Neoclassicistisch schoolgebouw opgetrokken door de Stad Antwerpen, naar een ontwerp door stadsbouwmeester Pierre Bruno Bourla uit 1828. De lagere jongensschool werd ingeplant aan de oostzijde van het vroegere minderbroederklooster, parallel met de verdwenen kapel van het Bureel van Weldadigheid, die Bourla in 1820 ontworpen had. Eveneens in 1828 tekende hij de plannen voor de verdwenen lagere jongensschool in de Waaistraat, bij de Sint-Andrieskerk. Beide kwamen nog voor de Belgische Omwenteling tot stand, de Armenschool met Nicolas Antoine als aannemer, maar werden opgeëist door de militaire overheden, respectievelijk als militair ziekenhuis en gevangenis. Vanwege de krijgsgebeurtenissen die aansleepten tot de capitulatie van de Nederlandse generaal David Chassé op 23 december 1832, konden ze pas op 1 oktober 1833 in gebruik worden genomen, als eerste nieuwbouwscholen van het stedelijk onderwijsnet. Daarmee is de Armenschool van de Blindestraat de oudst bewaarde stadsschool van Antwerpen. Het stedelijk lager onderwijs ging in 1819 van start in de verdwenen Sint-Jacobskapel of Broodjeskapel op de hoek van Keizerstraat en Prinsesstraat.
De Armenschool maakte oorspronkelijk deel uit van de site van het Bureel van Weldadigheid, dat sinds 1796 samen met het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen de verantwoordelijkheid droeg over de armenzorg en de openbare onderstand in Antwerpen. Het nam in 1802 zijn intrek in de vroegere infirmerie en de gastenkamers van het minderbroederklooster, gelegen in de Blindestraat. De Armenschool behoort tot de vroege gebouwen die Pierre Bruno Bourla als stadsbouwmeester tot stand bracht. Hij bekleedde deze functie meer dan veertig jaar, vanaf september 1819 tot eind 1861. Eveneens uit de jaren 1820 dateren de pastorie van de Sint-Laurentiusparochie aan de Markgravelei, zijn magnum opus het Théatre Royal Français (Bourlaschouwburg), en de verdwenen oranjerie van de Kruidtuin. In de jaren 1840-1850 ontwierp Bourla nog twee verdwenen stadsscholen aan Leguit en Kipdorpvest. Vandaag maakt de vroegere Armenschool in de Blindestraat deel uit van het gebouwencomplex van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, die sinds 1811 in het kloosterpand en de kerk van de minderbroeders gevestigd is.
Het gebouw op een langgerekte, rechthoekige plattegrond van één bij twaalf traveeën, omvatte oorspronkelijk slechts één hoge bouwlaag onder een leien schild- of afgesnuit zadeldak (nok parallel aan de Blindestraat). De lagere tweede bouwlaag onder een afgesnuit zadeldak werd later toegevoegd. Oorspronkelijk bepleisterd en beschilderd, is de constructie opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met spaarzaam gebruik van witte natuursteen voor de plint, sluitstenen en hoekblokken, en blauwe hardsteen voor het portaal. De voorgevel aan de korte westzijde wordt gemarkeerd door zware hoekkettingen in imitatie-bossage, en bekroond door een blinde attiek die aan het oorspronkelijke klassieke hoofdgestel is toegevoegd. De klemtoon ligt op het drieledige portaal in de middenas, opgebouwd uit Dorische zuilen en pilasters, die een gestrekt entablement dragen met een casement in de fries en een geprofileerde waterlijst. Het wordt bekroond door een breed, rondbogig bovenlicht, met fijn ijzeren traceerwerk in waaiervorm. De zuidelijke zijgevel heeft een gedichte rechthoekige deur met hardstenen omlijsting in de linker travee, en een hoog geplaatst register van grote rondboogvensters met hardstenen lekdrempels, het merendeel gedicht, de overige met ijzeren schrijnwerk met kleine roeden en waaier. Erboven een register van rechthoekige vensters en blindnissen. Van de noordelijke zijgevel is de gelijkvloerse verdieping verborgen achter een aanbouw.
De Armenschool verstrekte mutueel onderwijs volgens het Lancaster-systeem met één onderwijzer bijgestaan door monitoren. Bijgevolg bestond het gebouw oorspronkelijk uit één groot klaslokaal van 9,40 m op 31 m, voorafgegaan door een inkomportaal. Dit laatste bood in 1836 plaats aan 325 leerlingen. Na invoering van het klassikaal onderwijstype als gevolg van de wet op het lager onderwijs van 1842, werden schotten aangebracht.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2018: Armenschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/204057 (geraadpleegd op ).
Bijgebouw van de Academie gelegen op de parking naast nummer 15. Baksteenbouw (19de eeuw) van acht + één travee en twee bouwlagen onder schilddak (roofing, nok parallel aan Blindestraat) op hoeken verlevendigd met imitatiebossages. Op binnenplaats: drie rechthoekige deuren geflankeerd door hardstenen zuilen en pilasters met Dorische kapitelen die een blind fries dragen, aansluitende gekorniste waterlijst en waaiervormig bovenlicht. Zijgevel geritmeerd door lisenen en doorlopend kordon; rondboogvormige (benedenverdieping) in rechthoekige vensters.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Armenschool [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4854 (geraadpleegd op ).