Historiek

Voormalig Godsgasthuis, heden sterk uitgebreide site, in gebruik als rusthuis en dienstencentrum. De Commissie van Openbare Onderstand gaf in 1931 de toestemming aan de gebroeders Jacobs om een "Godsgasthuis" te bouwen aan de Rosstraat. De plannen werden opgemaakt door architect Cloquet uit Gent. Het rusthuis werd ingehuldigd op 20 september 1932 (registratie in het kadaster in 1932). Het beheer en de dagelijkse leiding van het rusthuis werden toegewezen aan de zusters van Sint-Vicentius a Paulo uit Beveren. Het rusthuis was in de beginperiode een opvangcentrum voor kansarmen, alleenstaanden, gehandicapten en bejaarden (circa 30 mensen). Mannen en vrouwen werden strikt van elkaar gescheiden. Aan het rusthuis was een hoeve verbonden. In het gebouw werd een kapel ingericht en van 1945 tot 1965 was er op de bovenverdieping een materniteit ondergebracht. Als dank voor de grote inzet van de zusters werd er circa 1947 voor de hoofdingang een beeld van de Heilige Vincentius a Paulo geplaatst, later naar de rechterzijde van de hoofdingang verplaatst. Vanaf 1968 is het gebouw enkel in gebruik als rusthuis. De zusters verlieten het rusthuis in januari 1984. Na verschillende verbouwingen en uitbreidingen (onder meer in 1961) werd het rusthuis opnieuw ingehuldigd op 27 mei 1992. De gebouwen zijn vandaag in gebruik als rusthuis en dienstencentrum. Door een voortuin van de straat gescheiden gebouwen en met oprit voor de hoofdtoegang. Rechts van de hoofdtoegang staand beeld van de Heilige Vincentius a Paulo, circa 1947 gerealiseerd door beeldhouwer Achilles Moortgat (1881-1957), zie signatuur "A. MOORTGAT" op beeldsokkel. Beeldengroep in witte kunststeen met voorstelling van de Heilige Vicentius met twee kinderen en een oude man met kruk, verwijzend naar de functie van het rusthuis in de periode 1945-1965 als opvangcentrum voor onder meer bejaarden, gehandicapten en kansarmen.

Beschrijving

Grootschalig gebouwencomplex bestaande uit verschillende vleugels; oudste vleugel van 1931-1932 gelegen aan de straatkant.

Symmetrisch opgebouwd hoofdvolume van twee bouwlagen en negen traveeën. Baksteenbouw onder mansardedak bedekt met kunstleien en voorzien van dakkapellen met afgeschuinde bovenhoeken. Deels gecementeerde en ruw bekapte natuurstenen plint. Geprononceerd en tot afgeknotte puntgevel hoger opgetrokken middentravee met zeshoekig venster in de gepleisterde geveltop.

Traveenissen met rechthoekige vensteropeningen, op de verdieping met afgeschuinde bovenhoeken. Bepleisterde en witgeschilderde lateien en gevel bovenaan afgelijnd door dito band. Brede, getrapt verdiepte inkom in een bepleisterde en witgeschilderde, veelzijdige omlijsting. Vernieuwd houtwerk.

Lagere bakstenen zijvolumes van twee bouwlagen onder platte bedaking. Grote, liggende rechthoekige openingen onder bepleisterde en witgeschilderde lateien, per travee ingeschreven in rechthoekig spaarveld. Vernieuwd houtwerk.