Ingeplant aan het einde van een rechte gekasseide zijweg van de straat die westwaarts voert tot bij de Dender waar naar verluidt voorheen een loskaai voor schipmest gelegen was. Gebouwd in 1825 door schipper Jan-Baptist Saeys, die hier na de bouw van zijn woning een lokaal nieuw veerpont over de Dender instelde dat tot 1937 in gebruik bleef. Het huis bleef eigendom van de familie Saeys, werd bewoond door twee gemeentesecretarissen en een burgemeester Saeys.

Zijdelings aan de straat palend boerenburgerhuis met westelijk gerichte voorgevel aan een deels gekasseid rechthoekig voorerf. Dubbelhuis van vijf traveeën van aanvankelijk één bouwlaag (1825), vermoedelijk bij de vergroting omstreeks 1880 (volgens kadasterarchief) al met een bovenverdieping opgehoogd. Naar verluidt circa 1920 gecementeerde gevels. Gewitte voorgevel met rechthoekige muuropeningen en paneeldecoratie op de borstwering. Voordeur behield de originele vlakke hardstenen omlijsting op neuten, voorheen met tussendorpel. Schuiframen in de benedenvensters. Bovenvensters in geprofileerde omlijsting op cordonlijst. Gevel horizontaal afgelijnd door een geprofileerde daklijst met houten kroonlijst. Twee getraliede benedenvensters aan de achtergevelzijde.

Op de noordoosthoek onder de opkamer: gewelfde huiskelder voorzien van een rij verluchtingsgaten, een vierkante grijze tegelvloer en een deels omlopende lage gemetste bakstenen bank. Verschillende mooie tegelvloeren met geometrisch patroon (uit 19de en begin 20ste eeuw) in de voornaamste benedenkamers en de gang.

Ten zuiden aanleunende L-vormige bedrijfsgebouwen. Baksteenbouw onder pannen zadeldaken met groen geschilderde staldeuren, poorten, luiken en houten lateien. Zuidoostelijk deel onder steilere bedaking omvat onder meer de varkens- en koeienstal op mestkelder, de dwarsschuur met aardappelkelder en haaks aansluitend wagenhuis. Vermoedelijk jonger zuidwestelijk deel (circa 1880) met paardenstal en opslagplaatsen, met een dwarsvleugel naar achter nog uitgebreid in 1907 (volgens kadasterarchief).