping scheidt een dwarsgang, verlicht door vensters in de zijgevels, de voor- en achterkamers. De deuren zijn gevat in een sobere empiregetinte witgeschilderde omlijsting onder een geprofileerde kroonlijst. Alle vensters in de voorkamers hebben binnenluiken en glas-in-loodraampjes met medaillons.

Links van de voortuin sluit een voormalig koetshuis de tuin af, nu gebruikt als garage. Ontpleisterde bakstenen gebouw geritmeerd door een rondboogarcade op pilasters met geprofileerde deklijst, doorbroken door rechthoekige poorten met kleine roedeverdeling; de tweede poort is vervangen door een rolluik.

Achteraan loopt het bijgebouw door tot voorbij de achtergevel en bestaat uit een berging, toilet en een afzonderlijk bakhuis met bewaarde oven.

  • Rijksarchief Gent, Provinciaal archief, 1815-1830.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Verbeeck, Mieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Grote Plaats

  • Is deel van
    Grote Plaats en omgeving


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Dekenij Onze-Lieve-Vrouwparochie [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47703 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.