Voormalig lustverblijf van de abt van de abdij van Affligem, later olieslagerij Veldeman en maalderij en olieslagerij Duerinck.
Imposant herenhuis gelegen aan de Schelde, vermoedelijk in het derde kwart van de 18de eeuw gebouwd als buitenverblijf van kardinaal de Franckenberg, aartsbisschop van Mechelen vanaf 1759 en abt van de abdij van Affligem die de heerlijkheid van Eegene in haar bezit had. Eind 18de eeuw werd het domein als nationaal goed verkocht. Volgens gegevens van het kadasterarchief is het huis in het begin van de 19de eeuw in bezit van landbouwer B. Bauwens, achteraan rechts bevond zich al een olieslagerij. In 1866 doen de toenmalige eigenaars, de gebroeders Ivo en Arthur Veldeman een aanvraag om in de olieslagerij een stoomketel en stoommachine te plaatsen. In 1878 worden huis en olieslagerij eigendom van Theophile Duerinck die een maalderij aan het bedrijf toegevoegd. In 1886 wordt het huis uitgebreid, de oude bijgebouwen gesloopt en vervangen door de nog bestaande bedrijfsgebouwen en dienstgebouwen gegroepeerd in gesloten opstelling rondom de binnenplaats. In 1897 wordt een nieuwe stoomketel geplaatst, een tweedehands Cornwall stoomketel voorzien van zes Galloway buizen, van de ketelmakerij Jacin, de stoommachine kwam van de firma Carels frères (Gent). De olieslagerij werd toen omschreven als "lynkoekstoommolen". In 1905 wordt vooraan links tegen het poortgebouw een nieuwe paardenstal aangebouwd. Circa 1950 wordt alle bedrijvigheid stopgezet en de infrastructuur verwijderd.
Erf met voortuin aan de straatkant afgesloten door ijzeren hekwerk met centraal inrijhek aan ronde hekpijlers en bakstenen muur verderop. Een gekasseid pad leidt naar de inrijpoort van de binnenplaats.
Zuidoostelijk georiënteerd herenhuis ingeplant achterin voortuin; van acht traveeën en twee bouwlagen onder overstekend schilddak (pannen). Lijstgevel, oorspronkelijk gepleisterd en wit geschilderd, met dubbelhuisopstand. Klassiek hoofdgestel met gepleisterde fries versierd met trigliefen en een kroonlijst op klossen. Plint en puilijst van natuursteen. Verdiepte rechthoekige vensters met vernieuwd schrijnwerk. Borstweringen onder de bovenvensters versierd met festoenen in panelen. Rechthoekige deur met bovenlicht in geprofileerde arduinen omlijsting op neuten, versierd met guirlande en bekroond met een kroon- en tandlijst. Volledig blinde achtergevel met later aangebouwde keuken, meer recent nog volledig vernieuwd.
Interieur. Bewaarde houten trap met leuning in Lodewijk XVI-stijl. In de woonkamer, classicistische schouw met gepleisterde boezem versierd met voorstelling van kardinaal de Franckenberg in medaillon; gepleisterd plafond met omlopende geprofileerde lijsten, ontpleisterde muren. Behouden binnenschrijnwerk.
Bakstenen dienstgebouwen onder pannendaken geschikt rondom gekasseid binnenerf. Oude inrijpoort, gelegen links van de woning, korfboogvormige poort in zandstenen omlijsting, mogelijk een restant van een vroeger gebouw.
Ten oosten, op de binnenplaats, haaks op het woonhuis ingeplante voormalige stoomolieslagerij. Op het erf uitziende bakstenen lijstgevel, voorheen witgeschilderd, van zeven traveeën onder gepleisterde kroonlijst. Verankerd met respectievelijk ijzeren sierankers en langgerekte ankers. Licht getoogde muuropeningen, oorspronkelijk ijzeren benedenvensters met roeden, nu vervangen door rondboogvormige vensters, en rechthoekige laadopeningen met luiken op de bovenverdieping. Centrale segmentboogvormige poort. Geveltop aan de Scheldekant, voorheen beraapt, voorzien van rondboogluiken en zwarte baksteenlijsten.
Interieur. Op de benedenverdieping balkenlaag met zware moerbalken op natuurstenen consoles en ijzeren zuilen; opgeschilderd jaartal "1897" en verschillende ingegrifte jaartallen en initialen. Bewaard indrukwekkend dakspant met eiken dakgebint.
Ten noordwesten, voormalige bakoven en maalderij, aansluitend bij de olieslagerij, bakstenen gebouw van vijf traveeën onder zadeldak (pannen). Lijstgevel geritmeerd door een rondboogarcade in rechthoekige traveenissen, rechthoekige deuren met in boogveld afwisselend ruitvormig en ovaal bovenlicht.
Ten westen, dubbele schuur, gebouwd in twee fasen met drie traveeën voorzien van brede segmentbogen. Rechter deel oorspronkelijk gebruikt voor werkkoetsen en karren, links koetshuis met op de verdieping slaapgelegenheid voor de knechten. Poort en balken voorzien van ingegrifte inscripties en jaartallen, onder meer "1806-1866". Links vooraan werd in 1905 een paardenstal gebouwd onder laag hellend zadeldak en brede toegangspoort links en getoogde muuropeningen rechts; zolderluik en oculus in de top.
De tegen de voormalige olieslagerij en aan de Schelde gebouwde vrijstaande vierkante schoorsteen, waarvan het bovendeel heropgebouwd werd na de Eerste Wereldoorlog werd recent gesloopt.
DE MAESSCHALCK G., Het gehucht Schoonaarde zelfstandige gemeente in 1873, in Heem en Oudheidkundige Kring Wichelen, XX, 1, 1993, p. 25.
STROOBANTS A., Gemalen en geplet, Molens en maalderijen te Dendermonde in de 19de en 20ste eeuw, Dendermonde, 2005, p. 137-139.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Lustdomein van de abt van de abdij van Affligem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48676 (geraadpleegd op ).