erfgoedobject

Herenhuis in neorégencestijl

bouwkundig element
ID
4883
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4883

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek en context

Herenhuis in neorégencestijl gebouwd in opdracht van Joseph Charles Daverveldt, naar een ontwerp door de architect Ferdinand Hompus uit 1910. Samen met het hotel werd aan de Bollandusstraat een garage voor een ‘automobiel’ met chauffeurswoning opgetrokken. De aanpalende hotels Daverveldt-Coetermans en Michaux-Coetermans kwamen ongeveer gelijktijdig tot stand op gronden van de familie Coetermans-Henrichs, als privéwoning van twee van de dochters van het gezin en hun echtgenoten. Pierre Jean Emile Coetermans (Bergen-op-Zoom, 1825-Antwerpen, 1884), een wijnhandelaar en goudsmid van vader op zoon uit Noord-Brabant, had zich in 1869 met zijn echtgenote Maria Henrichs (Bergen-op-Zoom, 1826-Antwerpen, 1908) en zes kinderen in Antwerpen gevestigd voor de opstart van een diamantslijperij. Onder leiding van hun tweede oudste zoon Louis Coetermans (Bergen-op-Zoom, 1855-Antwerpen, 1925), bijgenaamd “Prins Diamant”, consul van Perzië, bestuurder en aandeelhouder van koloniale handelsvennootschappen (Belgisch Congo), zou de firma Coetermans-Henrichs uitgroeien tot één van de belangrijkste diamantairs van zijn tijd. Na een diamantslijperij in de Bollandusstraat in 1873, liet Pierre Jean Emile Coetermans in 1874 een herenhuis in neoclassicistische stijl oprichten op de Britselei, waar ook de kantoren van het diamantbedrijf gevestigd waren. Uit de erfenis van de weduwe Maria Coetermans-Henrichs, werden in 1909 eigendommen palend aan het hotel Coetermans-Henrichs nagelaten aan beide dochters, waarop vervolgens de herenhuizen werden opgetrokken. Joseph Daverveldt (Bergen-op-Zoom, 1854-Antwerpen, 1924), diamanthandelaar van beroep, vestigde zich in 1886 in Antwerpen naar aanleiding van zijn huwelijk met de oudste dochter Theresia Lucie Joanna Coetermans (Zierikzee, 1857-Antwerpen, 1940). In 1929 liet de weduwe Daverveldt-Coetermans als buitenverblijf een Japanse villa bouwen in Edegem, door de architect Joseph de Lange. De hotels Michaux-Coetermans en Daverveldt-Coetermans vormen een fraai ensemble van monumentale allure.

Het hotel Daverveldt-Coetermans behoort tot de allerlaatste realisaties van Ferdinand Hompus, die vanaf 1875 als zelfstandig architect actief was. In navolging van zijn vader Joseph Antoine Hompus, ontplooide hij productieve loopbaan in dienst van de burgerij. Voor de familie Coetermans-Henrichs gold Ferdinand Hompus traditioneel als huisarchitect: hij voerde diverse verbouwingswerken uit aan het hotel Coetermans-Henrichs, en ontwierp in 1885 een monumentaal herenhuis voor de weduwe Coetermans-Henrichs (gesloopt, voorheen Britselei 12). Naast conventionele neoclassicistische burgerhuizen, realiseerde de architect vooral in de jaren 1880 en 1890 burger- en herenhuizen in neo-Vlaamserenaissance-stijl of in klassiek geïnspireerde eclectische stijl. Ook bedrijfspanden als Brouwerij De Leeuw in de Coebergerstraat, maken deel uit van zijn oeuvre. Het hotel Daverveldt-Coetermans is de enige gekende toepassing van de neorégencestijl door de architect. Dit aan de beaux-artsstijl gelieerde idioom maakt in Antwerpen dan ook pas zijn opgang tijdens het decennium vóór de Eerste Wereldoorlog, het einde van Hompus' loopbaan.

Architectuur

Herenhuis

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de onderkelderde rijwoning vier bouwlagen, oorspronkelijk onder een zadeldak. De rijk geornamenteerd lijstgevel is volledig opgetrokken uit natuursteen, met een granieten plint. Drieledig van opbouw bestaat de opstand uit de gedrongen pui met schijnvoegen, de geaccentueerde bel-etage en de twee oplopende bovenverdiepingen, die worden afgewerkt door de zware kroonlijst op consoles en de attiekbalustrade met siervazen. De symmetrische compositie legt de klemtoon op de middenas, gemarkeerd door een licht gebogen erker op de bel-etage, en smeedijzeren balkons vervat in een oplopende frontispice op de hogere verdiepingen. Deze laatste wordt naar 18de-eeuws model omlijst door een brede steekboog met kwarthol profiel. De muuropeningen zijn getoogd of korfbogig van vorm, de bovenvensters in geriemde omlijsting met oren, en een onderdorpel of een smeedijzeren borstwering. Net als het sierlijke smeedwerk van de deur en de borstweringen en tralies, is het geveldecor ontleend aan de régencestijl. Opvallend decoratief zijn de sluitstenen, uitgewerkt als elegante cartouches, uitbundig versierd met zowel mannelijke als vrouwelijke maskerkoppen, schelpmotieven en bladranken. Het houten vensterschrijnwerk met typische roedeverdeling is bewaard. De bedaking is vandaag vervangen door een dakterras met paviljoen.

Volgens de bouwplannen beantwoordt de plattegrond aan de typologie van de bel-etagewoning met koetspoort, bestemd voor de vermogende burgerij en uitgerust voor inwonend personeel. Het interieur is georganiseerd rond de monumentale traphal, ontdubbeld door de diensttrap. De lage begane grond biedt volgens de bouwplannen ruimte aan een kantoor en de keuken. Gereserveerd voor de ontvangstvertrekken, omvat de bel-etage een drieledige enfilade van salons, over de volledige breedte aan de straatkant, en de eetkamer met office. Privé-, slaapvertrekken en badkamer nemen de tweede en de derde verdiepingen in, waar zich ook de meidenkamer bevond. Het goed bewaarde interieur in neorégence- en neorococostijl getuigt van een verfijnde afwerking, waarbij de ontvangstvertrekken zich onderscheiden door ingelegd parket, imposante marmeren schoorsteenmantels, stucdecor op wanden en plafonds, een houten sokkellambrisering en bewerkt binnenschrijnwerk, nog verrijkt met schilderingen in de stijl van de Franse schilder Antoine Watteau. De statige koetspoort en traphal hebben een witmarmeren vloer, zwart marmeren composietzuilen aan weerszij van het portaal, en een witmarmeren eretrap met smeedijzeren leuning, en een gebrandschilderde glaskoepel als bovenlicht. Opmerkelijk is het kantoor op de begane grond met een fraaie empireschouw, een volledig houten lambrisering met (brons)beslag waarin bibliotheekkasten en een staande klok zijn geïntegreerd, en kostbaar marquetterieparket.

Garage

De garage is een constructie van twee traveeën en twee bouwlagen onder mansardedak, met een lijstgevel uit witte Silezische brikken in kruisverband verwerkt met arduin. Licht art-nouveaugetint, wordt de opstand gekenmerkt door korfboogopeningen, en een hoofdgestel tussen uitgelengde postamenten. Op de smeedijzeren deurwaaiers na is het schrijnwerk vernieuwd. Boven de garage die werd geflankeerd door de dienstingang van het hotel, bevond zich de chauffeurswoning.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1910#1096-1097, 1873#50, 1874#31 en 1885#495; vreemdelingendossiers 481#25558 en 481#59504.
  • MERCIER V. 2013: Prins Diamant. Het tragische verval van een wereldimperium, Antwerpen.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Herenhuis in neorégencestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/4883 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.