Voormalige fabrieksgebouwen (nummer 10) met directeurswoning (nummer 12) van de kabelfabriek "Van Praet-Dansaert", daterend uit de jaren 1920.

Op het primitief plan (1816) werd al een woning met bijgebouwen op U-vormig grondplan weergegeven, eigendom van herbergier Joseph Heyndricx. Na een kleinschalige vergroting in 1834 door Joseph Heyndricx, liet herbergier Edouard Heyndricx volgens het kadasterarchief in 1878 een landgebouw en een "magazin à charbons" optrekken in het verlengde van de bestaande bebouwing. De gebouwen werden in 1887 gedeeltelijk herbouwd in opdracht van zijn weduwe en kinderen. In 1901 omvatte het gebouwenbestand twee woningen en een magazijn, eigendom van handelaar Marie Heyndricx.

In het begin van de 20ste eeuw kwamen de gebouwen in het bezit van de familie Van Praet; oprichting circa 1910 van de "Cablerie Van Praet-Dansaert". Aanvankelijk maakte het bedrijf van Armand Van Praet zeildoeken, waterdichte "baches" en dekkleden. In 1921-1922 werd het société collectif "Van Praet-Dansaert" vervangen door de oprichting van de maatschappij in gezamenlijke naam "Emiel en Leopold Van Praet". Onder invloed van de ontwikkelingen in de binnenscheepvaart schakelde het bedrijf over naar het vervaardigen van metalen kabels voor de scheepvaart. Volgens het kadasterarchief werden de bestaande gebouwen in 1924 uitgebreid en aangepast tot een "kabelfabriek met elektrieke motors". Al in 1928 werd de kabelfabriek vergroot en in 1928-1929 werd de directeurswoning aan de straatkant opgetrokken (nummer 12). In 1936 telde de onderneming 94 arbeiders.

Voormalige fabrieksgebouwen gelegen rondom een verharde binnenplaats aan de kant van de Fabriekstraat. De binnenplaats is aan de straatkant afgesloten met een recente, ijzeren poort.

Nummer 10. Voormalige fabrieksgebouwen van de kabelfabriek "Van Praet-Dansaert" zie brievenbus met opschrift "VAN PRAET.DANSAERT". Baksteenbouw van twee of drie bouwlagen onder schilddaken of zaagtandbedaking bedekt met cementpannen. Grote rechthoekige vensteropeningen onder doorgetrokken betonnen lateien, bij het volume aan de straatkant onder segmentboogvormige ontlastingsbogen. Korter volume aan de noordzijde van de site voorzien van getoogde vensteropeningen met industriële ramen onder strek tussen lisenen. Volume van drie bouwlagen met schuifpoort op hangrail aan de binnenplaats.

Nummer 12. Voormalige directeurswoning van 1928-1929, gelegen aan de straatkant. Dubbelhuis van twee bouwlagen en drie traveeën onder een pseudomansardedak bedekt met cementpannen. Bakstenen lijstgevel met centrale deurtravee tussen lisenen en venstertraveeën in brede spaarvelden, bovenaan afgelijnd door onderbroken bakstenen daklijst en een houten kroonlijst. Brede rechthoekige muuropeningen onder witgeschilderde lateien, daarboven segmentboogvormige ontlastingsbogen. Bovenvensters met bakstenen lekdrempelversiering. Bewaard houtwerk met kleine roedeverdeling en groen getint glas in de bovenlichten. Dubbele deur met twee decoratieve deurroosters.