Beschermd als monument bij MB van 30.04.2004.
De kapel is gebouwd tegenover de begraafplaats op het einde van de Molenstraat, op de plaats van een calvarieberg met een ingegraven Heilig Graftafereel en erbovenop een kruisbeeld. Een eerste Heilig Graf in een calvarieberg, vermeld in 1775, werd in 1780 verplaatst voor het bouwen van een molen. Onder de Franse bezetting in 1794 verdween het Heilig Graf met het kruis. Een nieuw Heilig Graf werd gemetseld in 1808-09. Deze calvarieberg werd afgegraven in 1898 toen de ernaast gelegen molen gesloopt werd. Het was onder impuls van pastoor-deken Camillus Hulpiau (1896-1910) dat op de afgegraven calvarieberg een Heilig Grafkapel gebouwd werd.
De kapel, een goed voorbeeld van regionale neogotiek geïnspireerd op de laatgotische stijl, is een ontwerp van de Eeklose stadsarchitect Frans Van Wassenhove (1860-1920). De uitvoering was in handen van zijn stiefbroer, aannemer Philibert Reychler. De inwijding vond plaats op 24 juni 1900.
Bakstenen gebouw met zeer schaarse verwerking van natuursteen en afgedekt door leien zadeldaken, oorspronkelijk met een houten dakruiter. Het grondplan van de eenbeukige kapel bestaat uit een schip van drie traveeën, uitlopend in een smaller koor van één travee met driezijdige sluiting. De zijgevels worden geritmeerd door verspringende steunberen en daartussen smalle spitsboogvensters. De oorspronkelijke dakruiter, verwijderd in 1972, is in het voorjaar 2002 gereconstrueerd.
De eenvoudige westgevel met spitsboogdeur voorzien van schrijnwerk en beslag in neogotische stijl, een rond venster erboven en een ijzeren kruis op de top, is opvallend door de grote witgeschilderde stenen beelden van aartsengel Michaël tussen twee bazuinengelen. De beelden van Mathias Zens zijn aangebracht in 1906. De bas-reliëfs van witgeschilderde terracotta in rechthoekige beglaasde nissen onder de vensters zijn van de hand van F. Nisol en stellen zes van de zeven droevige mysteries of smarten van Maria voor, binnen staat de zevende smart, namelijk het Heilig Graf. De namen van de schenkers worden vermeld en twee taferelen zijn gesigneerd F. Nisol. De Eeklose beeldhouwer Fernand Nisol (1868-1937) genoot zijn opleiding in de Gentse Sint-Lucasschool maar was voornamelijk actief in Eeklo.
In het interieur zijn de witgepleisterde muren ter hoogte van de lambrisering bekleed met 74 witmarmeren gedenkstenen van overleden Eeklonaars, getuigend van de grote volksdevotie in de eerste decennia van de 20ste eeuw. Een natuurstenen lijst met een ingegriffelde stichtelijke tekst lijnt de lambrisering af. De vloer is bedekt met witte en blauwe stenen tegels. Bakstenen kruisribgewelven met gepleisterde ribben overkluizen het schip. Acht vensters en een rozet boven het portaal bezitten mooie glasramen uit het glazenieratelier van Jules Dobbelaere (1895-1916) in Brugge. De glasramen vertonen het Heilig Hart, bloedend of met doornenkroon, de lijdenswerktuigen en taferelen in verband met de dood van Christus en dragen de namen van de schenkers.
Het koor, afgesloten door een smeedijzeren hek, wordt verlicht door twee neogotische koperen kroonluchters, een schenking van S. en D. De Hulsters van 1900. In de apsis zijn in overwelfde nissen beelden aangebracht, onderaan de polychrome beeldengroep van de graflegging door Mathias Zens, blijkens de inscriptie een schenking van H. Spittael-Hauwe, en erboven de voorstelling van een calvarieberg met een kruisbeeld geflankeerd door Maria en Johannes op een rots, afkomstig van de vroegere calvarieberg en een schenking van de familie Reychler.
Terzijde staat het polychrome beeld van Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede op een houten geschilderde sokkel in neogotische stijl, dit beeld is afkomstig uit de parochiekerk. De veertien plaasteren kruiswegstaties opgehangen aan de muren, geplaatst in oktober 1901, zijn vermoedelijk ook creaties uit het atelier van Mathias Zens.