is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Sint-Aldegonde met ommuurd kerkhof
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Aldegonde
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Sint-Aldegonde: ommuurd kerkhof met hekpijlers
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Sint-Aldegondekerk
Deze vaststelling was geldig van tot
De Sint-Aldegondekerk ligt aan de noordzijde van het dorpspleintje middenin een ovaal omringend kerkhof. De éénbeukige kruiskerk gaat terug op een romaans zaalkerkje waarvan de oudste delen (beuk en koortje) zouden opklimmen tot het laatste kwart van de 12de eeuw. De circa 1300 toegevoegde westtoren in laatromaanse stijl onderging herhaaldelijk aanpassingen. In de 14de eeuw werd aan de zuidzijde een traptorentje toegevoegd. Na beschadiging door bliksem in 1745 werd de stenen bekroning in 1756 vervangen door de huidige opvallende barokke bekroning. Begin 15de eeuw werd het romaanse zaalkerkje uitgebreid met een zandstenen transept in gotische stijl. Na de godsdiensttroebelen van de 16de eeuw hadden circa 1580 dringende herstellingswerken plaats aan het dak. Volgens kerkrekeningen werden de romaanse koorvenstertjes en één in de noordelijke zijgevel in 1590-1591 vergroot en het lijkdeurtje toe gemetseld. Een jaarsteen op de sacristie in de zuidoosthoek verwijst naar de bouw hiervan in 1650. Vermoedelijk werd de aanbouw tegen de zuidgevel van de beuk met doopkapel en lijkhuisje in dezelfde periode gebouwd. Een rondboogvormig lijkdeurtje in geprofileerde zandstenen omlijsting met bewaarde eikenhouten deur met ijzeren beslag en geschilderd opschrift: "Wech daerbuyten de honden" bleef in de berging bewaard. De oorspronkelijke romaanse toegang in het midden werd toe gemetseld. In 1737 werd de houten zoldering van de beuk en koor vervangen door een gepleisterd tongewelf met fraai Lodewijk XIV stucwerk. In de loop van de 18de eeuw ook werd het kerkmobilair vernieuwd en het westportaal in Lodewijk XVI-stijl geplaatst in 1779.
In 1839 werden restauratiewerken uitgevoerd aan de daken en de toren onder leiding van architect P. Blomme (Dendermonde). In 1882-1886 had een gedeeltelijke restauratie van de toren plaats onder leiding van architect Edouard Bouwens (Dendermonde). Een grondige restauratie met onder meer het terug aanbrengen van tracering in de gotische vensters en het ontpleisteren van de gevels, volgende in de periode 1898-1902 onder leiding van architect J. Goethals (Aalst). Herstellen van oorlogsschade in 1946 en 1950 onder meer aan de sacristie, onder leiding van architect E. Eggermont (Gent). Ook in 1971-1972 hadden restauratiewerken plaats zoals het heropenen van de oculus in de noordgevel en het romaans venster in de zuidgevel en werd de centrale verwarming geïnstalleerd en het interieur herschilderd onder leiding van architect F. Weyers (Sint-Niklaas). Heden wordt een exterieur- en interieurestauratie uitgewerkt onder leiding van architect A. Van Weyenbergh van Studiebureau DG&P (Dendermonde).
De plattegrond ontvouwt een Latijns kruis met vierkante westtoren, met aan de zuidzijde een ingewerkte ronde traptoren, één beuk van drie traveeën met aan de zuidzijde aansluitende doopkapel en berging, een kruisbeuk van één uitspringende travee met rechte sluiting en een rechthoekig koor met rechte sluiting en rechthoekige sacristie in de zuidoosthoek.
Het romaanse zaalkerkje was opgetrokken uit blauwe Doornikse kalksteen in onregelmatig verband (opus incertum) en Lediaanse steen voor de noordmuur. De laatromaanse toren is opgetrokken uit verschillende soorten zandsteen: de onderste geleding bestaat uit donkergele zandsteen, vermoedelijk afkomstig van Meldert en kalkzandsteen in onregelmatig verband, de tweede en derde geleding zijn opnieuw in regelmatige zandsteenblokken opgetrokken, de spits uit zandsteen in onregelmatig verband. De transeptarmen zijn opgetrokken uit zandsteen en aan de zuidzijde afgewerkt met een bakstenen topgevel. Ook de oostmuur van het koor, opgetrokken in blauwe kalksteen in onregelmatig verband, bezit een bakstenen topgevel. De 17de-eeuwse aanbouw en sacristie zijn opgetrokken in traditionele bak- en zandsteen. Verspringende leien zadeldaken dekken de verschillende delen af. De toren is bekroond door een barokke torenhelm gedekt met leien.
Westtoren met vierkante romp, op de hoeken tot de tweede geleding gestut door versneden steunberen. Centrale rondboogdeur in rechthoekige geprofileerde hardstenen omlijsting van 1779 op neuten, met imposten en sluitsteen met bladguirlande, onder rechte kroonlijst. Dubbele houten deur met houten latei en waaiervormig bovenlicht. Erboven spitsboogvomig venster en rechthoekig venstertje in de tweede geleding. Omlopende cordonlijst ter hoogte van de onderdorpels van de rondboogvormige galmgaten, op de hoeken rustend op uitkragende koppen, een arend, os, engel en leeuw, symbool van de vier evangelisten. Deze werden bij de restauratie van de toren in 1886 vernieuwd. Rondboogvormige galmgaten met ingeschreven drielob, halfzuiltjes op geprofileerde basis met krulkapiteel en booglijst op imposten. Aflijnende getande kroonlijst en merkwaardige torenbekroning met achtkantige afgeknotte zandstenen basis op de hoeken geflankeerd door kleine zandstenen obelisken. Cijferankers onder de overstekende met leien gedekte torenhelm verwijzen naar de verbouwing van de torenspits in 1756. Enkel aan de zuidzijde is een uurwerk aangebracht.
Tegen de zuidzijde van de toren aangebrachte calvarie onder leien dak en aansluitende ronde traptoren met schietgaten, onder leien naaldspits. Zuidelijke beuk met één hooggeplaatst rondboogvenster en bak- en zandstenen aanbouw onder verlaagd leien dakje. Zuidelijke transeptarm met hoog spitsboogvenster met nieuwe drieledige gotische tracering en vierkant zoldervenstertje in de bakstenen topgevel met ijzeren kruis. Zuidelijke koormuur met spitsboogvenster en aangebouwde bak- en zandstenen sacristie doorbroken door twee bolkozijnen en een gedichte deur in de eerste travee. In de oostgevel werd het bolkozijn gedicht. De topgevel, afgewerkt met vlechtingen, is doorbroken door een getralied zoldervenstertje; een zandstenen jaarsteentje geeft het bouwjaar 1650 aan. Oostelijke koorgevel met gedicht spitsboogvenster en bakstenen topgevel met hardstenen dekplaten. Noordelijke koorwand met sporen van een gedicht venstertje en hooggeplaatst spitsboogvenster met nieuwe tweedelige gotische tracering. Noordelijk transeptarm, volledig opgetrokken uit zandsteen met groot spitsboogvenster eveneens met nieuwe driedelige gotische tracering. Noordelijke beukmuur, afgewerkt met een zware kroonlijst op kraagstenen, doorbroken door een spitsboogvenster met nieuwe tracering en een klein opnieuw opengemaakt rond venster in de hoek met het transept.
Witgeschilderd interieur van de éénbeukige kerk met iets lager koor, overwelfd met gepleisterde tongewelven van 1737 versierd met fijn polychroom geschilderd stucwerk in Lodewijk XIV-stijl; centraal medaillon met I H S monogram. Torengewelf boven het doksaal met vierdelig kruisribgewelf met peervormig profiel rustend op klokvormige consooltjes. Doorgang naar kruisbeuk met hoge zandstenen spitsbogen op zandstenen halfzuilen met gotisch bladwerkkapiteel; overwelving met kruisribgewelven op klokvormige consoles.
Schilderijen: zeven doeken met telkens één tot drie taferelen uit het leven van de Heilige Aldegondis, gesigneerd G. Matthyssens en J. Verdussen (Antwerpen) begin 18de eeuw; Kroning van Maria, altaarstuk van noordelijk zijaltaar; Jezus aan het kruis, door M. Van Aerdenbrurch, circa 1635.
Beeldhouwwerk: Heilige Aldegondis van Maubeuge, gepolychromeerd hout, 17de eeuw(?). Altaren: hoofdaltaar, barok portiekaltaar van geschilderd en deels verguld goud met getorseerde zuilen en bekronende schelpvormige nis met buste van Heilige Aldegondis, 1663; noordelijk zijaltaar, barok potiekaltaar toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw, van 1638 geleverd door J. van den Neste, in 1769 door schrijnwerker C. De Smet (Dendermonde) verhoogd en voorzien van twee engelen en engelenhoofdjes door beeldhouwer H. Reraux; zuidelijk zijaltaar toegewijd aan Heilige Aldegondis, houten gemarmerd en deels verguld portiekaltaar vermoedelijk nog deels van 1617, met in 1769 toegevoegde bekroning met voorstelling van de Heilige Geest in stralenkrans met engelen en engelenhoofdjes door C. De Smet en H. Reraux (Dendermonde); centraal reliekschrijn met beeldengroep van Heilige Aldegonde met engel achter glas en verguld rasterwerk van 1734 door beeldhouwer J. B. Van der Haeghen (Brussel); geborduurd 18de-eeuws antependium met wapenschild van de familie Goubau, heren van Mespelare en weldoeners van de kerk.
Lambriseringen in koor van 1767, eik, met medaillons met bustes van de kerkvaders en evangelisten door schrijnwerker C. De Smet en beeldhouwer H. Reraux.
Communiebank van 1743, eikenhout met reliëfs met taferelen uit het Oude en Nieuwe Testament door schrijnwerker A. Lippenoy (Dendermonde) en beeldhouwer J. d’Huyvetter (Gent). Preekstoel, van 1737 door beeldhouwer J.B. Van der Haeghen (Brussel), eikenhout met op de kuip reliëfs met de bergrede en bustes van de Heilige Petrus en Paulus en symbolen van de vier evangelisten, console met engel en banderol "In principio erat verbum"; klankbord met engeltjes.
Biechtstoelen van 1767 door C. De Smet en H. Reraux (Dendermonde) met twee cherubs en bekronende cartouche met buste van Heilige Maria Magdalena en Heilige Petrus, ingewerkt in lambriseringen van transept.
Orgel van 1777 door Jan Baptiste Barnabé Goynaut (Brussel) en orgelkast van schrijnwerker Mattheus Delmot (Dendermonde) met bekronend beeld van Koning David door beeldhouwer Jan Antoon Branswijck (Dendermonde), gerestaureerd in 1982 door G. Loncke (Overmere-Berlare). Kleine beiaard met 21 klokken, waaronder zes van 1757-1760 gegoten door Joris Du Mery (Brugge) negen van 1870 gegoten door Severinus Van Aerschodt (Leuven) en zes van 1993 door Petit & Fritsen; gerestaureerd in 1994 door Michiels (Mechelen).
Doopvont van 1733 in vorm van een antieke vaas, door koperslager Jan Wauters (Dendermonde).
Resten van het eikenhouten barok portaal uit 17de eeuw, namelijk twee gesculpteerde pilasters aan weerszijde van het recente tochtportaal, één paneel verwerkt in altaar, deuren bewaard in berging (reconstructie voorzien bij geplande restauratie).
Het kleine kerkhof beslaat een oppervlakte van circa 1.600 vierkante meter en ligt een weinig hoger dan het aanpalend stratenniveau. Als aanvankelijke parochiale begraafplaats, naar middeleeuwse traditie op een areaal rondom de kerk aangelegd, behield het kerkhof de ovale vorm die bij dorpskerken gebruikelijk was en op de Ferrariskaart van 1771-1778 weergegeven is.
Het kerkhof is begrensd door een lage bak- en natuurstenen muur op min of meer regelmatige afstanden verzwaard met bakstenen steunberen en voorzien van enkele lichte knikken, gemarkeerd met zandstenen hoekkettingen; de steunberen zijn afgedekt met een schuin aflopende deksteen. De muur is afwerkt met geprofileerde hardstenen dekplaten die aansluitend tegen de hekpijlers elegant naar boven toe uitgewerkt zijn tot een hoeksteen met een omkrullend uiteinde met bladmotief.
Aan de muur is in 1962 een gedenkplaat aangebracht met opschrift herinnerend aan de befaamde priester-dichter Justus De Harduwijn, pastoor te Mespelare van 1607 tot 1618 en van 1622 tot 1636. Hij liet in 1634 de relieken van de Heilige Aldegondis uit het klooster van Maubeuge overbrengen waardoor Mespelare een belangrijk bedevaartsoord werd.
Brede kerkhoftoegang ter hoogte van een licht gebogen insprong midden de zuidzijde van het kerkhof, gemarkeerd door een brede hardstenen drempel en vooral door twee vierkante hekpijlers met hardstenen bekleding en verfijnde stijlvolle afwerking. De sokkels zijn respectievelijk voorzien van de inscriptie ANNO en 1773. Omlijste spiegels met symmetrische ornamentiek sieren de zijden van het hoog opgaand deel. Beide hekpijlers dragen op de overstekende dekplaat met afgeronde randen een opvallende gesculpteerde bekroning: een siervaas met daarboven vier doodshoofden tussen gekruiste beenderen gericht naar de vier windstreken, een oud en typisch Memento Mori symbool, herinnerend aan de vergankelijkheid van het leven en de sterfelijkheid van de mensen.
De aanplantingen binnen het kerkhof zijn beperkt tot enkele coniferen onder meer op het smalle grasperk tegen het koor. Het kerkhof wordt enkel nog uitzonderlijk gebruikt voor bijzettingen in "eeuwigdurende concessies".
De nog aanwezige graftekens staan onregelmatig verspreid opgesteld rondom de kerk. Het merendeel is in hardsteen uitgevoerd en omvat een grafplaat gecombineerd met een laag en weinig opvallend opgaand grafteken. De oudste gaan terug tot de eerste helft van de 20ste eeuw en vormen een minderheid. Slechts enkele daarvan zijn naar vormgeving en stijl uitgewerkte en opvallende graftekens met hoog opgaande stèle en/of typische grafsymboliek met verwijzingen naar het Christelijk geloof.
Grafteken van Modest Hollaert (1851-1922): grondplaat met marmeren grafplaat op sokkel met drapering, vier hoekpaaltjes en knielbankje; stèle in eclectische stijl met door kruis bekroond fronton en diverse aangebrachte ornamenten onder meer Christushoofd en rouwkrans; links onder met signatuur grafzerkmaker: E. Jacobs Oudeghem.
Rij van vier kindergraftekens bestaande uit een lage stèle met opschrift en afgebroken kruis met wit gevleugeld engelenhoofdje.
Grafteken van Maria Stephanie Boemans Robbrecht (1868-1927), echtgenoot van Raymond Robbrecht; stèle met groot bekronend kruis, hardsteen met witte marmeren tekstplaten en witte ceramische ornamenten; grafperceel met vier hardstenen hoekpaaltjes en dito knielbankje vooraan.
Grafteken van Raymond Robbrecht (1859-1940), weduwnaar van Stephanie Boemans, gelijkend op voorgaand grafteken en eveneens met paaltjes en knielbank.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Muurschilderingen uit 15de of 16de (?) eeuw, ontdekt in 1898 en in hetzelfde jaar overwit. Herontdekking met nieuwe aandacht in 2013.
Is deel van
Mespelarestraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Aldegonde met ommuurd kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48603 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.