Het huidige pand op nummer 78-80 is ontstaan na samenvoeging van twee burgerhuizen van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken. Door dezelfde bouwhoogte en sterk gelijkende indeling van de gevel, was een harmonieuze samenvoeging mogelijk, waarbij de voordeur van het linker pand werd gesupprimeerd.
De rechter helft van het pand werd samen met het ondertussen gesloopte identieke, spiegelende pand op nummer 76 gebouwd rond 1876 in opdracht van Andreas Vander Poel-Delé en Charles Gilis-De Bie. De twee panden werden opgetrokken als samenstel, met bepleisterde lijstgevels op hoge hardstenen sokkel die een geheel vormt met de lekdrempels van de benedenverdieping. Deurrisaliet met rondboogpoort in bewerkte omlijsting en twee boven elkaar gestelde balkons op consoles, respectievelijk met balustrade en gietijzeren leuning. Horizontaal ritme door het bossagewerk van de begane grond, de opeenvolgende balusterborstweringen en spiegels van tweede en derde bouwlaag, de gevelbeëindiging met tandlijst en gekorniste kroonlijst op klossen. Eenvoudige rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met smalle sleutel.
De linker helft van het huidige pand wordt gevormd door een pand dat in 1876 werd gebouwd voor sigarenfabrikant Louis Tinchant naar ontwerp van Godfried Van Halle. Tegelijkertijd werd in de Begijnenvest 8 de bijhorende sigarenfabriek van zeven traveeën en vier bouwlagen opgetrokken. Dit fabrieksgebouw, in een functionele stijl opgetrokken met rode bakstenen gevel, werd in 2008 omgevormd tot lofts, maar behield de vormgeving van de bovengevel. De sigarenfabrikant Louis Tinchant (New Orleans, 1824-Antwerpen, 1900) emigreerde in 1858 vanuit zijn geboortestad naar Antwerpen, samen met zijn echtgenote Octavie Rieffel (New Orleans, circa 1831-Antwerpen, 1876), hun dochter Elise en zonen Georges Edouard en Charles Pierre, geboren te New Orleans circa 1851, in 1854 en 1857. De eigen woning van Louis Tinchant op de Britselei is een typische eind-19de-eeuwse burgerwoning. Zowel de bouwstijl als de samenstelling en afwerking van de lijstgevel, volgt de vaste burgerlijke standaarden uit die tijd. Het is een woning van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak, met houten kroonlijst op klossen en modillons, hardstenen plint, en horizontale ritmering door imitatievoegen, kordonlijst en doorlopende onderdorpels. De centrale travee is risaliterend uitgewerkt, met geblokte randen, een balkon met balustrade op de eerste en een deurvenster met ijzeren borstwering op de tweede verdieping. Via de tuin van deze woning kon het achterliggende fabrieksgebouw bereikt worden.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2013: Twee burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/144323 (geraadpleegd op ).
Samenstel van twee neoclassicistische enkelhuizen van drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak; bepleisterde lijstgevels op hoge sokkel van arduin die een geheel vormt met de lekdrempels van de benedenverdieping. Linker en rechter risaliet met rondboogpoort in bewerkte omlijsting en twee boven elkaar gestelde balkons op consoles, respectievelijk met balustrade en gietijzeren leuning. Horizontaal ritme door het bossagewerk van de begane grond, de opeenvolgende balusterborstweringen en spiegels van tweede en derde bouwlaag, de gevelbeëindiging met tandlijst en gekorniste kroonlijst op klossen. Eenvoudige rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met smalle sleutel.
Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. & Manderyck M. 1979: Twee burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/4884 (geraadpleegd op ).