Burgerhuis met bijhorende voormalige cichoreifabriek, in geschiedenis opklimmend tot 1887, wanneer handelaar en brouwer Joseph Heyvaert-De Nil op deze plaats in een bestaand brouwerijgebouw een cichoreimachine aangedreven door paarden laat plaatsen. De eigenlijke suikerij- of cichoreifabriek "De Vlaanders NV", strategisch ingeplant nabij de Dender, wordt circa 1890 door de broers Frans en Amand Heyvaert opgericht.

In 1901 ontstaat volgens kadasterplan een noordelijke en oostelijke vleugel van de cichoreifabriek met stoommachine; zes jaar later wordt de fabriek vergroot tot een vierkant volume met binnenplaats. Het volume ten zuiden van de fabriek, reeds gedeeltelijk afgebeeld op het primitief kadasterplan, wordt in 1844 vergroot, onder meer met het achtergelegen burgerhuis, en in 1914 en 1921 deels in de fabriekssite geïncorporeerd. De cichoreifabriek Heyvaert wordt stopgezet na de Tweede Wereldoorlog. Later wordt er naar verluidt een vellenfabriek in ondergebracht. Langs de straat gelegen fabrieksgebouwen, waarvan de meest westelijke uit rode bakstenen met afgeronde hoeken en onder plat dak. Accenten in gele baksteen, onder meer voor de banden, de ontlastingsbogen en het fries met baksteenopschrift "CICHOREI "DE VLAANDERS" N.V.". Gecementeerde plint. Bewaard houtwerk. Rechts daarvan bevindt zich een lager volume in donkerrode baksteen met dezelfde vormgeving en bovenaan een plaat met sporen van een beschilderd opschrift "CICHOREI HEYVAERT".

Aansluitende muur, jongere poort en rechts een L-vormig gebouw onder zadeldak met blinde gevel gekenmerkt door verdiepte velden tussen lisenen met een haakse achterbouw. Volledig omsloten verhard erf, toegankelijk via de jongere poort, met vooraan links een ronde bakstenen schoorsteen versterkt met ijzeren ringen. Daarnaast (aan de noordzijde) een haaks op de straat ingeplant volume van één en twee bouwlagen onder verspringende bedaking met verankerde en gecementeerde erfgevel onder zadeldak in golfplaten.

Ten oosten, een dieper gelegen burgerhuis met dubbelhuisopstand van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak in mechanische pannen, opengewerkt door rechte muuropeningen. Klimt volgens kadastergegevens in kern minstens op tot het begin van de 19de eeuw als onderdeel van een L-vormige site (zie Primitief Plan van 1817). In 1844 en nogmaals in 1889 zijwaarts uitgebreid en in 1914 bij de fabriekssite gevoegd. Vandaag met begin 20ste-eeuws voorkomen. Gecementeerde erfgevel met spiegels op de borstwering en het hoofdgestel, vlakke omlijsting van de muuropeningen en puilijst in een neoclassicistische stijl. Centrale voordeur gevat in een vlakke hardstenen omlijsting met kroonlijst op Ionische kapitelen, stilistisch in het begin van de 19de eeuw te dateren. Schrijnwerk met siersmeedwerk en bovenlicht, jonger.