Hoeve van het gesloten type met boerenhuis, schuur en stallen gegroepeerd rondom een rechthoekig binnenerf, in kern minstens opkimmend tot de 17de eeuw (zie gerecupereerde jaarsteen "1652" ), sinds begin 19de eeuw in het bezit van de familie Blancquaert.
Ten westen, haaks op de straat ingeplant boerenhuis van zeven traveeën onder zadeldak met twee behouden zandstenen kruiskozijnen in de straatpuntgevel, wijzend op de oude, minstens 17de–eeuwse kern. Gecementeerde, witgeschilderde erfgevel met rechthoekige deur en vensters met nieuw schrijnwerk, rechter venster met tralies, naar verluidt in de jaren 1920 boven de drie middentraveeën verhoogd met een dakvenster onder verhoogd dakschild. Gevel afgewerkt met een gelede architraaf, onversierde fries en houten kroon- en tandlijst. Vroeg 19de-eeuwse vlakke deuromlijsting met kroonlijst; deur met waaiervormig bovenlicht en latei met tandlijstversiering. Witgekalkte straatgevel met twee zandstenen kruiskozijnen met sponning en hoekkettingen; schrijnwerk met kleine roedeverdeling en topoculus in de puntgevel.
Interieur met bewaarde grote haard met bordenplank, voorheen met ingewerkte bakoven, en opkamer.
Ten noorden, aan de straat palende bakstenen stalvleugel met doorrit en poortje, aan de erfzijde op een pijler gedateerd 1838. Ten oosten aansluitende bakstenen stallen onder hoger en overstekend pannen zadeldak en ten zuiden oude dwarsschuur met twee poorten en verluchtingsspleten in de erfgevel; bewaard eiken gebint.