Burgerhuis met kantoren in neo-Lodewijk XVI-stijl gebouwd in opdracht van de heer G. Lauweriks, naar een ontwerp door de architecten Gebroeders Wauters uit 1911.

Het architectenbureau van de broers Paul en Gust Wauters was actief van kort na de eeuwwisseling tot het einde van het interbellum. Zoals zij zich in hun vroege werk zowel van de neostijlen als de art nouveau bedienden, volgde hun productie tijdens het interbellum evenzeer de heersende trends beaux-arts en art deco.

Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat de rijwoning met dubbelhuisopstand drie bouwlagen onder een wolfsdak. De gecementeerde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond en een imitatie-parement in de bovenbouw, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en kordonvormende lekdrempels, beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen. Portaal met pilasters en entablement op consoles in de tweede travee; de smeedijzeren inkomdeur dateert uit vermoedelijk uit het interbellum. De vensters van de eerste verdieping worden geaccentueerd door geriemde vensteromlijstingen met oren en chutes, en blinde, geajoureerde borstweringen. Op de tweede verdieping worden zij geflankeerd door pilasters en chutes, met guirlandemedaillons op de borstwering. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst op consoles waartussen panelen, vormt de gevelbeëindiging. Vernieuwd vensterschrijnwerk.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, en bestaat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw, ontsloten door centrale, zijdelings ingeplante traphal. Volgens de bouwplannen biedt de gedrukte begane grond ruimte aan de vestibule met spreekkamer, een suite van twee kantoren, en de keuken annex pomphuis en wc. Een L-vormige suite van salon, eetkamer en veranda beslaat de bel-etage, geflankeerd door een zitplaats. Op de tweede verdieping bevinden zich drie slaapkamers en een badkamer.