Heirbaanmolen ()

Romp van de voormalige Heirbaanmolen, een stenen korenwindmolen van het type bovenkruier (bergmolen) die gebouwd werd tussen 1770 en 1818.

Volgens de literatuur werd de molen mogelijk al gebouwd in 1770 door de heer de Pauw maar de molen staat nog niet weergegeven op de Ferrariskaart (1771-1778). De molen staat in elk geval al in 1816 langs de grote baan naar Dendermonde (primitief kadasterplan). In 1818 was Emmanuel De Geest, voormalige molenaarsknecht van molenaar De Pauw in het bezit van de molen. Jacques Van Roy, zoon van een molenaarsknecht was circa 1830 eigenaar. In 1859 werd de molen door zijn zoon verkocht aan Gustaaf Roggeman wiens familie de molen tot 1913 in bezit hield (vandaar ook Roggemansmolen). In 1913 werd de molen verkocht aan de gebroeders Jozef en Charles Leemans en al in datzelfde jaar werden er verscheidene houten onderdelen (onder meer de wieken) vervangen door ijzeren. In 1919 werd de staart vernieuwd en in 1933 werd toestemming verleend om een elektrisch aangedreven maalderij op te richten. De windmolen werd in 1940 ernstig beschadigd door een storm, de wieken werden afgenomen en er werd een Dieselmotor 15 HP geplaatst. Na ontmanteling verkochten Jozef en Charles Leemans in 1949 de molen aan Frans Van der Jeught. In 1951 werd de voormalige molen deels afgebroken en gebruikt als stalling en opslagplaats, de molenberg werd afgevoerd. In 1970-1972 werd de verbouwde en nog ingekorte molenromp na verwijdering van de maalderij herbestemd tot woning.

De molen heeft een vrij brede romp en was voorzien van een zetelkap met oversteek boven het kruiwerk. De ronde conische molenromp vertoont aan de noordoost- en zuidwestzijde éénlaagse volumes onder een platte bedaking. Oorspronkelijk telde de molen vier bouwlagen met een dakverdieping maar deze werd ingekort tot twee bouwlagen. Witgeschilderde baksteenbouw op een gepikte plint en onder een tentdak bedekt met tegelpannen en met een houten kroonlijst op modillons. Rechthoekige openingen met vernieuwd houtwerk, onder meer verdiept bovenvenster met bewaarde luikduimen.

In het interieur bleven onder meer balkenlagen en balksleutels bewaard, evenals twee oude laddertrappen en een steektrap met telmerken op elke trede en opschrift "IBDDMD". Onder de vloer van de woning bleef één van de molensteen bewaard. De uitgebouwde vroegere in- en uitrit met poort werden ingericht als inkom en keuken.

Naast de voormalige molen bevindt zich een kleine Onze-Lieve-Vrouwegrot; met klimop begroeide kunstgrot met Onze-Lieve-Vrouwbeeld met Kind.

  • GIJSEN J. 1997: Baasroodse bedrijvigheid aan de Schelde, Dendermonde, 20.
  • GIJSEN J. & SEGERS Y. 1997: Blik op Baasrode. Een eeuw dorpsgeschiedenis in woord en beeld 1850-1950, Nieuwkerken-Waas, 110.
  • S.N. 1962: Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oostvlaanderen, Kultureel Jaarboek voor de provincie Oostvlaanderen, derde band, Gent, 114-115.
  • STROOBANTS A. 2005: Gemalen en geplet. Molens en maalderijen te Dendermonde in de 19de en 20ste eeuw, Dendermonde, 48-50.

Auteurs:  Verbeeck, Mieke; Vandeweghe, Evert; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Heirbaanmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/357988 (geraadpleegd op ).


Heirbaanmolen ()

Romp van voormalige Heirbaanmolen, sinds 1972 herbestemd tot woning. De stenen windmolen dateert mogelijk uit het laatste kwart van de 18de eeuw. Volgens de literatuur mogelijk gebouwd in 1770 door de heer de Pauw; de Heirbaanmolen werd echter nog niet weergegeven op de Ferrariskaart (1771-1778). De molen staat in elk geval al in 1816 langs de grote baan naar Dendermonde (zie primitief kadasterplan van 1816). In 1818 was Emmanuel De Geest, voormalige molenaarsknecht van molenaar De Pauw in het bezit van de molen. Jacques Van Roy, zoon van een molenaarsknecht was circa 1830 eigenaar. In 1859 door zijn zoon verkocht aan Gustaaf Roggeman. Na zijn dood in 1883 door de familie in bezit gehouden. De Roggemansmolen werd in 1913 verkocht aan de gebroeders Jozef en Charles Leemans en al in datzelfde jaar werden er verscheidene houten onderdelen (onder meer de wieken) vervangen door ijzeren. In 1919 werd de staart vernieuwd. In 1933 werd toestemming verleend om een elektrisch aangedreven maalderij op te richten. De windmolen werd in 1940 ernstig beschadigd door een storm, de wieken werden afgenomen en er werd een Dieselmotor 15 HP geplaatst. Na ontmanteling, verkochten Jozef en Charles Leemans in 1949 de molen aan Frans Van der Jeught. In 1951 werd de voormalige molen deels afgebroken en gebruikt als stalling en opslagplaats, de molenberg werd afgevoerd. In 1970-1972 verbouwde en nog ingekorte molenromp na verwijdering van de maalderij en herbestemd tot woning.

Deels bewaarde en verbouwde molenromp van voormalige graanwindmolen (verdwenen molenberg). De ingekorte ronde conische molenromp vertoont aan de noordoost- en de zuidwestzijde éénlaagse volumes onder een platte bedaking. Oorspronkelijk vier bouwlagen met dakverdieping ingekort tot twee bouwlagen. Witgeschilderde baksteenbouw op een gepikte plint en onder een tentdak bedekt met tegelpannen. Houten kroonlijst op modillons. Rechthoekige openingen met vernieuwd houtwerk, onder meer verdiept bovenvenster met bewaarde luikduimen.

Interieur. Bewaarde interieurelementen, onder meer balkenlagen en balksleutels. Twee oude laddertrappen; steektrap met telmerken op elke trede en opschrift "IBDDMD". De uitgebouwde vroegere in- en uitrit met poort werden ingericht als inkom en keuken.

Naast de voormalige molen bevindt zich een kleine Onze-Lieve-Vrouwegrot; met klimop begroeide kunstgrot met Onze-Lieve-Vrouwbeeld met Kind.

  • GIJSEN J. 1997: Baasroodse bedrijvigheid aan de Schelde, Dendermonde, 20.
  • GIJSEN J. & SEGERS Y. 1997: Blik op Baasrode. Een eeuw dorpsgeschiedenis in woord en beeld 1850-1950, Nieuwkerken-Waas, 110.
  • S.N. 1962: Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oostvlaanderen, in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oostvlaanderen, derde band, Gent, 114-115.
  • STROOBANTS A. 2005: Gemalen en geplet. Molens en maalderijen te Dendermonde in de 19de en 20ste eeuw, Dendermonde, 48-50.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Heirbaanmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/48424 (geraadpleegd op ).