Ensemble van drie arbeiderswoningen (nummers 6-10), in kern opklimmend tot het midden van de 19de eeuw, wanneer volgens kadastergegevens een nieuwbouwwoning wordt opgetrokken op de plaats van oudere bebouwing. In 1874 wordt het bestaande huis opgedeeld in twee woningen en aan de linkerzijde vergroot. Het volume wordt in 1887 opnieuw vergroot aan de achterzijde en in 1892 tot het huidige volume verbouwd en opgedeeld in drie huisjes.

Schuin tegenover de weg gesitueerd samenstel van drie enkelhuisjes van telkens twee traveeën en één bouwlaag onder doorlopend zadeldak in Vlaamse en mechanische pannen. Witgeschilderde verankerde bakstenen gevel, deels bepleisterd en voorzien van schijnvoegen bovenaan afgezoomd door een doorlopende geprofileerde daklijst. Grijsgeschilderde plint. Rechte muuropeningen onder houten latei, met bewaard raam boven betegelde onderdorpel bij nummer 10 en bewaarde luiken bij nummer 6. Lage deur onder ijzeren I-latei bij nummer 8.

Nummer 8 en 10 zijn gesloopt tijdens het onderzoek.