Classicistisch herenhuis, vermoedelijk daterend uit de eerste helft van de 19de eeuw. Het zou volgens de literatuur opgericht zijn op de plaats van de gewezen kapel van het gasthuis Onze-Lieve-Vrouw-ter-Dijkpoort. Volgens bouwplan van 1928 werd de voorgevel verbouwd door toenmalig eigenaar J. De Groote en werd er een winkelpui geplaatst. Diezelfde eigenaar liet de voorgevel nog eens verbouwen volgens ontwerp van 1931.

Breedhuis van het dubbelhuistype, van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak met kunstleien, voorzien van een toegevoegde rechthoekige dakkapel. Bakstenen lijstgevel, in de jaren ’90 van de 20ste eeuw ontpleisterd, op vernieuwde arduinen plint, afgelijnd door getande houten kroonlijst op klossen. Hoofdgestel met nieuwe kwartbolle lijst. Rechthoekige bovenvensters met enkele hoekblokken uit witte natuursteen. Centraal uitspringend poorttravee met brede rechthoekige poort gevat in hardstenen omlijsting gevormd door tussen twee verjongende halfzuilen op hoge sokkels en afgedekt door architraaflijst; bekronende vlakke fries en kroonlijst. Vleugelpoort met fraai handvat, waarachter de oorspronkelijke koetsdoorgang ligt.

Interieur. Centrale gang met pilasters en twee rondboogvormige deuropeningen tegenover elkaar waarvan één gedicht. Interieur bovenverdieping vernieuwd.

Achtergelegen lagere haakse vleugel van twee bouwlagen onder steil pannen zadeldak met een aandak, teruggaand op 15de-eeuwse vleugel van het vroeger gasthuis. Geschilderde verankerde baksteenbouw met rechthoekige muuropeningen. Gecementeerde afgeknotte achterpuntgevel met klein zoldervenster. Op de benedenverdieping de vroegere ziekenzaal met behouden samengestelde balkenlaag met zware moerbalken op natuurstenen console. Zolder met behouden dakgebint, losstaande schouw en brede schouw tegen de muur; geschilderd opschrift op spantbeen: "J.B PL(?) 1826". Interieur verder sterk verbouwd.