Voormalig boerenarbeiderswoning, heden gebruikt als berging. Het gebouw met bijhorende L-vormige aanhorigheid aan de straat, staat opgetekend in het Land- en Kaartboek van Grembergen van 1772–1783, als eigendom van Pieter Ketz. In 1850 wordt het woonhuis opgedeeld in drie wooneenheden en het L-vormige bijgebouw ingekort. Volgens het kadasterarchief behoort de site toe aan de familie Rubbens–Smet, landbouwers uit Grembergen en eigenaars van de aanpalende herenhoeve nummer 11. Gelijktijdig met de verbouwing van de herenhoeve en schuur- en stalvleugel (nummer 11) door de familie Rubbens–De Waepenaert, kadastraal genoteerd in 1885 maar wellicht eerder uitgevoerd, wordt het boerenarbeidershuis terug omgevormd tot één woning en een beetje vergroot. In 1931 wordt het huisje opnieuw opgesplitst. Het bijgebouw aan de straat is inmiddels verdwenen.
Achterin gelegen alleenstaand huis van één bouwlaag onder zadeldak bekleed met mechanische pannen; zowel dak als kroonlijst vernieuwd. Bakstenen gebouw met gecementeerde voorgevel op blauwgeschilderde plint. Vernieuwde vensteropeningen in de voorgevel; rondboogvenstertje in kleine aanbouw achteraan.
Interieur met behouden balkenstructuur, jongere cementtegelvloer en brede Vlaamse schouw achter een jongere bekleding.
Stadsarchief Dendermonde, Oud gemeentearchief Grembergen, nummer 513.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)