Hoeve van het semigesloten type, met boerenwoning en stallen gegroepeerd omheen een vierkant deels gekasseid erf met centrale mestvaalt, ingeplant in de straatbocht en in kern minstens opklimmend tot begin 19de eeuw, volgens het kadasterarchief met vernieuwde stallen uit 1928 en 1938.

Ten noorden, boerenhuis van zes traveeën met L-vormige rechter vleugel en pannen zadeldaken. Verankerde gewitte gevels op gepikte plint. Naar het zuiden gerichte erfgevel met rechthoekige deur en vensters op arduinen dorpels, met behouden luiken. Getraliede opkamervensters met luiken boven getraliede keldergaten in de zijvleugel. Noordgevel met getraliede venster met groen- en witgeschilderde luiken en blinde puntgevel van de haakse vleugel rechts. Oostvleugel met overbouwde doorrit en aansluitende nieuwe bakstenen stallen doorbroken door kleine vierkante venstertjes.

Ten zuiden, oude stalvleugel met gewitte erfgevel op gepikte plint en groen- en witgestreepte deuren. Ten westen, aansluitende grote dwarsschuur met gewitte erfgevel en grote poorten met groen- en witgeschilderd houtwerk. In de weide ten westen van de hoeve, alleenstaande bakoven van het tweeledige type onder verspringende zadeldakjes. Bewaarde schouw met oven binnenin.