Voormalige fabriek De Bruyn opgericht in 1894 als "Usine Saint-Antoine" door Léon en Edmond De Bruyn. Stichting voortkomend uit het familiebedrijf De Bruyn dat in 1836 ontstond met de oprichting van een oliemolen te Sint-Gillis-bij-Dendermonde; olieslagerij in 1857 overgebracht naar Dendermonde (Dijkstraat) waar de olie al tot margarine werd verwerkt.
De oliefabriek naast de Schelde te Baasrode werd in de jaren voor 1900 en in het eerste decennium van de 20ste eeuw stelselmatig vergroot. Naast olie voor onder meer de fabricatie van zeep werd de productie uitgebreid met vaste vetten voor de voedingssector. Na de Eerste Wereldoorlog kende de fabriek te Baasrode verder uitbreiding en groeide onder meer als "Raffineries de Congo Belge" uit tot één van grootste bedrijven te Baasrode. In de jaren 1950 maakte de olieslagerij en margarinefabriek deel uit van de naamloze vennootschap "Lever" met zetel te Brussel. Tussen 1968 en 1976 werd de productie van plantaardige vetten vervangen door diverse zuivelproducten. In 1986 door Unilever deels verkocht aan de groep Nestlé Belgium die hier de lokale productie afsloot in 1999. Huidig uitgestrekt bedrijfsterrein waarvan het gebouwenbestand voor een groot gedeelte in de tweede helft van de 20ste eeuw sterk werd gewijzigd en/of vernieuwd.
Enkele van de oudste fabrieksgebouwen, parallel aan elkaar en haaks ingeplant tegenover de toegang achter het verharde voorste deel van het bedrijfsterrein, zijn nog als dusdanig herkenbaar bewaard gebleven. De twee meest vooruitspringende vleugels klimmen volgens het kadasterarchief nog op tot de jaren 1890 en vertonen typische kenmerken van laat 19de-eeuwse bakstenen fabrieksarchitectuur met industriële vensters en ijzeren dakspanten.
Gebouw van twee en een halve bouwlaag onder verspringend golfplaten zadeldak met kopgevel uitgewerkt tot hoger opgaande stompe tuitgevel begrensd door hoeklisenen en opklimmende bogenfries ingeschreven in de geveltop. Centraal groot rondbogig bovenvenster met ijzeren tracering. Voorts verlicht door getoogde vensters met ijzeren roedeverdeling, ook in beide zijgevels van zeven traveeën.
Middelste vleugel van drie bouwlagen en acht traveeën diep, voorzien van gelijkaardig type voorgevel uitgewerkt tot tuitgevel met breed tuitstuk, evenals de zijgevels geleed door getrapt verdiepte hoge korfbogige spaarvelden gescheiden door versneden steunberen. Getoogde vensteropeningen en centrale poort met betonnen latei in de kopgevel. Behouden ijzeren roedeverdeling.
Ten oosten, twee aaneenpalende vleugels waarvan de linker kadastraal genoteerd in 1910, onder parallelle zadeldaken. Beide vleugels met kopgevel in de vorm van brede tuitgevel van drie traveeën breed geleed door brede lisenen met centrale rechthoekige poort en getoogde vensteropeningen. Jongere rechter vleugel uit het interbellum telt twee bouwlagen met dakverdieping en gelijkaardige tuitgevel van vijf traveeën breed.
Ten westen gelegen stookplaats uit de jaren 1940, ter vervanging van de oorspronkelijke en samengesteld uit bakstenen fabrieksgebouwen van drie bouwlagen met zadeldaken tussen tuitgevels en met vervangen schoorsteen.
Aan de straat gelegen bureaugebouw links van de ingang, volgens het kadasterarchief gebouwd in 1952. Liggend blokvormig volume van twee bouwlagen met plat dak, opgetrokken uit baksteen met beton. Strak symmetrisch opgebouwde korte voorgevel met sterk accentuerende en structurerende uitspringende banden en kenmerkende omlijste muuropeningen. Rechthoekige gekoppelde benedenvensters met eveneens tijdseigen decoratieve ijzeren leuningen. Brede centrale travee met inkom en monumentaal trappenhuis, open gewerkt met grote glaspartij. Meerdelige toegang met vier deuren voorafgegaan door brede trap en onder met koper beklede luifel. Straatgevel van negen traveeën met verticaal benadrukte venstertraveeën.
GIJSEN J., Baasroodse bedrijvigheid aan de Schelde, Dendermonde, 1997, p. 11-12.
STROOBANTS A., Gemalen en geplet. Molens en maalderijen te Dendermonde in de 19de en 20ste eeuw, Dendermonde, 2005, p. 59-62.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)