erfgoedobject

Hoeve

bouwkundig element
ID
48861
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48861

Juridische gevolgen

Beschrijving

De hoeve ligt aan de zuidoosthoek van het Opstalplein en paalt ten noordoosten met zijn ommuurde boomgaard aan de Opstalstraat. Ongeveer ter hoogte van de hoeve is op de Ferrariskaart (1771-1778) een gebouwengroep weergegeven waarvan de configuratie niet met de huidige gebouwen overeenstemt. Volgens mondelinge bron draagt de boerenwoning in een baksteen een jaartal 178? (niet teruggevonden) dat gezien de bouwkenmerken als bouwperiode in aanmerking kan komen.

Op het primitief kadasterplan van Schoonaarde (1829) vertonen de hoevegebouwen dezelfde opstelling als de huidige voornaamste gebouwen: een gesloten hoeve aangelegd rondom een ruime rechthoekige binnenplaats. Bouwsporen laten echter toe te veronderstellen dat voorheen de hoeve een semigesloten aanleg bezat. De laatste travee van de noordoostelijke stalvleugel naast de erfgevelhoek van het boerenhuis is duidelijk later toegevoegd. Een losstaand bijgebouw ten westen aan Opstalplein, voor het eerst gekadastreerd in 1886, werd volgens gegevens van het kadasterarchief van bakhuis omgevormd tot huis in 1912. Sinds de jaren 1990 doet de hoeve dienst als wijngroothandel zogenaamd "Caves de France".

De hoeve dankt zijn landschappelijk mooie inplanting voor een groot deel aan de aanwezigheid van de Opstaldries waaraan de hoeve ligt. Op het onregelmatig driehoekig voorerf aan de straathoek met Opstalstraat ligt een vijver met oude natuurstenen oeverversteviging (deels hersteld), naar verluidt voorheen een visvijver en ook van betekenis voor de waterhuishouding van de laag gelegen waterzieke omgeving.

De gekasseide oprit van het erf is afgesloten door een hersteld driedelig sierlijk ijzeren toegangshek, tussen de woning en de bakstenen muur die het ruime boerenerf met boomgaard omgeeft. De oprit leidt naar de overzolderde poort in de kopgevel van de zuidwestelijke stalvleugel die met doorrit toegang verleent tot de binnenplaats van de hoeve.

De woning klimt wellicht op tot de tweede helft van de 18de eeuw; dit oudste onderdeel van de hoeve is als afzonderlijk bouwvolume traditioneel aan de noordwestzijde van de binnenplaats gelegen. De bedrijfsgebouwen sluiten in U-vorm bij elkaar aan onder snijdende bedaking met vrijwel idem nokhoogte; zoals dikwijls voorkomt werden zij in een jongere periode dan de woning opgericht, hier ten laatste in 1829 (zie primitief kadasterplan). De ruime binnenplaats wordt merendeels door een grasperk met bomen ingenomen, met brede gekasseide strook voor de vroegere stallen aan de zuidwestelijke erfzijde.

Boerenhuis: ruim dubbelhuis van zeven traveeën en één bouwlaag onder pannen zadeldak met drie kleine houten dakkapellen, toegevoegd bij de recente renovatie. Bak- en zandsteenbouw uit het laatste kwart van de 18de eeuw. De verankerde lijstgevel is horizontaal afgelijnd door de gewitte gepleisterde daklijst met brede hollijst onder de gootlijst. Typisch per twee gegroepeerde getraliede vensters met: gewitte zandstenen kruiskozijnen met hoekstenen, kwartholle dagkanten en uitspringende geprofileerde tussendorpel, onder gekoppelde rollaagjes, halve groen en wit geschilderde houten luiken.

Witgepleisterde platte banden die de vensterdorpels verbinden versterken het horizontaliserende karakter van de gevel. Voordeur gevat in een omlijsting met negblokken, geprofileerde uitspringende tussendorpel op consooltjes, en steekboogvormig getralied en gedeeld bovenlicht met sluitsteen en gebogen druiplijstje. Twee vierkante getraliede keldervensters in de hardstenen plint. De overeenkomstige erfgevel, gericht naar het zuidoosten bezit dezelfde bouwkarakteristieken als de straatgevel van het boerenhuis. Het bakstenen metselwerk is door een rode kleurlaag met witte voegen benadrukt.

Beide brede zijpuntgevels met vlechtingen zijn blind op de begane grond; op de zolderverdieping echter op identieke wijze doorbroken door twee symmetrisch geplaatste steekboogvensters met sponning en een gesinterde bakstenen omlijsting met oren en druiplijst; ertussen een oculus eveneens in een omlijsting met druiplijstje van gesinterde bakstenen.

Interieur

Interieur met originele indeling gekenmerkt door rechte gang van voor- tot achterdeur, drie belangrijkste vroegere woonvertrekken aan de erfzijde en drie overeenstemmende aan de straatzijde. Twee afzonderlijke kelders met gedrukt tongewelf op de noordoost- en de noordwesthoek; in beide opkamers nog aanwezige traditionele vloer van rode vierkante tegels en gesinterde bakstenen trap: één van beide trappen vormt tevens de aanzet van de vernieuwde houten zoldertrap. Bewaard zoldergebint met telmerken doch zolderruimte nu aangepast tot woning.

De bepleistering tegen de zoldering met samengestelde balklaag werd in één benedenkamer verwijderd. In de "beste kamer" werd de zoldering evenals de wanden en schouwboezem met stucwerk verrijkt (voornamelijk profiellijsten); de stucornamentiek in cirkelvorm tegen de zoldering is neoclassicistisch van vormgeving. De twee gemetste bakstenen schouwmantels in de opkamers dragen een gewit houten schouwblad; één van beide schouwboezems is versierd met stucwerk, de andere is een hoekschouw. Voorts behouden binnendeuren met verzorgd paneelwerk.

Rond de binnenplaats in U-vorm aaneensluitende bedrijfsgebouwen. Ten zuidoosten tegenover de woning de dubbele voormalige dwarsschuur met geïncorporeerde vroegere paardenstal en aardappelkelder; ten noordoosten en ten zuidwesten twee parallelle vleugels van de vroegere stallen. Tegenwoordig doen deze bijgebouwen dienst als geacclimatiseerde wijnopslagplaatsen; daartoe vonden een beperkt aantal inwendige aanpassingen plaats. Verankerde bakstenen lijstgevels afgelijnd door getrapte daklijst onder brede dakoverstek.

Eenheidskarakter door rode beschildering met omlopende witgeschilderde banden en gewitte omlijstingen met oren rond de uniforme muuropeningen. Korfboogvormige poorten, steekbogige staldeuren en -vensters; groene schilderwerk van luiken, deuren en poorten met diagonale witte strepen. De daklijst van de zuidwestelijke stalvleugel is onderbroken door twee laadvensters met puntgeveltje. Tegen dezelfde erfgevel onder dakoverstek is een armwaterpomp in houten kast opgesteld met hardstenen watervergaarbak. De toegangspoort in de kopgevel met hermetste top is van hetzelfde type als de overige poorten, met twee hardstenen schamppalen. De achtergevels bezitten een gesloten karakter.

Twee kleinere losse bijgebouwen onder pannen zadeldak op het zuidwestelijk deel van het erf behielden hun vroeger volume maar werden deels gewijzigd: vroegere huisjes tot kantoor, een open loods gedicht.

  • Vlaamse Overheid, Ruimte & Erfgoed, Afdeling Oost-Vlaanderen, Onroerend erfgoed, archief.
  • DE POTTER F. & BROECKAERT J. 1889: Geschiedenis van de gemeenten van de provincie Oost-Vlaanderen, Vierde Reeks, Arrondissement Dendermonde, Gent.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeve [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/48861 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.