Pas tijdens het Frans Regime werd te Denderbelle een schepenbank geïnstalleerd. Voordien vormde Denderbelle namelijk één heerlijkheid samen met Sint-Gillis en Zwijveke. Zoals gebruikelijk op het platteland deed eerst een kamer in een herberg dienst als vergaderruimte voor de gemeenteraad, hier in herberg De dry Koningen, later bekend als In het gemeentehuis. Het gemeentehuis is opgericht in 1902 door de gemeente Denderbelle en herbergde aanvankelijk ook een woning met café (tot 1918). Volgens het lastenboek tekende bouwkundige Clement Sterck (Dendermonde) het ontwerp. Als vrijstaand gebouw ingeplant op een hoekperceel aan het kruispunt van de as Dorp - Klein Gent met Kramwegel en Meerskant.
Na de fusie met Lebbeke in 1977 verloor het gemeentehuis zijn bestemming. In 2001 opnieuw in gebruik genomen (confer herinneringssteen in de voorgevel). Gevelrestauratie en interieurrenovatie met aanpassing van de indeling uitgevoerd naar plannen van 1999 van architect Hein Sacré (Lebbeke). Sindsdien opnieuw met publieke functie onder meer voor huwelijksplechtigheden en tentoonstellingen in de trouwzaal op de bovenverdieping; een klas van de muziekacademie is gehuisvest op de begane grond en de zolder zou tot woning voor de conciërge worden ingericht. De gevelrestauratie gebeurde met veel zin voor authenticiteit. Bij de vernieuwing van het schrijnwerk werd de ruitvormige glas-in-loodverdeling gerecupereerd. De oorspronkelijke gedenksteen met verguld opschrift vermeldt onder meer het bouwjaar 1902, de bouwmeester Cl. Sterck, de aannemer Ct. Van Langenhove evenals de namen van burgemeester, schepen, secretaris, raadsleden en oud secretaris (steen bleef niet in situ bewaard maar zou mogelijk nog worden teruggeplaatst).
Stilistisch aansluitend bij het historiserend officieel gebouwentype in neostijl dat sinds de tweede helft van de 19de eeuw in vele centra op het platteland verscheen. Opgericht met een voorgevel in neo-Vlaamserenaissance-stijl en opgetrokken uit bak- en natuursteen. Naar concept afwijkend van het gebruik om naar het voorbeeld van de oude schepenhuizen het gebouw uit te rusten met een pui of een anders monumentaal geaccentueerde centrale hoofdingang. De eigenlijke inkom is hier opgevat als een ondergeschikte aanbouw van één travee rechts opzij; deze deurtravee, met gevelsteen met opschrift "GEMEENTEHUIS" boven de rondbogige vleugeldeur, wijkt een weinig achteruit, is iets lager dan het hoofdgebouw en is afgedekt onder een vooraan afgewolfd lessenaarsdak. Naar vorm leunt het gemeentehuis enigermate aan bij de statige burgerwoning met stedelijk karakter uit de late 19de eeuw.
Hoofdvolume met een breedte van drie traveeën, afgedekt door een zadeldak tussen zijtrapgevels op schouderstukken. Symmetrische gevelordonnantie nog benadrukt door het centraal uitspringend deurrisaliet met smalle rondboogdeur, een in natuursteen uitgewerkt balkon en tuitvormig dakvenster. Typerend gebruik van kruiskozijnen in hoge vensters waarbij de dorpels tot platte banden werden doorgetrokken. Evenwichtige verhouding van de gevel met verticaliserende accenten naast horizontaliserende sokkel met geprofileerde afzaat en ander lijstwerk. Monumentaal voorkomen door de toepassing van een opvallend hogere bovenverdieping met een rijkere gevelornamentiek dan de begane grond en een blinde bovenbouw. Opmerkelijk zijn de verdiepte borstweringen met balusters; op de verdiepte rondboogvelden onder de ontlastingsbogen van de bovenvensters komen cartouches voor met vermelding van het bouwjaar: "ANNO/ 1902". In het boogveld van het centrale deurvenster met balkon stelt een reliëf Sint-Martinus te paard voor die zijn mantel deelt, een verwijzing naar de patroonheilige van de parochie. Opvallend dakvenster door zijn decoratieve afwerking onder meer met bolornament op schouderstukken en een hoog tuitstuk met bekroning op fronton. Nagenoeg blinde rechterzijgevel en sobere achtergevel zonder enige ornamentiek.
- Gemeentearchief Lebbeke, Bouwdossier gemeentehuis Denderbelle.
- BOVYN M. 1969: Denderbelle, Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, Gedenkschriften 3e Reeks, Deel XVIII, 61.
- DE KIMPE F. 2002: De kronycken van de Heerlijkheid en de gemeente Denderbelle, Denderbelle, 18-20, 106.
- DEVOS P. 1982: De gemeentehuizen van Oost-Vlaanderen Band 2, Inventaris van het kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen XVII, Gent, 543-545.