is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart
Deze vaststelling is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart: schip, koor, sacristie en interieur
Deze bescherming is geldig sinds
omvat de aanduiding als beschermd monument Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart: toren en kruisbeuk
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Dorpskom Oudegem
Deze vaststelling is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Dorpskom Oudegem
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart
Deze vaststelling was geldig van tot
De oudste delen van de kerk (kruisingstoren en deel van koor) klimmen vermoedelijk op tot de tweede helft van de 13de eeuw. Vermoedelijk begin 14de eeuw werd het transept gebouwd. Herstellingswerken in 1559 en in 1597 na de beeldenstormen. In 1614 werd de bouwvallige toren hersteld en opnieuw in 1678 na een beschieting. Door de sterke bevolkingstoename in de 18de eeuw werd beslist in 1738 het schip aan beide zijden te vergroten. Er werd ook een tweede sacristie aangebouwd. In 1753 werden de beide zijbeuken opnieuw verbreed tot de huidige afmetingen en voorzien van een nieuwe westgevel, naar de plannen van architect broeder Filip Govert uit Gent, zie jaartal 1753 in de waaier van de ingangsdeur. Een nieuwe uitbreidingscampagne volgde onder pastoor E.H. Hector Bonner in 1910-12 naar ontwerp van architect Jules Goethals uit Aalst. Het oude koor en de twee sacristieën werden afgebroken en vervangen door drie koren en een nieuwe sacristie en berging aan de noordzijde. Het zadeldak van het schip werd vervangen door een zadeldak boven de middenbeuk en twee lessenaarsdaken boven de zijbeuken. Door beschietingen tijdens de Eerste Wereldoorlog (26 september 1914) werden de daken beschadigd, hersteld in 1920. Voorgevel hersteld onder leiding van architect R. Cassiman in 1954.
De plattegrond vertoont een georiënteerd driebeukig schip van vijf traveeën, een uitspringend transept met ongelijke transeptarmen van één travee, een driebeukig, vlak afgesloten koor en een aangebouwde sacristie en berging aan de noordzijde, in de oksel van zuidbeuk en transeptarm, aangebouwd portaal.
Pseudobasilicale kerk opgetrokken uit zandsteen. Middenbeuk onder zadeldak, zijbeuken onder lessenaarsdaken, transeptarmen en drie koren eveneens onder zadeldaken.
Westgevel uitgewerkt als een barokke klokgevel bekroond met gebogen fronton en top met siervaas. De hoekpenanten zijn verzwaard met geblokte pilasters. Spiegelboogdeur met sluitsteen in een geblokte omlijsting van arduin, in de houten waaier is met nagels het jaartal 1753 aangebracht. Erboven steekboogvenster met doorlopende druiplijst. Omlijste oculus in de geveltop.
Zijbeuken verlicht door vier hoge steekboogvensters in een vlakke omlijsting. Het zijportaal in de oksel van zuidbeuk en transeptarm werd aangebouwd bij de vergroting van het koor in 1910-12.
Vierkante kruisingstoren van drie geledingen met ingesnoerde achtzijdige naaldspits bekroond door torenkruis. Geledingen gescheiden door waterlijsten. Op de derde geleding gekoppelde rondboogvormige galmgaten aan de dagkanten met dubbele ronde colonnetten met krulkapiteel. Boven de galmgaten is op elke gevel een uurwerkplaat aangebracht. Gevels afgelijnd door kroonlijst op consoles. Transeptarmen met puntgevel met schouderstukken, op de zuidelijke transeptarm versierd met pinakels op schouderstukken en kruisbloem op topstuk, geopend met drieledig spitsboogvenster.
In de oostgevel van elk koor een hoog spitsbogig raam met drie geledingen gelijkaardig aan de vensters in de transeptarmen. In de noord- en zuidgevel zes kleinere lancetvensters per drie gekoppeld.
Gepleisterd en wit en crèmekleurig geschilderd interieur. Driebeukig schip met rondboogvormige scheibogen rustend op Toscaanse zuilen met achtkantige sokkel en vierkante deksteen. Schip, kruising en transept zijn overwelfd met gepleisterde kruisribgewelven. De kruisribben en gordelbogen zetten aan op versierde barokke consoles. De kruisriboverwelving van de kruising is voorzien van een versierde sluitsteen met acanthusbladeren, de sluitstenen vermelden jaartal "1716". De ribben van het transeptgewelf zijn versierd met motieven in stucwerk. Het koor is overwelfd met houten spitstongewelven in neogotische stijl. Rechthoekige bepleisterde kruisingspijlers. Boven de gedrukte spitsbogen naar de transeptarmen is een vierlobbig oculus aangebracht, vermoedelijk nog uit de 13de eeuw.
De neogotische muurschilderingen in het koor refereerden aan de oude muurschilderingen van het vroegere koor die werden ontdekt bij de vergroting van het koor in 1910, zij werden circa 1962 bij de schilderwerken van het kerkinterieur overschilderd.
In de periode 1910-12 werden 25 figuratieve glasramen geplaatst die werden uitgevoerd door Joseph Casier (Gent), mogelijk naar ontwerpen van baron Jean de Bethune, en geschonken door de familie Dubois. De ramen in koor en transept werden na oorlogsschade van 1945 in 1949 gerestaureerd door Hendrik Coppejans (Gent).
Schilderijen. Tenhemelopneming van Maria, 1870, door Jozef Meganck (Aalst). Hemelvaart, 1870, door Jozef Meganck (Aalst). Boetvaardige Maria Magdalena, 17de eeuw. De kleine Johannes en de Heilige Jozef, 17de eeuw, Marteling van de Heilige Sebastiaan, 17de eeuw, Tenhemelopneming van Maria, 17de eeuw. Kruisweg van J. Meganck.
Beeldhouwwerk. 18de-eeuwse houten beelden van Onze-Lieve-Vrouw Koningin met Kind, op hoofdaltaar, van Heilige Barabara, Heilige Ambrosius (witgeschilderd). Heilige Rochus van Montpellier, 19de eeuw. Heilige Antonius Abt, hout, 19de eeuw, Heilige Berlindis, gepolychromeerd hout, 19de eeuw. Twee witgeschilderde houten medaillons met Onze-Lieve-Vrouw en Heilige Jozef aan de achterste zuilen van de toren. Gepolychromeerde beelden van Heilig Hart van Jezus en Heilig Hart van Maria, Heilige Jozef met Kind, Heilige Antonius met Kind, Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, Heilige Rita, Heilige Theresia van Lisieux.
Meubilair. De drie neogotische altaren werden ontworpen door architect Jules Goethals (Aalst). Het hoofdaltaar, geplaatst in 1913, is uitgevoerd in witte hardsteen van Echaillon, het retabel van verguld koper is gemaakt door Emile Pirotte (Luik). De beide vaste zijpanelen zijn in het midden verbonden door het tabernakel waarboven zich de Heilige Sacramentstroon met calvarieberg en overkoepelend baldakijn bevindt. In deze beide panelen zijn de beelden uitgevoerd in bas-reliëf, evenals Maria en Joannes op de calvarieberg, terwijl de gekruisigde Christus massief is uitgebeeld. Alle beelden zijn verzilverd.
Het noordelijk altaar van Onze-Lieve-Vrouw werd uitgevoerd in zandsteen door Simonon (Luik) en is geplaatst in 1920. Het retabel is een drieluik in eik gesneden door beeldhouwer R. Van Caelenberg uit Aalst. Het middendeel is een nis met een polychroom Mariabeeld; de zijtaferelen stellen voor Maria op de bruiloft te Kana en rechts de graflegging van Christus. De zijluiken bevatten taferelen op roodkoperen platen geschilderd door Honoré Verwilghen (Brugge).
Het zuidelijk zijaltaar van het Heilig Hart van Jezus bevat een altaartafel van witte zandsteen, uitgevoerd door Remi Rooms (Gent), en albast en een retabel met zeven panelen, drie vaste delen, twee vleugelluiken en twee kleine luiken. De taferelen zijn geschilderd door Honoré Verwilghen, verschillende zijn getekend en gedateerd 1924, 1925, 1926.
Eiken lambrisering in zijbeuk(en) van circa 1750. Twee eiken koorgestoelten in neogotische stijl van Remi Rooms (Gent) naar ontwerp van architect J. Goethals van 1910. Communiebank van 1910-13 eveneens naar ontwerp van architect J. Goethals, samengesteld uit koperen hekwerk en een eiken omlijsting.
De eiken predikstoel uit de eerste helft van de 18de eeuw wordt toegeschreven aan Jan-Baptist Verhaegen (Brussel). Vier biechtstoelen uit midden 18de eeuw; twee biechtstoelen zijn van de hand van Jan-Baptist Verhaegen uit Brussel, twee biechtstoelen werden gemaakt door Judocus van Rossem.
Het orgel werd op 21 oktober 1767 besteld bij orgelbouwer Pieter Van Peteghem uit Gent, ingespeeld op 17 april 1769 ingespeeld door Balduinus Schepens, orgelist van de collegiale Sint-Martinuskerk te Aalst en door J. van Staesendonck, organist van de collegiale Onze-Lieve-Vrouwekerk te Dendermonde. Wijzigingen aangebracht in 1922 door Joris (Ronse).
Roodmarmeren doopvont met koperen deksel, uit de tweede helft van de 17de eeuw.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Dorpskom Oudegem
Is deel van
Oudegemse baan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48612 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.