Geheel in art-nouveaustijl, gevormd door een meergezinswoning met koetshuis en paardenstallen, op de hoek van Begijnenvest en Brabantstraat. Architect Joseph de Lange tekende in 1909 voor het ontwerp, in opdracht van zijn ooms Leopold en Nathan Snitsler, de broers van zijn moeder Jeanette de Lange-Snitsler, beide uitgeweken diamantairs afkomstig uit Amsterdam. Leopold Snitsler (1848-1913) was afgevaardigd beheerder van Centraal Israëlitisch Consistorie van Antwerpen, en Nathan Snitsler (†1920) lid van de generale staf van de stedelijke burgerwacht.
Het geheel behoort tot de vroegste realisaties van Joseph de Lange, die tijdens de eerste helft van de 20ste zijn loopbaan uitbouwde in Antwerpen, voornamelijk in dienst van de Joodse burgerij en de religieuze gemeenten. Begonnen in 1903, ontwierp hij vóór de Eerste Wereldoorlog zowel in eclectische als in art-nouveaustijl. Het hotel Bamdas-Tolkowski in de Lamorinièrestraat behoort met de synagoge van Oostende en de Portugese synagoge in de Hoveniersstraat, tot de belangrijkste realisaties uit zijn vroege loopbaan. Tijdens het interbellum evolueerde zijn architectuur naar een gematigde art-decostijl. Zijn bekendste werk uit deze periode is het bekroonde, maar niet uitgevoerde wedstrijdontwerp uit 1923, voor de latere synagoge Romi Goldmuntz in de Oostenstraat. De Lange vluchtte na de Duitse inval in 1940 met zijn gezin naar de Verenigde Staten, keerde na de oorlog terug naar Antwerpen, en overleed in 1948, na een kortstondige hervatting van zijn loopbaan in 1946-1947.
Het opvallende complex is samengesteld uit twee volumes, het afgeschuinde hoekgebouw van zes traveeën en drie bouwlagen (Begijnenvest 79), en het koetshuis van twee traveeën en twee bouwlagen (Begijnenvest 77); beide onder een pseudo-mansarde (kunstleien). Hoewel duidelijk verwant qua materiaalgebruik en detaillering, onderscheidt het koetshuis zich door een houten, gebroken geveltop in stijl- en regelwerk, ontleend aan de cottagestijl. De gevels hebben een parement uit witte Silezesische brikken, in het hoekgebouw contrastrijk geaccentueerd door grijsgroene baksteen voor de pui, speklagen en ontlastingsbogen. Van zowel blauwe hardsteen als witte natuursteen is gebruik gemaakt voor de plint, lateien, lekdrempels, sluitstenen, vensterposten en hoekblokken. Opmerkelijk zijn de fraaie, helaas gehavende mozaïekpanelen in geometrische art-nouveaustijl geïnspireerd op de Wiener Werkstätte, die in beide volumes de borstweringen van de tweede verdieping accentueren. Het houten schrijnwerken van poorten, inkomdeuren en venster is bewaard of naar bestaand model vernieuwd.
Het hoekgebouw wordt op de begane grond geritmeerd door een rond- en korfbogenarcade met gemetselde waterlijst en natuurstenen imposten, waarin de winkelpui, het privé-portaal en de koetspoort geïntegreerd zijn. Tweede bouwlaag met rechthoekige vensters voorzien van tussendorpels, stijlen en rollaag en derde bouwlaag met enkelvoudige of gekoppelde rondboogvensters; tussen beide kleurige mozaïeken. Een houten kroonlijst op modillons en driezijdige gekoppelde consooltjes vormt de gevelbeëindiging. Twee rondbogen met het portaal en de koetspoort ritmeren de pui van het koetshuis, waarvan de traphal wordt aangegeven door een lichtspleet. Een getoogd vijflicht met hardstenen posten op een lekdrempel met spuwers doorbreekt de eerste verdieping. De gebroken houten geveltop uit stijl- en regelwerk met drielicht, rust op consoles waartussen mozaïekpanelen. Het geheel is gevat binnen een omlopende, lager doorgetrokken kroonlijst, waarvan de aanzetten rusten op consoles.
In opstand lijken de twee functies van het complex - meergezinswoning en koetshuis met paardenstallen - in duidelijk gescheiden volumes te zijn ondergebracht. Dit geldt echter niet voor de plattegronden: het koetshuis beschikt over een tweede toegang in het hoekgebouw, waarvan de woonkwartieren een deel van de bovenverdiepingen van het koetshuis beslaan. Beide entiteiten zijn niettemin van elkaar gescheiden, en worden ontsloten door afzonderlijke inkom- en traphallen. De begane grond biedt ruimte aan een winkel met keuken, het koetshuis met toegang in de Begijnenvest en de Brabantstraat, en een paardenstal met boxen. De eerste verdieping omvat een woonkwartier met eetkamer, keuken en twee slaapkamers, een knechtenkamer en hooizolder. Eenzelfde woonkwartier deelt de tweede verdieping met drie knechtenkamers. Het dak van het hoekgebouw herbergt een mansarde en zolders.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Meergezinswoning met koetshuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202675 (geraadpleegd op ).
Deze opvallende woning met imitatievakwerk werd in 1909 ontworpen door Joseph de Lange voor zijn schoonbroers L. en N. Snitsler. De woning kent een aparte indeling, met een combinatie van remise en woonhuis, zoals blijkt uit de poort op de begane grond. Begane grond met rondbogige deur- en poortopening, beide met langwerpige sleutelstukken. Tweede bouwlaag met vijf gekoppelde segmentboogvensters afgewerkt met rollaag en decoratieve mozaÏeken. De bovenverdieping is ingewerkt in het hoge leien mansardedak, dat als een mijtervormige uitsprong in de gevel is geopend en met imitatievakwerk is versierd.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2013: Meergezinswoning met koetshuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/143829 (geraadpleegd op ).
Curieuze witte bakstenen gevel met bekroning in pseudo-vakwerk. Te dateren circa 1920. Begane grond doorbroken door twee brede rondbogen met langwerpige sleutel. Tweede bouwlaag van vijf gekoppelde segmentboogvensters, afgewerkt met rollaag en decoratieve mozaïeken.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Meergezinswoning met koetshuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4839 (geraadpleegd op ).