Huis, met het aanpalend hoekhuis, Sint Jorisgilde 53, het zogenaamde herenhuis Baillon vormend.
De woning werd volgens kadastergegevens circa 1852 aanvankelijk gebouwd als uitbreiding van het hoekhuis Sint Jorisgilde 53 op een driehoekig onbebouwd perceel. Circa 1910 werd het ingericht als een afzonderlijk woonhuis en kreeg het wellicht het huidige uitzicht. Het gebouw oogt als een dubbelhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een afgewolfd en geknikt zadeldak. De verspringende lijstgevel heeft een aflijnende houten kroonlijst op houten modillons. De voorgevel is voorzien van een kleurrijk gevelparement van gele steen met geglazuurde groene tegels, verfraaid met blauwe hardsteen in de borstwering, plint en omlijstingen. De gevelopbouw wordt onder meer verlevendigd door de benadrukte deur- en venstertraveeën van verschillende breedte en de omlopende rondboogvormige cordons op de bovenverdieping. Het houtwerk van de rechthoekige en rondbogige muuropeningen werd vernieuwd.
Door de opsplitsing in het begin van de 20ste eeuw heeft de woning een eigenaardig grondplan, waarbij de hal schuin ten opzichte van de voorgevel, in het verlengde van de hal van het aanpalende huis staat en de kamers geen rechthoekig grondplan hebben.
STROOBANTS A. 1999: Door het vuur gespaard. Bouwkundige resten van het vooroorlogse Dendermonde, Dendermonde, 28.
STROOBANTS A. 1990: Tussen pot en pint, herinneringen aan de Dendermondse brouwers, Dendermonde, 45-50.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)