erfgoedobject

Beerschuur en opslagplaats

bouwkundig element
ID
48597
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48597

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Beerschuur en opslagplaats
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Herberg ter Killen
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Voormalige hoeve en herberg "ter Killen", met schuur, binnenhaven eertijds met loskaai en opslagplaats aan de overzijde van de straat. Gelegen in een inham (kille) aan de Schelde, aan het einde van de Zijdijk op een natuurlijke verhoging, grenzend aan de gemeente Moerzeke (Hamme). Aan de straat afgesloten door ijzeren hekken deels op een hardstenen muur die door de plaatsing van schotten tot waterkeringsmuur kon omgevormd worden. Gekasseide oprit.

Loskaai destijds gebruikt voor de opslag van kalk, stenen, steenkolen, mest en beer, aangevoerd uit Antwerpen. Herberg "ter Killen" reeds vermeld in het laatste kwart van de 18de eeuw in het Land- en Kaartboek van Grembergen van 1772-1783, als eigendom van Frans d’Hollander, tevens pachter van de parochiekaai. Site met gelijknamige herberg, hofstede, bijgebouw en loskaai volgens akte op 18 april 1826 verkocht aan schipper Franciscus de Stobbeleir. Deze maakte de gebouwen later over aan zijn zoon Petrus de Stobbeleir op voorwaarde dat de ooms de loskaai tegen betaling tot aan hun dood mochten blijven gebruiken. Daarna kwam de site toe aan Jan de Stobbeleir en tot slot aan de familie Drieghe. Volgens kadastergegevens werd de schuur circa 1865 herbouwd, de stapelplaats aan de overzijde van de straat nieuw opgetrokken en het woonhuis (herberg) met een haakse aanbouw aan de straat vergroot. Het woonhuis werd twintig jaar later nog een beetje vergroot.

Site samengesteld uit drie vrijstaande gebouwen grenzend aan een nog steeds gebruikt binnenhaventje; de vroegere loskaai ten westen van de schuur is niet meer herkenbaar.

Voormalige herberg "ter Killen", gelegen aan de straat, met L-vormige plattegrond en bestaand uit twee volumes. Volgens historisch kaartmateriaal aanvankelijk een haaks op de straat ingeplant gebouw dat in kern minstens opklimt tot het laatste kwart van de 18de eeuw. Circa 1865 vergroot met haakse aanbouw aan de straat. Deels onderkelderd woonhuis van respectievelijk één en anderhalve bouwlaag en vijf en drie traveeën onder pannen zadel- en schilddak met verspringende nokhoogte en twee dakkapellen met trapgeveltje en sierankers. Verankerde witgeschilderde met schijnvoegen en hoekkettingen gecementeerde zuidwestelijk georiënteerde erfgevel, bovenaan deels afgelijnd door geprofileerde kooflijst. Voorzien van rechthoekige beluikte en getraliede vensters gevat in een vlakke hardstenen omlijsting; drie linkse traveeën met klein ruitvormig venstertje op de halve verdieping en omlijste rechthoekige voordeur aan twee treden.

Zuidelijke zijgevel met muurvlechtingen onder een aandak op schouderstukken, minstens opklimmend tot de 18de eeuw.

Bakstenen noordgevel aan de straat, volgens bouwsporen aanvankelijk één travee met twee (thans gedichte) vensters, circa 1865 vergroot met vijf traveeën met vier vensters waarvan de laatste twee heden ook gedicht zijn.

Interieur. Binnenindeling deels behouden. 18de-eeuwse en laagste gedeelte met behouden balkenlaag, binnenschrijnwerk en inscripties in zoldergebint "1806 / CDH". 19de-eeuwse vergroting met typische marmeren schouw in voormalige beste kamer.

L-vormige voormalige kalk- en beerschuur, parallel aan het woonhuis, iets hoger ingeplant op een heuveltje. Volgens historisch kaartmateriaal in kern minstens opklimmend tot het laatste kwart van de 18de eeuw. Herbouwd en vergroot circa 1865 tot huidig volume (zie kadasterarchief). Vroeger voorafgegaan door grote putten voor de opslag van mest.

Eénlaagse verankerde baksteenbouw onder ver overstekend pannen zadeldak. Toegevoegde poort aan oostgevel. Zuidelijke zijpuntgevel met origineel beluikt rondboogvormig zoldervenster; dito venster op de begane grond gedicht. Daaronder op maaiveldniveau naar verluidt grote rondbogige muuropeningen aanvankelijk bestemd om beer of mest te laden of te pompen in de grote troggewelfde kelder met hellend vloerniveau.

Voormalige opslagplaats parallel aan de straat, ingeplant tegenover het woonhuis, volgens kadasterarchief gebouwd circa 1865. Heden ingericht als woonhuis. Stilistisch aansluitend bij de beerschuur. Verankerde baksteenbouw van vijf traveeën onder pannen zadeldak. Omlopende gepikte plint. Blinde straatgevel met rechthoekige poort onder houten latei. Twee beluikte rondboogvormige vensters in linkerzijpuntgevel.

  • Stadsarchief Dendermonde, Oud gemeentearchief Grembergen, nummer 513.
  • Vlaamse Overheid, Ruimte & Erfgoed, Afdeling Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.
  • WAEGEMAN O., De beerkaai te Grembergen, in Ons Heem, XXIII, 1969, p. 261-262.
  • WERKGROEP GESCHIEDENIS GREMBERGEN, Het oude Grembergen in beeld, Nieuwkerken-Waas, 1998, p. 43.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

De site lag ideaal, aan een natuurlijke inham aan de Schelde die gebruikt werd als haventje voor de overslag. De boten kwamen aan bij hoogtij, indien ze niet snel genoeg weg waren lagen ze in het slib bij laagtij. In het kader van de Sigmawerken werden de oudste gebouwen (de herberg en beerschuur aan de kant van de Schelde) gesloopt. Aanvankelijk waren er 2 beerschuren, heden blijft enkel de opslagplaats ten noordwesten van de weg over.

Een beerschuur is zoals het woord plastisch omschrijft een schuur waar menselijk beer werd in gestockeerd. De meeste van deze beeropslagplaatsen waren open (een gemetselde/stenen put), veel minder waren overdekt (open constructie over de put) en slechts weinig zaten in een schuur zoals hier het geval was. Langsheen de Schelde (meestal Linkeroever, dichtbij het water) waren vroeger veel verschillende beerputten, gebruikt voor beer afkomstig van de stad Antwerpen dat per boot getransporteerd werd. Het werd daar gestockeerd en verkocht aan de boeren voor de bemesting van hun velden. Traditioneel was de beerverkoper ook herbergier/of hoorden ze bij een afspanning.

  • Informatie verkregen van collega Helena Duchêne (8 december 2020).
Auteurs: Jacobs, Els
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Beerschuur en opslagplaats [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48597 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.