erfgoedobject

Spaans hof

bouwkundig element
ID
48857
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48857

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Spaans hof
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Spaans hof met oprit en tuin
    Deze bescherming is geldig sinds

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Spaans hof
    Deze vaststelling was geldig van tot

Beschrijving

Het "Spaans hof" omvat een alleenstaande woning op een deels omhaagd en achterin gelegen erf ten zuidoosten van de dorpskerk, tussen Mespelarestraat (noord) en Singelweg (zuid). Tegenover de voorgevel van het huis (westzijde) leidt een kort en recht grindpad tussen twee aanpalende percelen met woning naar het dorpspleintje; de toegang is gelegen tegenover de schandpaal en de ingang van het kerkhof rondom de Sint-Aldegondekerk.

Historiek

De verering van Sint-Aldegondis in de dorpskerk van Mespelare klimt minstens op tot het einde van de 16de eeuw en trok al bedevaarders aan nog vooraleer de kerk relieken van deze heilige bezat. Op verzoek van de befaamde priester-dichter Justus de Harduwijn, op dat ogenblik pastoor te Mespelare bekwam Jean Goubau, heer van de heerlijkheid Mespelare en Oudegem, in 1634 uit Maubeuge relieken van Sint-Aldegondis die aan de parochiekerk werden geschonken. De geactiveerde verering van deze volksheilige deed Mespelare spoedig uitgroeien tot een zeer bezocht bedevaartsoord.

De familie Goubau, vanaf midden 16de eeuw tot in 1794 heren van Mespelare, waren van een voornaam Antwerps geslacht dat in 1633 tot de adelstand werd verheven. Zij verbleven meestal te Antwerpen en als mecenassen deden zij allerlei schenkingen aan de kerk, pastoor en koster van Mespelare.

In 1643 gaf Jean Goubau opdracht tot het bouwen van een huis ter ere van Sint-Aldegondis, als verblijfplaats voor de pelgrims die te Mespelare op bedevaart kwamen. Hij kocht daartoe een terrein aan, dat nadien met een dreefje tegenover de kerk met het dorpsplein in verbinding werd gesteld. Gedurende jaren werd het huis tijdens de novene gebruikt door pelgrims. Toen in 1679 het huis van de koster afbrandde nam de koster zijn intrek in het zogenaamde "Spaans hof". Nadien hebben nog verscheidene kosters er gewoond, een tijdlang werd er tevens dorpsschool gehouden. In 1764 kocht koster Andreas Vereecken het huis aan. Het huis zou nog twee eeuwen door zijn nageslacht bewoond worden.

Het "Spaans hof" zou, zoals ook voor andere gelijknamige huizen uit de 16de-17de eeuw het geval is, zijn naam mogelijk ontlenen aan het feit dat het in de Spaanse periode werd opgericht; anderzijds zou het ook herinneren aan Spaanse militairen die het huis bij hun doortocht als logies benutten.

Het "Spaans hof" heeft een tijdlang tevens gefunctioneerd als hoeve. De bedrijfsgebouwen die het huis als losse bijgebouwen op het voorerf vergezelden in de 19de-20ste eeuw (zie de kadastrale kaart van Popp) zijn echter intussen verdwenen.

In 1961 werd het "Spaans hof" door Valery Stuiver, pastoor te Vlassenbroek (Baasrode) aangekocht. Hij liet het huis restaureren in 1961-1962. Bijkomende renovatiewerken door de nieuwe eigenares sinds 1980.

Beschrijving

Het toegangspad ligt in de as van de voorgevel van het huis en is aan de straat gemarkeerd door twee vierkante bakstenen hekpijlers met hardstenen dekplaat. Het eenvoudige tweedelige ijzeren hek is recent naar het eind van het toegangspad verplaatst. De ene zijde van het toegangspad is afgezoomd door een ligusterhaag palend tegen de zijgevel van de aanpalende woning; de andere zijde is begrensd door een deels geknotte bomenrij. Het omringend bijhorend erf in binnenblok is omhaagd.

De alleenstaande woning op L-vormige plattegrond telt twee bouwlagen onder overstekende en geknikte pannen bedaking: de voorste vleugel onder zadeldak met aandak rechts en links overgaand in schilddak van de dwarsvleugel. De verankerde bak- en zandsteenbouw werd bij de restauratie ontdaan van zijn kalklagen (naar verluidt blauw gekleurd). De plint werd voorzien van een zwart gepikte cementering. Links van de voordeur zit een zandstenen gevelsteen met deels verweerde inscriptie wellicht het bouwjaar 164(3?). De drie traveeën brede voorgevel, gericht naar het westen, bezit met zijn symmetrische dubbelhuisopstand, zijn specifieke verhoudingen en typische muuropeningen, benadrukt door zandstenen omlijstingen, een bijzonder fraai karakter. Zowel de omvang van de woning, met name de aanwezigheid van een bovenverdieping en een dwarsvleugel, evenals de rijkdom van de materialen, zijn een indicatie dat het hier een uitzonderlijk dorpshuis betreft. Het toegepaste type vensters en deur zijn representatief voor de traditionele 17de-eeuwse landelijke architectuur die ook gebruikelijk was voor de kleinere landelijke herenverblijven en de aanzienlijke boerenhuizen van grote landbouwbedrijven.

Kenmerkend is de lage korfboogdeur die de bovenhelft van zijn zandstenen omlijsting met gebogen druiplijstje bewaart; de rest van de omlijsting werd echter door rood en grijs bakstenen metselwerk vervangen. In de deurtravee komen twee vierkante venstertjes voor onder kops ontlastingsboogje, één als bovenlicht van de deur, het tweede onder de dakoverstek; hun bovendorpel bevindt zich op dezelfde hoogte als die van de flankerende vensters. Achter een recent aangebrachte gekleurde gevelsteen met wapenschild van de bouwheren de familie Goubau, gaat een rondbogige beeldnis schuil (beeld verdwenen). De kruiskozijnen zijn door gekoppelde gebogen rollaagjes ontlast. De nieuwe vensterluiken zijn evenals de voordeur in rood en wit geschilderd. De brede geknikte dakoverstek rust op geprofileerde houten consoles.

Om stabiliteitsredenen werd bij de restauratie tegen de achtergevel een kleine aanbouw met lessenaarsdak toegevoegd en werd de gedeeltelijke herbouwde blinde rechter zijgevel (zuid) met twee steunberen verstevigd; de zijgeveltop met vlechtingen zet aan op schouderstukken met dekplaat. Een authentiek klein bovenvenstertje in de achtergevel.

De achtervleugel sluit haaks aan bij de linker venstertravee en deurtravee van het voorhuis; hij vertoont aan de zuidzijde twee venstertraveeën met dezelfde kruiskozijnen als de voorgevel van de woning. Tegen de vrijwel gesloten noordgevel tekent zich in het verschillend gekleurd metselwerk nog de scherpe dakhelling af van een gesloopt bijgebouw; enkel op de bovenverdieping komen twee kleine met zandsteen omlijste venstertjes voor waarvan één gedicht. In de korte oostgevel zijn twee gelijkaardige bovenvensters gedicht; tegen deze zijgevel werd eveneens omwille van de stabiliteit een aanbouw in recuperatiemateriaal onder lessenaarsdak aangebouwd bij de restauratie. De korte zware schouw van het schilddak vormt het uiteinde van het origineel rookkanaal van een dubbele haard (tussen voor- en achterhuis).

Interieur

Oorspronkelijke structuur en een aantal oorspronkelijke interieurelementen van het origineel huis bleven behouden (balklaag gedeeltelijk vernieuwd, vloeren in een aantal ruimten vernieuwd). Huiskelder op de noordwesthoek met tongewelf, vloer van rode vierkante gebakken tegels. Tegen de zuidwand van de zuidelijke voorkamer traditionele open haard met verweerde geprofileerde zandstenen wangen en haardbalkconsoles, geprofileerde haardlijst; dubbele haard (rug aan rug) tegen de scheidingswand van de noordelijke voorkamer en de grote kamer van het achterhuis. In de voorkamer deels hermetste haard van gesinterde bakstenen met zijdelings aanleunend dito fornuis met ovendeurtje. In het groot salon haard met geprofileerde zandstenen wangen, schouwboezem met koofvormig gewelf en een keperboogvormige kaarsnis in beide zijwanden van de schouwboezem. Moerbalk in zuidelijke voorkamer met spoor van gedicht schoorgat.

Moerbalk in groot salon van achterhuis met geprofileerde sleutel en rolstaaf. Tegelvloer van rode vierkante gebakken tegels in het groot salon van het achterhuis. Zoldergebint met telmerken.

  • Vlaamse Overheid, Ruimte & Erfgoed, Afdeling Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.
  • DE POTTER F. & BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, Vierde reeks - Tweede Deel, Mespelare, Gent, 1889.
  • DE VYLDER O., Geschiedenis van Mespelare, in Tijdingen. Tijdschrift van het Justus de Harduwijngenootschap. Oudegem, Mespelare, XXI, nummers 85-89, 1990-1991.
  • STUYVER P., Het Spaans hof te Mespelare 1643-1962, zijn eigenaars en huurders, Heemkundige Kring Erpe-Mere, 1977.
  • VAN DEN ABEELE-BELLON R., Mespelare, Oost-Vlaanderen, 1958, 4, p. 84-85.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Spaans hof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48857 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.