Voormalige hoeve met aan de straat gelegen burgerhuis bij een gesloten hoevecomplex, tot stand gekomen in 1930 toen landbouwer Alfons Moens–Cleemput een bestaande kleine hoeve met achterin gelegen boerenhuis liet uitbreiden tot een vierkantshoeve. Vleugel met stallen aan de zuidwestzijde van vrijwel vierkant, omsloten binnenerf intussen verdwenen.

Burgerhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder pseudomansardedak (kunstleien en mechanische pannen), voorzien van drie oeils-de-boeuf. Bakstenen lijstgevel met banden van blauwe hardsteen en simili-natuursteen, op blauwe hardstenen plint. Licht vooruitspringend deurrisaliet. Venstertraveeën ingeschreven in een spaarveld. Brede poorttravee rechts. Rechthoekige muuropeningen met afgeronde bovenhoeken, markerende getande lateien en deels vernieuwd houtwerk. Behouden dubbele paneeldeur versierd met vruchtenguirlandes en krans, motief herhaald in het bovenlicht met gestructureerd glas. Rechts aanpalend poortgebouw van drie traveeën onder pannen zadeldak met doorrit naar het grotendeels gekasseid binnenerf.

Ten noordoosten, dwarsvleugel samengesteld uit een vernieuwde kleine voormalige woning en aanpalend wagenhuis van drie traveeën onder pannen zadeldaken, gelijktijdig met voorin gelegen burgerhuis opgericht.

Ten zuidoosten, voormalig boerenhuis van vijf traveeën en één bouwlaag met aanpalend landgebouw onder doorlopend pannen zadeldak, uit de 19de eeuw maar mogelijk op oudere huisstoel of kern teruggaand. Verankerde, gecementeerde en witgeschilderde lijstgevel met schijnvoegen op gepikte plint en afgelijnd door geprofileerde daklijst. Rechthoekige muuropeningen. Deels omgevormd tot stallen.

Interieur. Behouden opkamerstructuur. Links twee kamers betegeld met rode baksteen, centrale rechthoekige schouw van gesinterde baksteen. Rechts opkamer met behouden rechthoekige deur met oud beslag en rechthoekig getralied venster. Kleine tongewelfde kelder.