Winkelcentrum en magazijnen " 't Ros Beiaard Centrum" gevestigd in voormalige fabrieksgebouwen. Gelegen langs de Zeelsebaan nabij de Schelde, waar de gekanaliseerde Dender uitmondt. In 1908 werd door de vennootschap "Roos – Geerinckx – De Naeyer" een magazijn opgetrokken (zie kadasterarchief). Dezelfde vennootschap had aan de overkant van de Zeelsebaan reeds een fabriek gebouwd tussen 1892 en 1913, de zogenaamde "oude fabriek", als bijhuis van de uit 1855 daterende fabriek van katoenen dekens van Hippoliet en Isidoor Roos aan de Greffelinck te Dendermonde dat na een fusie onder Hippoliets zoon Emiel Roos met de Aalsterse vennootschap Geerinckx en De Naeyer uitgebreid werd tot 1913.

Tussen 1908 en 1913 werd het bovenvermelde magazijn aanzienlijk vergroot onder meer met de bouw van de huidige nummer 87, plaatste men er een stoommachine en werd het herbestemd tot katoenweverij, in de volksmond gekend als de "nieuwe fabriek". In 1957 werd de textielfabriek herleid tot magazijn en vergroot. Een jaar later hield de vennootschap op te bestaan en werden de gebouwen aan verschillende eigenaars verkocht. De gebouwen aan de Zeelsebaan (nummer 87) werden in 1961 ingericht als draadtrekkerij van Fan Luxemburg, later Trefil-Arbed; activiteiten stopgezet in 1991. In 1995 werd het gebouwencomplex grondig gerenoveerd en omgevormd tot commercieel centrum, in opdracht van de N.V. Denderinvest naar een ontwerp van interieurarchitect Klaar Teurrekens en architect Fernand Lancksweerd. De tot op heden bestaande drie centrale volumes van 1913 werden gerenoveerd, de overige fabrieksgebouwen werden vervangen door nieuwbouw. De plechtige opening op 19 mei 1995 wordt gememoreerd in twee metalen platen voor het gestileerde "Ros Beiaardbeeld", met voorstelling van de vier heemskinderen op de rug van het paard, naar ontwerp van interieurarchitect Klaar Teurrekens en architect Fernand Lancksweerd.

Wat verdiept gelegen beeldbepalend ensemble van drie haaks op de straat ingeplante volumes, van twee en drie traveeën onder verspringende zadeldaken (pannen en golfplaten) die samen een L-vormig grondplan beschrijven. Onderkelderd rechtervolume breder, hoger en dieper dan de twee linkse. Typische fabrieksgebouwen uit het begin van de 20ste eeuw: baksteenbouw met puntgevels waarvan de twee linkse met verhoogde nok onder betonnen daklijst. Voorgevels versierd met getrapte baksteenlijsten, rechtervolume ook met hoeklisenen. Grote rondboogvensters met booglijst op de begane grond, beglaasde oculus in de puntgeveltop. Rechterzijgevel geleed door spaarvelden met rondboogvensters, afgelijnd door houten kroonlijst op ijzeren consoles. Achtergevels deels bepleisterd; met buitenkeldertrap.

Binnenin. IJzeren spantenstructuur.