erfgoedobject

Stedelijke begraafplaats

bouwkundig element
ID
47909
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47909

Juridische gevolgen

Beschrijving

Het oudste kerkhof van Eeklo, gelegen rondom de parochiekerk in de stadskern, werd ontruimd ten gevolge van de maatregelen uitgevaardigd door Jozef II bij edict van 26 juni 1784 om de begraafplaatsen uit de kerken en buiten de bebouwde kom te brengen. Een nieuwe gemeentebegraafplaats aan de rand van de oude stadskern werd in gebruik genomen en ingewijd op 22 januari 1810, hoewel de verkoopakte pas in 1811 werd verleden.

De huidige uitgestrekte begraafplaats is het resultaat van verschillende uitbreidingen van het oudste kerkhof. Het oudste, vroeg 19de-eeuwse deel van het kerkhof heeft een langwerpige rechthoekige vorm van circa 87 are, oorspronkelijk een zeer eenvoudig opzet zonder een welbepaalde aanleg, aan de straatkant afgesloten door een muur en aan de andere zijden met een levende afsluiting. Een eerste omheiningsmuur aan de straatzijde werd reeds gebouwd in 1818. De huidige muur dateert van circa 1902. Deze hoge muur op een arduinen plint in bossage heeft afwisselend traveeën van baksteen met een arduinen afdekking en van traliewerk tussen bakstenen pijlertjes met ezelsrug en is middenin doorbroken door een ijzeren hek. In 1925-1926 werd het kerkhof uitgebreid met een nieuw rechthoekig deel van meer dan 80 are, aansluitend rechts bij het eerste deel. Beide delen worden van elkaar gescheiden door een hoge geschoren coniferenhaag. Aansluitend werd de kerkhofmuur aan de straat in aangepaste stijl verlengd en eveneens voorzien van een ijzeren hek naar ontwerp van bouwkundige Serafien Smitz en uitgevoerd door aannemer Philibert Reychler, op de rechter hekpijler gesigneerd en gedateerd. Eind van de jaren 1960 werd erachter een nieuwe uitbreiding aangelegd, en tenslotte zorgde een laatste uitbreiding in 1994 voor het huidige uitzicht.

Het oude deel van de begraafplaats wordt in feite in twee delen opgesplitst, een deel gaande van de Molenstraat tot kruiswegel B en de kapel van ridder Stroo en het aanpalende deel gaande tot het voormalige lijkenhuisje. De graven zijn aangelegd volgens een formeel patroon op rechthoekige perken aan parallelle aarden wegels A tot G en van O tot U en drie horizontale wegen, hier zogenaamde kruiswegels. Het geheel biedt een rijkelijk aanbod van graftekens in diverse stijlen en materialen, vaak opgesierd met gebeeldhouwde ornamenten en beelden van arduin, marmer en brons, hoofdzakelijk uit de periode van de laatste decennia van de 19de eeuw tot het midden van de 20ste eeuw. De perken zijn de laatste decennia nog aangevuld met nieuwe grafstenen zonder opvallende eigenschappen. De perken aan de wegels E en F zijn grotendeels ontruimd. De huidige plantenvegetatie is beperkt tot enkele solitaire struiken en taxussen, een grasveld en de drie beuken ter hoogte van het vroegere lijkenhuisje en hoge hagen van Cupressocyparis ter begrenzing van het oude kerkhof. De vroegere kinderbegraafplaats is bij de uitbreiding van het kerkhof meer noordwaarts verplaatst. Het vroegere dodenhuisje, nu berging, vormt een beeldbepalend element door zijn neoclassicistische vormgeving met een open zuilenportiek met bekronend driehoekig fronton en witgecementeerde gevels.

Bij het toegangshek, aan het begin van de hoofdlaan, werd in 1863, een monument in de vorm van een obelisk in hardsteen van Ecaussinnes opgericht, blijkens het opschrift ter gedachtenis van "verdienstelijke Eekloonaren" uit de kunstwereld, met een lijst van namen, aangevuld in 1938 door steenkapper J. Van Damme.

In het perspectief van de hoofdingang leidt een breder geplaveid middenpad, naar de kapel opgericht in 1864 door ridder Karel Stroo, burgemeester van Eeklo in 1830-1831 en 1836-1846, als grafkapel voor hem zelf en voor de zusters van de Heilige Vincentius a Paulo. Tegen de zijgevels zijn arduinen platen aangebracht, één ter herdenking van ridder Stroo en één met de namen van de overleden zusters van het klooster van de Heilige Vincentius a Paulo. De neogotische kapel werd gebouwd naar ontwerp van de Gentse architect Karel Bruggeman. Een plintsteentje links naast de deur vermeldt het bouwjaar en de steenkapper "L.J. Dubois/ a Gand 1864". In opdracht van de zusters Kindsheid Jesu werd de kapel in 1991 gerestaureerd onder leiding van aannemer De Bruyne (Wachtebeke). Voor de kapel is een gietijzeren sierhekje met rijke neogotische detaillering geplaatst. Het in bakstenen opgetrokken gebouwtje heeft beraapte en geelgeschilderde gevels met een uitgebreide verwerking van arduinen elementen en wordt afgedekt met een zadeldak, oorspronkelijk bedekt met arduinen platen nu vervangen door beton en voorzien van een arduinen vorstkam. De gevels zijn afgewerkt met een arduinen booglijst van spitsboogjes en lisenen uitlopend in mooi gebeeldhouwde arduinen pinakels. Beglaasde metalen vleugeldeur met mooi opengewerkt bovenlicht. Ook de met arduin omlijste spitsboogvensters in zij- en achtergevels zijn voorzien van ijzeren tracering. Binnenin de kapel staan op een gebeeldhouwd stenen altaar een kruisbeeld en de beelden van Onze-Lieve-Vrouw en Heilig Hart, in nissen ter weerszij van de deur staan de beelden van Sint-Vincentius en Sint-Carolus Borromeus.

Het ereperk aan de straatzijde, aan kruiswegel A, bevat onder meer het oorlogsmonument voor de gesneuvelden van de wereldoorlogen, met een stenen kruisbeeld met bronzen Christus van beeldhouwer Albert D’Havé en een door Pieter Van Deputte gesmede lauwerkrans met laurier, eikentak en papaver, rond een echte helm.

Op 31 mei 1903 werd het gedenkmonument ter ere van Bernard Steyaert (1847-1902), onderwijzer, directeur van de muziekschool en stichter van het Willemsfonds, onthuld. Het monument, een ontwerp van Firmin Smitz, bestaat uit een obelisk bekroond door een bronzen borstbeeld van de hand van Karel Smitz. Een lier en lauriertak in gesmeed ijzer zijn van kunstsmid Pieter Van Deputte. De sokkel is getekend L. Van Damme/ Eecloo en R.E. Heene aannemer.

Een belangrijke historische waarde verlenen de graftekens van bekende figuren uit het politieke, sociale, economische of parochiale verleden van Eeklo.

Te vermelden zijn enige graven van oud-burgemeesters: Lionel Van Damme (1876-1945), met een witmarmeren apocalyptische engel, getekend: "F. Bringiotti/ Genova 1948/ Italia", een kopie van een befaamd grafmonument op Staglieno in Genua, hier geplaatst in 1948; Romain Van Wassenhove (1795-1873) en zijn kleinzoon Lionel Pussemier (1869-1938), een monumentale vierkante neoclassicistische pijler met ijzeren sierhek; Emiel Dauwe (1848-1930) en echtgenote E. Thomaes (1848-1900), een arduinen stele met bekronend fronton en kruis.

Daarnaast zijn ook de graven te vermelden van vele gemeenteraadsleden en provinciale politici: het arduinen takkenkruis van secretaris B. De Raedt (1837-1901); het arduinen grafteken met stele en kruis van vrederechter, letterkundige, provincie- en gemeenteraadslid Pieter Ecrevisse (1804-1879); het grafteken van vrederechter A.M. Everard (1833-1896), met witstenen engelfiguur met kruis op versierde sokkel en versierde hekpijlertjes, van steenkapper J. De Visscher; het grafteken van schepen August Goethals (1847-1909), een arduinen sarcofaag en kruis, getekend Reychler; René Vermast (1847-1927), oud schepen en stichter van de katholieke werkmanskring.

Als vertegenwoordigers van de kerkelijke overheid, vermelden we pastoor-deken P.F. Foubert (1828-1896), bouwheer van de nieuwe parochiekerk Sint-Vincentius, op de omheining getekend Reychler-De Keyser, de onderpastoors Reynaert (1868-1902), een neogotisch arduinen grafteken getekend Ve Cambien, en Achilles Van Wassenhove (1862-1910), met kelk en stola in de zerk gegrift.

Op het oude deel van de begraafplaats liggen ook de rustplaatsen van drie kloostergemeenschappen, namelijk de met kettingen omheinde sobere perken voor de zusters Kindsheid Jesu, de zusters van Liefde van Jezus en Maria van het klooster Onze-Lieve-Vrouw-ten-Doorn, en de minderbroeders.

Opmerkelijk zijn de vele graftekens van de industriëlen, vooral uit de textielnijverheid zijn interessante voorbeelden te vermelden: Georges Van Damme (1907-1986)- M.J. Boel (eveneens uit de metaalnijverheid), deel uitmakend van een grafmonument met twee in een bakstenen muur ingemetselde grafplaten; het grafteken van de familie Daneels-Ecrevisse van de wolnijverheid en de juteweverij "India Jute Company": een monumentale arduinen pijler met typerende funeraire symboliek en een gietijzeren hekje op de plint; Karel Locufier (1866-1926) van het bedrijf India Jute en de meubelnijverheid: een arduinen monument in rotswerk; de familie Van Damme: een neogotisch monument in de vorm van een arduinen pinakel, geflankeerd door zuiltjes bekroond met pinakels, luchtbogen en een kruis, en voorzien van neogotische opschriften; het arduinen grafteken van de familie Edm. Goethals-Goethals uit de wolnijverheid, verrijkt met een gezeten treurende vrouwenfiguur in brons; A. Goethals-Camu van het textielbedrijf "société Anonyme d’Eecloo", voorzien van een bronzen vrouwenfiguur knielend aan een granieten sarcofaag gesigneerd door het atelier van Ernest Salu in Laken, "Et. Salu/Bruxelles"; A. Baudts-Segers, met treurende staande vrouwenfiguur in brons, op een hekpijler gemerkt "Ph. Reychler/Eekloo"; Van Doorne-De Sutter van S.A. Van Doorne, katoen en linnenweverij, een neoclassicistische aedicula van arduin en witte steen en hekpijlertjes met urnenbekroning; fabrikant J.L. Goethals-Wttenhove: arduinen grafteken met onder andere tandrad en schietspoelen verwijzend naar de textielindustrie; E. Van Deputte-De Beir: grafteken in rotswerk met een gezeten engelfiguur in witte steen, getekend Ph. Reychler op pijler; het grafteken van de familie H. Duvieusart, uit de textielnijverheid, met treurende bronzen vrouwenfiguur gesigneerd C. Sarrabezolles, 1925 op een gepolijst granieten monument van "Ste Granitière du Nord: Ecaussinnes".

Ook de brouwersfamilies lieten opvallende graftekens oprichten: de familie Van Hoorebeke-Huyghe van stokerij Van Hoorebeke, met een witmarmeren engel getekend "Achille Canessa/Genova (Italia), het arduinen teken in rotswerk ondertekend Jan V. Damme van Rudolf Strnikso van brouwerij Krüger.

We vermelden nog Desiré Steyaert-Heene (1874-1929), van het gelijknamige ijzerconstructiebedrijf met een stele in art deco met de bronzen reliëfportretten van het echtpaar, gesigneerd G. Van den Meersche.

De begraafplaats bevat nog enkele andere opmerkelijke rijke grafmonumenten, zoals de bronzen figuur van een mediterende vrouw, gesigneerd G. Minne op het graf van Lina Van Damme van 1923; het grafteken van de familie De Clercq-Cornand, gemeenteontvanger, in de vorm van een hunnenbed, een grafplaat met smeedijzeren krans, een schuin geplaatst kruis op een steenhoop onder een ruw bewerkte arduinen plaat rustend op vier hoge pijlers; het grafteken van notaris J. Bovyn-Van Hoorebeke (1808-1888), met een door acht pijlertjes en kettingen omheind perk, een witmarmeren knielkussen, een sarcofaag en een hoog kruis met witmarmeren Christusbeeld, gesigneerd "H. Dubois/Muinkkaai/Gent"; het grafteken van E. Temmerman (1813-1899), toondichter en koster-organist van Eeklo, in de vorm van vier gelijke aediculae van arduin en wit marmer en hekpijlertjes met vaasbekroning; het monumentaal arduinen grafteken van de familie Euerard-Van Hoorebeke voorzien van een groot kruis met arduinen Christus.

Interessante voorbeelden van graftekens voor lokale kunstenaars en ambachtslui zijn de graven van uitvinder Polydoor Lippens (1810-1889), op de omheining getekend Reychler – De Keyser; beeldhouwer Ferdinand Nisol (1868-1937), met een betonnen Heilig Hartbeeld; kunstsmid Pieter Van Deputte (1862-1944); schilder Arthur Locufier (1871-1915); letterkundige Pieter Ecrevisse (1804-1879); aannemer architect Vincent Reychler (1830-1897) wordt vermeld als "bouwmeester der stad Eekloo"; het grafteken van Desiré Heysse (1814-1897), vermeldt de overledene als "aannemer van beide kerken van Eecloo".

De kunsthistorische en artistieke waarde van de begraafplaats wordt bepaald door de stijl en typologie van de grafarchitectuur, de treffende voorbeelden van funeraire beeldhouwkunst en het rijke aanbod van sculpturale elementen met een grote diversiteit aan al dan niet christelijke funeraire symboliek, vaak naar ontwerp van beeldhouwers en uitgevoerd door lokale ambachtslui, in twee gevallen afkomstig uit Italiaanse ateliers. De namen van de plaatselijke ornamentisten, steenkappers en grafzerkmakers zijn terug te vinden op talloze graftekens, de meest voorkomende namen zijn Jan Van Damme, Louis Van Damme, Philibert Reychler, Vincent Reychler – De Keyser, J. De Visscher, Cambien en Schoonhuydt. De namen zijn meestal aangebracht op de kenmerkende arduinen pijlertjes van de grafomheiningen die zo typisch zijn voor deze begraafplaats.

Bijzondere aandacht verdienen eveneens de rijk bewerkte sierstukken van de kunstsmid Pieter Van Deputte (1862-1944): een lier met laurier aan het monument B. Steyaert, het reeds vermelde siersmeedwerk aan het oorlogsmonument, een schild met tekst, rozen, papavers, palmtakken op het grafteken van zijn ouders Jacobus Van Deputte-Gabriël gedateerd van 1922, een omrankt schilderspalet met borstels aan het graf van schilder Arthur Locufier, op het graf van E. Van Deputte-De Beir, staat een fotokeramisch portretmedaillon van een kindje in wieg omkranst door papavers en rozen, het eigen graf van Pieter Van Deputte-Van Damme is versierd met een smeedijzeren korf met palmtak, rozen en papavers.

Op het oude deel van de begraafplaats zijn ook nog vijf zwartgeschilderde gietijzeren grafkruisen aangetroffen. Vier ervan kunnen volgens de inventaris van R. Hourant in de studie onder leiding van Lempereur F. geïdentificeerd worden, twee kruisen, zijn van het type IIA5k, één van het type IIA5c, met toevoeging van zinken luifeltje, twee fotomedaillons en een ijzeren hekje met bloemenkorven en een van het type II A 1 a 1. Het grafkruis van August Engels (1827-1888) is een vol gegoten kruis, omheind door een ijzeren hekje. Ook op het recentere deel zijn nog dertien gietijzeren grafkruisen geplaatst, waaronder drie typische kindergrafkruisen.

  • Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed, Agentschap Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.

Bron: BOGAERT C. & LANCLUS K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 21n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stedelijke begraafplaats [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/47909 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.