In kern teruggaand op twee kleine woningen uit de eerste helft van de 19de eeuw die circa 1876 samengevoegd werden; vervolgens vergroot in 1894 en terug opgesplitst in 1898 (zie kadasterarchief). Thans met voorkomen uit het interbellum.

Dubbelhuis van vier traveeën en één bouwlaag onder zadeldak in kunstleien.

Witgekalkte gecementeerde gevel voorzien van schijnvoegen op een grijze plint. Getoogde vensteropeningen met bewaard houtwerk binnen een omlijsting van door dropsteentjes versierde oren, boven consolemotief op de borstweringen, bij twee linker traveeën met afgeronde dagkanten en boogvlak, rechter venstertravee voorzien van sponning met luikduimen. Lage omlijste rechthoekige deuropening met bewaarde houten deur onder spiegelboogpaneel. Een oude foto toont sporen van vlechtingen in de linker zijgevel.