Volgens kadastergegevens in 1936 in opdracht van handelaarster Maria van den Abeele gebouwd op de plaats van oudere bebouwing.

Breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder geknikt zadeldak in leien (en pannen?) met twee dakkapellen. Oranjerode bakstenen lijstgevel met benadrukte centrale travee gevat tussen lisenen, gekenmerkt door een driezijdige erker in de tweede bouwlaag onder bekronend balkon en oplopend in een breed dakvenster met trapgevel en jaartalsteen met inscriptie "19(?)6" in de top. Decoratief metselwerk, zoals onder meer een vooruitspringend slingermotief in het hoofdgestel, onder een vernieuwde gootlijst in kunststof.

Rechthoekige muuropeningen met gedeeltelijk bewaard houtwerk. Grotendeels beglaasde deur voorzien van hekwerk, onder een luifel en recht bovenlicht. Rechts in de gevel een poort met verticale roedeverdeling in het bovenlicht. Plint, twee treden naar deur, dorpels en jaartalsteen in blauwe hardsteen.