De smidse en de bijhorende woning werden volgens het kadasterarchief samen opgericht in 1880 door Adolphe Jacobs, smid. Volgens mondelinge bron bleef de smidse, bekend als smidse De Vliegher, tot in de jaren 1960 in bedrijf en werd in het huis van de smid tevens café gehouden. Een brand in december 2007 vernielde een groot deel van het interieur.
De smidse en voormalige woning van de smid zijn als afzonderlijke gebouwen op het voorerf gelegen: links in de erfhoek de L-vormige smidse met zijpuntgevel aan de straat, rechts het huis met voorgevel aan de straat. Tussen beide is het voorerf afgesloten door een tweedelig sierlijk ijzeren hek en een bakstenen muur met hoger opgaande bakstenen hekpijler bekroond door een geprofileerde hardstenen dekplaat. De oprit en een deel van het voorerf zijn met kasseien verhard.
Het bijhorende huis bewaart na recente renovatie zijn aanvankelijk volume en globaal uitwendig voorkomen. Het betreft een doorsnee rechthoekig bakstenen dorpshuis van één bouwlaag met vernieuwd zadeldak. De voorgevel met nieuwe vlakke bepleistering bewaart de oorspronkelijke dubbelhuisopstand en getoogde muuropeningen. Vernieuwd interieur en gewijzigde muuropeningen in de achtergevel. De smidse is een verankerde bakstenen constructie van één bouwlaag onder snijdende pannen zadeldaken. Vensters met ijzeren roedeverdeling. In de erfgevel, afgelijnd door een getrapte bakstenen daklijst, behield de toegangspoort haar poortvleugels van plaatijzer. Van de houten deuren zijn sommige opgeklampt zoals in de voorgevel. Het bedrijfsgebouw herbergt eveneens vroegere paardenstallen en een aanleunend koetshuis in de lagere haakse vleugel. De travee rechts naast de twee lage koetspoortbogen was, volgens het kadasterarchief, aanvankelijk als bakoven gebouwd; heden bevat het een toilethok met traditionele zit (plank met gat). Boven de toegangsdeur zijn in het metselwerk vlieggaten uitgespaard.
Het interieur is gekenmerkt door bakstenen wanden zonder afwerkingslagen, een ziende houten kap (open constructie zonder zoldering), een bakstenen vloer (deels onder toegevoegde tegelvloer). De smidse bewaart haar specifieke uitrusting, een uitgebreide collectie werktuigen met nagels opgehangen aan de lange wand met twee haarden; een reeks hoefijzers bevestigd aan een hanenbalk van de houten kap.
Uitrusting. Grote slijpsteen op smeedijzeren onderstel. Twee gemetselde haarden met gemetselde ronde kappen die onderaan met een smeedijzeren ring verstevigd zijn. Vóór één van de haarden staat een plaatijzeren schrikbak (waterbak) op een speciaal daartoe voorziene gemetselde console (uitsparing in het metselwerk van het haardblok). De blaasbalg werd bij de brand van 2007 vernield. De blaasbalg was aan een smeedijzeren gestel opgehangen en werd bediend door middel van een hefboomstelsel. Een restant van de bediening van de andere, nu verdwenen blaasbalg is behouden.
Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Berlare, Buggenhout, Lebbeke, Waasmunster, Hamme en Zele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 20n, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verbeeck, Mieke; Duchêne, Helena Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)