Gekend als "Villa Van Mossevelde". Achterin gelegen landhuis in een omringende ruime aangelegde en ommuurde tuin, toegankelijk via verharde oprit tussen twee schamppalen.

In het Land- en Kaartboek van Grembergen van 1772–1783 wordt ter hoogte van het huidige gebouw reeds een woning met bijgebouw opgetekend toebehorende aan Joanna Catharina Van Mele en Pieter Judocus Boele. Op het Primitief Plan van circa 1830 is het gebouw een klein rechthoekig volume opgedeeld in twee woningen. Volgens kadastergegevens in 1836 door eigenaar landbouwer Boel samengevoegd tot één woning en in zuidwestelijke richting aanzienlijk vergroot, voorliggende boomgaard omgevormd tot tuin. Klein bijgebouw ten westen in 1851 afgebroken. Woonhuis vervolgens door de familie Van Mossevelde–Bosteels volgens de bestaande plattegrond in 1855 herbouwd. Daarna nogmaals deels herbouwd door de familie Van Mossevelde–Haentjes en een beetje vergroot in 1899. In 1906 uitgebreid met zuidwestelijke hoektoren. Huidige voortuin als lusttuin en boomgaard achteraan in 1925 aangelegd.

Eclectische villa, met neoclassicistische stijlkenmerken, van twee bouwlagen en drie + drie + twee traveeën onder een verspringend half schild-, leien schild- en plat dak, en rechts aangebouwd terras met achterliggende hoektoren. Huidig gebouw resultaat van diverse bouwcampagnes; oudste gedeelte wellicht centraal volume met geprononceerd middenrisaliet bekroond door dakkapel met voluutvormige klauwstukken en kroonlijst met kuif. Voorkomen villa, na 1906, geüniformeerd door eenzelfde bepleisterde en witgeschilderde gevelafwerking op gecementeerde grijs geschilderde plint, verlevendigd door schijnvoegen op de begane grond en doorlopende banden op de bovenverdieping. Rechthoekige vensters deels gevat in geprofileerde omlijstingen, op de bovenverdieping met siersluitsteen en ijzeren hekje (middendeel) of lekdrempelversieringen (rechterdeel). Twee bredere vensters tussen halfzuilen onder houten kroonlijst in het in 1906 gewijzigde rechterdeel.

Hoge voordeur gevat in geprofileerde omlijsting met bewaard houtwerk met panelen en bovenlicht, aan weerszij geflankeerd door zwart geschilderde reliëfs met putti in medaillons.

Rechterzij- en achtergevel gemarkeerd door de drie bouwlagen hoge vierkante toren onder tentdak met ijzeren topbekroning; voorafgegaan door terras met balustrade in siersmeedwerk. Analoge gevelafwerking, in de derde geleding bijkomend voorzien van spaarvelden tussen brede hoeklisenen met pseudokapiteel.

Interieur. Deels met troggewelven onderkelderd gebouw. Interessante binnenindeling waarbij de circulatie via een lange gang met bordestrap parallel aan de achtergevel georganiseerd wordt. Aantal salons aan straatzijde in eclectische en neoclassicistische stijl met onder meer stijlvol stucwerk, marmeren schouwen, binnenschrijnwerk met supraporte.