erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Gillis-Binnen

bouwkundig element
ID
48079
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48079

Juridische gevolgen

Beschrijving

Imposante, deels 18de-eeuwse en 14de- en 15de-eeuwse parochiekerk, ingeplant op de hoek met het huidige Heldenplein. De neobarokke voorgevel ziet uit op de Brusselsestraat, de stoep is afgesloten met een laag ijzeren hek links en rechts van het toegangsportaal. Links werd het hoog ijzeren hekwerk tussen gietijzeren zuiltjes, dat voorheen de groene ruimte ten zuiden van de kerk afsloot, nu Heldenplein, herplaatst.

Historiek

In de eerste helft van de 13de eeuw kwam een gedeelte van de gemeente Sint-Gillis-Zwijveke binnen de stadsmuren van Dendermonde te liggen. Hierbij besloot men een nieuwe parochiekerk gewijd aan Sint-Egidius of Sint-Gillis in gotische stijl op te richten in de nabijheid van het vroegere Sint-Gillishospitaal, opgericht circa 1214 door Mathilde I, vrouwe van Dendermonde. In 1223 werd het hospitaal omgevormd tot de cisterciënzerinnenabdij en in 1228 overgeplaatst naar Zwijvekekouter. Het verlaten Sint-Gillishospitaal werd de zetel van de nieuwe parochie , Sint-Gillis-Binnen of "intra muros" genaamd. De hospitaalkapel was vermoedelijk vrij vlug te klein voor de nieuwe parochie en midden 13de of in de loop van de tweede helft van deze eeuw werd in de onmiddellijke omgeving een nieuwe kerk gebouwd. Opgravingen ten noorden van de huidige kerk legden resten bloot van muren in Doornikse kalksteen. Ook de onderste lagen van de noordmuur van de huidige toren zijn nog uit Doornikse kalksteen. De onderste geleding en de muren van het koor zijn opgetrokken uit grote blokken Lediaanse steen, een bouwmateriaal dat kenmerkend is voor de 13de en 14de eeuw. In 1444 werd door de stad een toelage gegeven om de toren af te werken. Dit gedeelte, tot halfweg de galmgaten, is opgetrokken uit kleinere lichte zandsteenblokken. De toren is echter vermoedelijk nooit afgewerkt geraakt.

In de 18de eeuw werd met de nabijgelegen abdij van Zwijveke, die sinds 1671 terug opgericht was binnen de stadsmuren en de belangrijkste tiendheffer was, een overeenkomst gesloten om de kerk te vergroten. In 1779 werd het te klein geworden kerkgebouw vergroot door de benedenkerk af te breken en te vervangen door een driebeukige ruimte met aansluitend driezijdig afgesloten koor die niet meer in het verlengde van de toren en het oude koor lag. Inwijding in december 1781 door landdeken Nijs. Volgens de gravure in "Flandria Illustrata" van A. Sanderus had de oude kerk een beuk met dwarskapellen, een vierkante kruisingstoren met laag bijgebouwtje en rechthoekig koor. Toren, koor en sacristie bleven tot op heden bewaard en werden in 1866 door architect E. Bouwens (Dendermonde) gerestaureerd. In 1912-1913 restaureerden de architecten Valentin en Henri Vaerwyck (Gent) de nieuwe kerk die ze van een monumentale voorgevel in neobarokstijl voorzagen met behoud van het 18de-eeuwse portaal. De wapenschilden van de toenmalige Gentse bisschop A. Stillemans en van paus Pius X sieren de gevel.

Recente restauratie in 1960 en opnieuw in 1984-1988 onder leiding van architect A. Bressers (Gent)

Beschrijving

De plattegrond van de 18de-eeuwse kerk ontvouwt een driebeukig schip van vijf traveeën met aansluitend koor van één travee met driezijdige sluiting. Tegen deze koorsluiting schuin aansluitende vierkante massieve gotische toren met ten zuiden aangebouwde sacristie en ten oosten het vroegere rechthoekig koor met rechte sluiting. Een zeszijdig traptorentje leunt tegen de noordelijke torenmuur aan.

De oude toren, de sacristie en het oude koor zijn opgetrokken uit zandsteen van verschillende formaten. Het oude traptorentje en de 18de-eeuwse kerk zijn opgetrokken uit baksteen met verwerking van zandsteen voor de plint, vensteromlijstingen, hoekkettingen en voorgevelornamenten. Eén groot afdekkend leien zadeldak voor het schip, een leien schilddakje boven de toren en een half schilddak en zadeldak respectievelijk boven de sacristie en het koor. Neobarokke voorgevel van drie traveeën met gemarkeerde middentravee door verjongende kolossale pilasters op geprofileerde sokkel en met bekronende siervazen. Centrale 18de-eeuwse poortomlijsting van blauwe hardsteen met rondboogpoort in geprofileerde omlijsting op neuten, met imposten en sluitsteen geflankeerd door geblokte pilasters met Toscaans kapiteel en rechte kroonlijst; loofwerk in de zwikken. Dubbele houtendeur met gesculpteerde makelaar met engelenhoofdje. Erboven korfboogvormig venster in zandstenen omlijsting onder waterlijst. Ovaal zolderluik in neobarokke omlijsting met bekronende siervaas. Zijtraveeën met hooggeplaatste omlijste rondboogvensters met panelen op de borstwering en bekronende waterlijst; wapenschilden van bisschop A. Stillemans en paus Pius X en sierlijke gesmeed ijzeren ankers in de in- en uitgezwenkte geveltop. Zijgevels en koor met gelijkaardige omlijste korfboogvensters. Massieve gesloten toren met twee en een halve geleding, horizontaal gemarkeerd door omlopende waterlijsten en onder de daklijst doorbroken door telkens twee vierkante galmgaten. Zware versneden steunberen stutten de toren tot de tweede geleding. Noordelijke muur met aansluitende bakstenen traptorentje onder leien dakje reikend tot aan de tweede geleding.

Sacristie met twee getoogde getraliede vensters onder gekoppelde waterlijsten in de zuidgevel. Gotisch koor met aangepaste spitsboogvensters in de zijgevels en gedicht spitsboogvenster in de sluiting. Een getande lijst onder de daklijst lijnt de zijgevels af.

Interieur

Gepleisterd en witgeschilderd interieur van een driebeukige kerk met iets bredere middenbeuk dan de zijbeuken, van elkaar gescheiden door rondboogarcaden op Toscaanse zuilen met achtzijdige zandstenen sokkels. Overwelving met kruisribgewelven, in de zijbeuken neerkomend op Toscaanse pilasters. Geprofileerde ribben geaccentueerd door een lichtgrijze beschildering. Koor van één travee en blinde driezijdige sluiting met rondboognissen, overwelfd met kruisrib- en straalgewelf. Zwarte en witte marmeren vloeren met geometrisch patroon. Glasramen met thema’s als Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans, de Engelbewaarder, de Heilige Drievuldigheid en de Heilige Familie. De glasramen in de vierde en vijfde travee met centrale figuratieve medaillons zijn afkomstig van de Duitse glazenier Ortmann, geleverd in 1871-73, de overige glasramen dateren van 1878-82 uit het glazenieratelier van Jules Bernaert (Gent). Twee glasramen van de voorgevel komen uit het atelier van Camille Ganton (Gent), de ramen van het koor werden vernieuwd in 1956.

De toren is overwelfd met een kruisribgewelf, heden rood- en blauwgeschilderde ribben met vergulde sleutel met voorstelling van Sint-Gillis met abtsstaf en hinde en gepolychromeerde engelfiguurtjes. Sacristie met gepleisterd plafond.

Mobilair

Schilderijen: "Sint-Gillis door een pijl gewond", altaardoek van hoofdaltaar, gesigneerd en gedateerd Frans Verhas, 1859; portret van Joos De Bosser, pastoor van 1597 tot 1629, portret van Hilduardus D’Haens, gedateerd 1649 (afkomstig van vorige kerk).

Beeldhouwwerk: Heilige Bernardus van Clairvaux (afkomstig van voormalige abdij van Zwijveke), wit marmer, 17de eeuw; Heilige Jozef met Kind, hout (gedecapeerd), 17de of 18de eeuw; Heilige Anna-ten-Drieën, hout (gedecapeerd), 18de eeuw(?); Heilige Harten van Jezus en Maria, Heilige Egidius en Heilige Barbara, uit atelier van M. Zens, gepolychromeerd hout, 1882, Heilige Rochus, Heilige Antonius van Padua en Heilige Rita, Piëta op sokkel, Altaren: hoofdaltaar, altaartafel van oorspronkelijk portiekaltaar in Lodewijk XVI-stijl, met Heilige Aanschijn en engelen in reliëf, trommeltabernakel met op deur hostiedragende kelk onder oog Gods, eind 18de eeuw; noordelijk zijaltaar, portiekaltaar van Onze-Lieve-Vrouw, gemarmerd hout, laatste kwart 18de eeuw; zuidelijk zijaltaar portiekaltaar van Sint-Gillis, gemarmerd en verguld hout, laatste kwart 18de eeuw; koorgestoelte, eik, derde kwart 18de eeuw; koorlambrisering en deuren in rococostijl communiebank in rococostijl, eik, derde kwart 18de eeuw; preekstoel in rococostijl, eik, deels verguld met dubbele trap, klankbord met Heilige Geest, kuip met Tetragram in stralenkrans, derde kwart 18de eeuw; biechtstoelen in rococostijl, eik, bekroning met buste van de Heilige Monica, Christus in medaillon en Onze-Lieve-Vrouw en Heilige Augustinus; derde kwart 18de eeuw.

Orgel, oorspronkelijk door J. Matthys (Brussel) van 1641, verbouwd door Lambert Van Peteghem (Gent) in 1778, gewijzigd door P. Vereecken en zoon (Gijzegem) in 1873 met orgelkast vernieuwd in 1873 door Verlaect-Oste onder leiding van architect E. Bouwens. Doksaal met tochtportaal, eik, eind 18de eeuw (hergebruik), balustrade vernieuwd in 1873 door Verlaect-Oste onder leiding van architect E. Bouwens. Doopvont met koperen deksel met bol en kruis, achter gesmeed ijzeren hek. Kruisweg op doek, door Edward Dujardin (Antwerpen), van 1869-1870.

  • Vlaamse Overheid, Ruimte & Erfgoed, Afdeling Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.
  • DHANENS E. 1961: Dendermonde, Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen, deel IV, Gent, 159-173.
  • STROOBANTS A. 1995: Dendermonde 1898-1914 op prentbriefkaarten, Dendermonde, 20-22.
  • STROOBANTS A. 1992: Dendermonde, Kerk van Sint-Gillis-Binnen, Dendermonde.
  • VERSCHRAEGEN H. 1982: Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen, Provincie Oost-Vlaanderen, Kanton Dendermonde, Brussel, 55-59.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Waarnemingen


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Gillis-Binnen [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48079 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.